In openbare vergadering
01 | Secretariaat (gemeente) - Huishoudelijk reglement gemeenteraad - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op artikel 38 van het Decreet Lokaal Bestuur waarbij de gemeenteraad verplicht is om bij aanvang van de legislatuur een huishoudelijk reglement vast te stellen;
Overwegende de installatie van een nieuwe gemeenteraad op 3 januari 2019;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Het hierna volgend huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad van de gemeente Hoeselt goed te keuren:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTERAAD
BIJEENROEPING
Art. 1 - § 1
De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
(art. 18 DLB)
§ 2
De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
(art. 19 en 20 DLB)
§ 3
De oproeping wordt verzonden via e-mail. Voor de raadsleden die hierom schriftelijk verzoeken wordt de oproeping per post verstuurd. De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 9, §1 van dit reglement.
§ 4
De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
1 - een derde van de zittinghebbende leden;
2 - een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;
3 - het college van burgemeester en schepenen;
4 - de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda.
(art. 19 en art. 67 DLB)
Art. 2 - § 1
De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
(art. 20 DLB)
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
(art. 19, 20 en art. 67 DLB)
§ 2
De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.
(art. 20 DLB)
Art. 3 - § 1
Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze persoonlijk hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur tijdens de openingsuren van het gemeentehuis of via e-mail. Het toegelicht voorstel moet ingediend worden door het standaardformulier correct en volledig in te vullen. Dit formulier is terug te vinden op de gemeentelijke website.
De algemeen directeur bezorgt de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.
(art. 21 DLB)
VOORBEELD
Als de gemeenteraad op donderdag 28 november vergadert, moeten de gemeenteraadsleden hun agendapunten, vergezeld van een toegelicht voorstel van beslissing, uiterlijk vrijdag 22 november vóór 12u00 aan de algemeen directeur bezorgen.
§ 2
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
(art. 21 DLB)
OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING
Art. 4 - § 1
De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
(art. 28, §1 DLB)
§ 2
De vergadering is niet openbaar als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
(art. 28, §1 DLB)
De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.
(art. 249 DLB)
Art. 5
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
(art. 28, §2 DLB)
Art. 6
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
(art. 29, §4 DLB)
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK
Art. 7 - § 1
Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de website van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen vóór de vergadering.
Indien raadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
(art. 22 DLB)
§ 2
De agenda van de vergadering van de raad en de toelichtende stukken die betrekking hebben op het openbare deel worden via e-mail bezorgd aan alle lokale perscorrespondenten.
Art. 8 - § 1
De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.
§ 2
De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de website van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Art. 9 - § 1
Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, op het gemeentesecretariaat ter beschikking gesteld van de raadsleden.
§ 2
Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
Deze stukken worden aan huis bezorgd aan de raadsleden.
(art. 249 DLB)
§ 3
Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.
Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek schriftelijk (per e-mail) of mondeling aan de algemeen directeur.
Op een schriftelijke vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.
(art. 20 DLB)
Art. 10 - § 1
De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente en autonome gemeentebedrijven (indien van toepassing) betreffen.
(art. 29, §1 DLB)
§ 2
De notulen/verslagen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden. Dit gebeurt via een e-mail met de notulen/verslagen in bijlage.
(art. 50 DLB)
§ 3
De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden, uitgezonderd de briefwisseling van anonieme afzenders.
(art. 29, §1 DLB)
§ 4
De raadsleden hebben via de dienst secretariaat toegang tot de volgende documenten:
1. de budgetten van vorige dienstjaren van de gemeente en van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen;
2.de rekeningen van vorige dienstjaren van de gemeente, de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarvan de gemeente lid is;
3. de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad;
4. de goedgekeurde notulen van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen;
5. de adviezen uitgebracht door gemeentelijke adviesraden;
6. de gemeentelijke toelagereglementen, algemene politieverordeningen en belasting- en retributiereglementen;
7. het register van de inkomende en uitgaande stukken.
§ 5
Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden ter plaatse geraadpleegd worden.
Het college zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.
Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan het college schriftelijk of per e-mail mee welke documenten zij wensen te raadplegen.
Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.
Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.
§ 6
De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.
De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift schriftelijk of via e-mail.
(art. 29, §1 DLB)
§ 7
De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)
Art. 11
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
(art. 31 DLB)
QUORUM
Art. 12 - § 1
Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.
§ 2
De leden worden geacht tijdig aanwezig te zijn.
Art. 13 - § 1
De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.
Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan.
(art. 26 DLB)
§ 2
De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.
(art. 26 DLB)
§ 3
De raadsleden geven op voorhand te kennen dat ze verontschuldigd zijn voor de betreffende vergadering.
WIJZE VAN VERGADEREN
Art. 14 - § 1
De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend.
(art. 24 DLB)
§ 2
Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
Art. 15 - § 1
De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
§ 2
Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
(art. 23 DLB)
Art. 16 - § 1
Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.
De voorzitter verleent het woord naargelang de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.
§ 2
Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen. De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.
Art. 17
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :
1° om te vragen dat men niet zal besluiten;
2° om de verdaging te vragen;
3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;
4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
6° om naar het reglement te verwijzen.
Art. 18
De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.
Art. 19
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren. Elke tussenkomst moet op een respectvolle manier gebeuren.
Art. 20 - § 1
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.
Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt.
(art. 25 DLB)
§ 2
De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
(art. 25, volgens art. 74 DLB)
§ 3
Zowel het publiek, als de pers, alsook de raadsleden worden verzocht hun gsm op trilfunctie te zetten tijdens het verloop van de zitting. Er wordt geacht dat de gsm met de nodige terughoudendheid wordt gebruikt door alle aanwezigen op het moment van de zitting.
Art. 21
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Art. 22
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.
WIJZE VAN STEMMEN
Art. 23 - § 1
Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.
§ 2
De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
(art. 33 DLB)
Art. 24 - § 1
De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
(art. 249, §3 DLB)
§ 2
De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
(art. 249, §4 DLB)
Art. 25 - § 1
De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 3.
(art. 34 DLB)
§ 2
Er zijn twee mogelijke werkwijzen van stemmen:
1° de stemming bij handopsteking;
2° de geheime stemming.
§ 3
Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:
1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;
2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
3° individuele personeelszaken.
(art. 34 DLB)
Art. 26
De stemming bij handopsteking geschiedt als volgt. Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in art. 24, § 1 van dit reglement vraagt hij achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zich onthouden.
Elk gemeenteraadslid kan slechts éénmaal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken.
Art. 27
De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.
Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 30 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.
(art. 33 en 34 DLB)
Art. 28
Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.
De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje.
Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee raadsleden. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Art. 29
Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.
Art. 30
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
(art. 35 DLB)
NOTULEN, ZITTINGSVERSLAG EN ONDERTEKENING
Art. 31 - § 1
De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
(art. 278, §1 DLB)
§ 2
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad kan beslissen om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.
Een raadslid kan vragen om in het zittingsverslag de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen.
(art. 278, §1 DLB)
§ 3
Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
(art. 278, §1 DLB)
Art. 32 - § 1
De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
(art. 32 DLB)
§ 2
De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering op het gemeentesecretariaat ter beschikking.
(art. 32 DLB)
§ 3
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
(art. 32 DLB)
§ 4
Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend.
(art. 32 DLB)
Art. 33 - § 1
De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
§ 2
De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
(art. 279, § 6 DLB)
FRACTIES
Art. 34
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
Het huishoudelijk reglement legt ook de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de fracties vast. Binnen de grenzen die de Vlaamse Regering bepaalt, wordt in het huishoudelijk reglement de financiering van de fracties opgenomen. Zie verder in art. 37, § 5 van dit reglement.
(art. 36 DLB)
RAADSCOMMISSIES
Art. 35 - § 1
De gemeenteraad kan 2 commissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De gemeenteraad is bijgevolg ook bevoegd voor het opheffen van de commissies. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
(art. 37, § 1 DLB)
De bevoegdheden van deze commissies worden als volgt bepaald:
a. Commissie financiën
Het meerjarenplan en de jaarrekening kunnen besproken worden in de commissie financiën alvorens ze worden voorgelegd aan de gemeenteraad. De commissie wordt samengeroepen wanneer de voorzitter van de commissie dit nodig acht.
b. Commissie ruimtelijke ordening & patrimonium
De algemene ruimtelijke planning en invulling via ruimtelijke structuurplannen, ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s), aan- en verkopen, onteigeningen, huur en verhuur, verkavelings- en stedenbouwkundige vergunningen,… kan met het oog op inspraak, draagkracht en advies besproken worden in de commissie ruimtelijke ordening alvorens ze wordt voorgelegd aan de bevoegde politieke organen. De commissie wordt samengeroepen wanneer de voorzitter van de commissie dit nodig acht.
§ 2
De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden. Er zijn 7 mandaten in iedere commissie die door de gemeenteraad evenredig verdeeld worden volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. De berekeningswijze is als volgt:
- fractie VLD-plus: 3 leden;
- fractie N-VA/Nieuw: 1 lid;
- fractie Best-Groen: 2 leden;
- fractie WIJ Hoeselt: 1 lid.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 3
Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 4
Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 5
Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.
(art. 37 § 3 DLB)
§ 6
Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan.
(art. 37 § 4 DLB)
§ 7
De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente.
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement).
De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
VERGOEDINGEN RAADSLEDEN
Art. 36 - § 1
Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
1° de vergaderingen van de gemeenteraad;
2° de vergaderingen van de raadscommissie financiën (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem);
(art. 17 §1 DLB en art. 15, lid 1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.)
§ 2
Het presentiegeld bedraagt 121,05 EUR, niet geïndexeerd. Dit bedrag is gekoppeld aan het indexcijfer. Voor de andere vergaderingen uit de lijst is het presentiegeld hetzelfde.
De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.
Art. 37 - § 1
Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement, hebben de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis toegang tot telefoon en internet, en kunnen ze kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten. In een daartoe voorbehouden lokaal kunnen de diverse gemeenteraadsfracties alle nodige informatie inkijken.
§ 2
Gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, (ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG), terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.
De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.
De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.
(art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
§ 3
Terugbetaling van bijkomende kosten veroorzaakt door een specifieke gezinssituatie (Bijv. opvang van kinderen, ouderen, zieke of mindervalide gezinsleden), wegens aanwezigheid op een raads- of commissievergadering, is mogelijk. Een verzoek tot terugbetaling met verantwoordingsstukken kan worden ingediend bij de algemeen directeur.
Verplaatsingskosten van raadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het gemeentebestuur terugbetaald na voorlegging van bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven.
Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.
§ 4
De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.
(art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
VERZOEKSCHRIFTEN
(art. 38, 9° en art. 304, §2 DLB)
Art. 38 - § 1
Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen.
(art. 304, §2 DLB)
Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.
§ 2
De verzoekschriften worden gericht aan het orgaan van de gemeente tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.
§ 3
Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.
Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
§ 4
Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;
3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik ervan beledigend is.
Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Art. 39 - § 1
Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
§ 2
De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
§ 3
De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
§ 4
Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
02 | Secretariaat (gemeente) - Deontologische code voor lokale mandatarissen - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op de verplichting om een deontologische code op te stellen;
Overwegende dat de deontologische code ook van toepassing is op het college van burgemeester en schepenen;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - De deontologische code voor lokale mandatarissen als volgt vast te stellen:
DEONTOLOGISCHE CODE VOOR LOKALE MANDATARISSEN
Inleiding
De deontologische code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch zorgvuldig te kunnen handelen bij de uitoefening van het mandaat. Dit handelen steunt op de volgende waarden: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, vertrouwelijkheid en zorgvuldigheid.
Toepassingsgebied
Artikel 1
De deontologische code is van toepassing voor alle lokale mandatarissen:
de voorzitter van de gemeente- en OCMW-raad;
de leden van de gemeente- en OCMW-raad;
de burgemeester en schepenen;
- de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst;
- de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.
Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de medewerkers van de lokale mandatarissen, welke ook hun statuut of hoedanigheid is (kabinets- en fractiemedewerkers), en op de vertrouwenspersonen.
Lokale mandatarissen die namens de gemeente/het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
Indien een mandaat namens de gemeente/het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.
Belangenvermenging en de schijn ervan
Artikel 2
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
Artikel 3
Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8
Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596
Artikel 4
Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
Artikel 5
Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
Artikel 6
Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
De volgende personen kunnen geen deel uitmaken van een gemeenteraad/OCMW-raad:
1° de provinciegouverneurs, de vicegouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, de hoge ambtenaar die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aanwijst overeenkomstig artikel 48, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen en de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de provinciegriffiers, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen als de gemeente in kwestie deel uitmaakt van hun ambtsgebied;
2° de magistraten, de plaatsvervangende magistraten en de griffiers bij de hoven en de rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Grondwettelijk Hof;
3° de leden van het operationeel, administratief of logistiek kader van de politiezone waar de gemeente toe behoort;
4° de personeelsleden van de gemeente in kwestie of van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat die gemeente bedient of van de gemeentelijke extern verzelfstandigde agentschappen van de gemeente;
5° de leden van een districtsraad;
6° de personen die in een lokale decentrale overheid van een andere lidstaat van de Europese Unie een ambt of een mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, voorzitter van de gemeenteraad, schepen of burgemeester;
7° de bloedverwanten tot en met de tweede graad, de aanverwanten in de eerste graad of de echtgenoten in de gemeenteraad van dezelfde gemeente.
Als bloed- of aanverwanten in een graad als vermeld in het eerste lid, 7°, of twee echtgenoten worden verkozen bij dezelfde verkiezing, wordt de voorkeur bepaald door de grootte van de quotiënten op grond waarvan de zetels die kandidaten hebben verkregen aan hun lijst zijn toegekend.
Als twee bloed- of aanverwanten in een verboden graad of twee echtgenoten worden verkozen, de ene tot raadslid, de andere tot opvolger, geldt het verbod om zitting te nemen alleen voor de opvolger, tenzij de plaats waarvoor hij in aanmerking komt, is opengevallen voor de verkiezing van zijn bloed- of aanverwant of echtgenoot. Tussen opvolgers die voor opengevallen plaatsen in aanmerking komen, wordt de voorrang allereerst bepaald volgens de tijdsorde van de vacatures. Voor de toepassing van dit artikel worden personen die een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek hebben afgelegd, met echtgenoten gelijkgesteld.
Aanverwantschap die later tot stand komt tussen raadsleden, brengt geen verval van hun mandaat mee. Dat geldt niet bij een huwelijk tussen raadsleden en als er een verklaring van wettelijke samenwoning als vermeld in artikel 1475 van het Burgerlijk Wetboek, is afgelegd.
De onverenigbaarheid wordt geacht op te houden door het overlijden van de persoon door wie ze tot stand is gekomen, door echtscheiding of door de beëindiging van het wettelijk samenlevingscontract.
Overeenkomstig artikel 71 en 72 van de Nieuwe Gemeentewet is het eerste lid, 1° en 2°, ook van toepassing op de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in België verblijven voor de uitoefening in een andere lidstaat van de Europese Unie van ambten die gelijkwaardig zijn aan de ambten, vermeld in deze bepalingen.
Verboden functies voor lokale mandatarissen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 10
Onverenigbaarheden: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 11
Artikel 7
Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het Decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
Het is voor een raadslid verboden:
1° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris tegen betaling te werken in geschillen ten behoeve van de gemeente/het OCMW. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het raadslid werken;
2° rechtstreeks of onrechtstreeks als advocaat of notaris ten behoeve van de tegenpartij van de gemeente/het OCMW of ten behoeve van een personeelslid van de gemeente/het OCMW te werken bij geschillen die betrekking hebben op beslissingen over de tewerkstelling binnen de gemeente/het OCMW. Dat verbod geldt ook voor de personen die in het kader van een associatie, groepering, samenwerking of op hetzelfde kantooradres met het raadslid werken;
3° rechtstreeks of onrechtstreeks een overeenkomst te sluiten, behalve in geval van een schenking aan de gemeente/het OCMW of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, of deel te nemen aan een opdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten, verkoop of aankoop ten behoeve van de gemeente/het OCMW of een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap, behalve als het raadslid een beroep doet op een dienstverlening van de gemeente/het OCMW of van een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap en ten gevolge daarvan een overeenkomst aangaat;
4° op te treden als afgevaardigde of deskundige van een vakorganisatie in het bijzonder onderhandelingscomité of het hoog overlegcomité van de gemeente.
Verboden handelingen: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3
Artikel 8
Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur. De algemeen directeur informeert de raadsleden jaarlijks hierover.
Artikel 9
Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee de gemeente/het OCMW zaken doet of waarin de gemeente/het OCMW een belang heeft.
Artikel 10
De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
Corruptie en de schijn ervan
Artikel 11
Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
Artikel 12
Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245
Het aannemen van geschenken
Artikel 13
Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.
Artikel 14
Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van de gemeente/het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een gemeentelijke/OCMW-bestemming.
Artikel 15
De gemeenteraad/OCMW-raad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten
Artikel 16
Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar;
De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Artikel 17
Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
Artikel 18
Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:
De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk;
De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van de gemeente/het OCMW, …);
De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.
Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
Artikel 19
Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de gemeenteraad/OCMW-raad. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente/het OCMW en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.
Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur
Artikel 20
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
Artikel 21
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.
Artikel 22
Een lokale mandataris houdt zich aan de regels over onkostenvergoedingen zoals vastgesteld in het huishoudelijk reglement.
Wetgeving inzake terugbetaling specifieke kosten: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 38
Omgaan met informatie
Artikel 23
De gemeenteraad/OCMW-raad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het college van burgemeester en schepenen/vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
Artikel 24
Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
Artikel 25
Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan de gemeente/het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
Artikel 26
Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: Decreet Lokaal Bestuur, artikel 28
Artikel 27
Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2
Artikel 28
Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
Artikel 29
Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.
Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen
Artikel 30
Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en leden van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau en de personeelsleden van de gemeente/het OCMW.
Artikel 31
Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het college van burgemeester en schepenen/vast bureau en de leden van het bijzonder comité, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
Artikel 32
Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
Artikel 33
Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.
Naleving en handhaving van de deontologische code
Artikel 34
De gemeenteraad/OCMW-raad stelt regels op over het omgaan met de deontologische code en mogelijke schendingen en staat in voor de handhaving ervan.
Artikel 35
De gemeenteraad/OCMW-raad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:
het voorkomen van mogelijke schendingen;
het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code;
het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code.
Het voorkomen van mogelijke schendingen
Artikel 36
Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Artikel 37
Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Het signaleren van vermoedens van schendingen
Artikel 38
Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding maken bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
Indien het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de gemeenteraad/OCMW-raad, die dan meteen doorverwijst naar de daartoe aangewezen persoon of instantie om een vooronderzoek te doen.
Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
Artikel 39
Wanneer er na vooronderzoek door de aangewezen instantie een concreet vermoeden bestaat dat een lokale mandataris een regel van de deontologische code heeft overtreden, kan opdracht gegeven worden tot het verrichten van een uitgebreid onderzoek hiernaar.
Het zich uitspreken over schendingen
Artikel 40
Wanneer vaststaat dat er sprake is van overtreding van een regel van de deontologische code, kan dit leiden tot een uitspraak van de gemeenteraad/OCMW-raad over de betreffende mandataris die de schending heeft begaan.
Evalueren van de deontologische code
Artikel 41
Minimaal één keer per legislatuur evalueren de verschillende fracties deze deontologische code door middel van een samenkomst van de werkgroep, zoals huidig reglement oorspronkelijk tot stand gekomen is. Ze bekijken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.
Algemene bepalingen
Artikel 42
De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
Artikel 43
De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
Artikel 44
Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
Artikel 45
Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
Artikel 46
De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.
Informatiebemiddeling
Artikel 47
Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
Artikel 48
De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
Artikel 49
Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
Artikel 50
De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de dienst secretariaat.
Administratieve begeleiding en ondersteuning
Artikel 51
De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
Artikel 52
Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
Artikel 53
De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.
Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten
Bespoedigingstussenkomsten
Artikel 54
Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
Begunstigingstussenkomsten
Artikel 55
Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
Artikel 56
Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
Artikel 57
Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
Artikel 58
De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
Artikel 59
De volgende handelingen worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen:
louter informatieve vragen van algemene of technische aard;
vragen en/of tussenkomsten van uitvoerende mandatarissen in het kader van hun functionele en hiërarchische relaties ten aanzien van de behandelende personeelsleden of diensten.
03 | Financiën (gemeente) - Oprichting gemeenteraadscommissie financiën - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 37 houdende de oprichting van gemeenteraadscommissies;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Overwegende dat de gemeenteraad commissies kan oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden;
Overwegende dat deze commissies deskundigen en belanghebbenden kunnen horen;
Gelet op het 'Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad' goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van heden, meer bepaald artikel 35;
Gelet op de ontvangen ontvankelijke voordrachtakten;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Samenstelling
Gelet op de ontvangen ontvankelijke voordrachtakten, is de samenstelling van de commissie financiën als volgt:
Crommen Stanny, raadslid, namens de fractie VLD-plus
Berx Heidi, raadslid, namens de fractie VLD-plus
Werelds Liesbeth, raadslid, namens de fractie VLD-plus
Boulet Jordi, raadslid, namens de fractie N-VA/Nieuw
Moors Carine, raadslid, namens de fractie Best-Groen
Hex Christiaan, raadslid, namens de fractie Best-Groen
Capiot Alfons, raadslid, namens de fractie WIJ Hoeselt.
Art. 2 - Toevoeging van deskundigen
De volgende ambtenaren worden als deskundigen toegevoegd aan de commissie financiën:
Rouffa Geert, algemeen directeur
Brouns Caroline, financieel directeur
Stulens Anja, adjunct-financieel directeur.
Art. 3 - Voorzitterschap
Ingevolge artikel 37 § 4 van het Decreet Lokaal Bestuur, kunnen de burgemeester of schepenen geen voorzitter zijn van een gemeenteraadscommissie.
Bijgevolg wordt als voorzitter voor de commissie financiën, Werelds Liesbeth, raadslid, aangesteld.
Art. 4 - Wijze van vergaderen
De voorzitter zit de raad voor. De vergadering wordt door de voorzitter geopend en gesloten.
Bij afwezigheid van de voorzitter duidt hij een vervanger aan.
De commissie financiën heeft tot doel advies uit te brengen over de voorstellen welke worden voorgelegd; de besluitvorming zelf blijft zaak van de gemeenteraad.
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de vergadering.
Omdat deze commissie tot taak heeft de besluitvorming in de raad voor te bereiden en de raad te adviseren zal geen gebruik gemaakt worden van stemmingen.
Art. 5 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
04 | Financiën (gemeente) - Samenstelling gemeenschappelijk managementteam - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 179 houdende het managementteam;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Overwegende dat de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, in uitvoering van art. 179 van het Decreet Lokaal Bestuur, een gemeenschappelijk managementteam nodig hebben;
Overwegende dat het decreet bepaalt dat het managementteam minstens bestaat uit de algemeen directeur, de adjunct-algemeendirecteur (indien van toepassing), de financieel directeur en alle andere leden die geen mandataris zijn en waarvan de deelname aan het managementteam nuttig wordt geacht voor het functioneren van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
Overwegende dat de burgemeester, of de door hem aangewezen schepen, met raadgevende stem deel uit maakt van het managementteam;
Overwegende dat het managementteam de coördinatie ondersteunt van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie;
Overwegende dat het managementteam de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, alsook de interne communicatie, bewaakt;
Overwegende dat het managementteam vergadert onder het voorzitterschap van de algemeen directeur;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Het gemeenschappelijk managementteam voor de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zal bestaan uit de algemeen directeur, de financieel directeur en de adjunct-financieel directeur.
Art. 2 - De burgemeester maakt met raadgevende stem deel uit van het gemeenschappelijk managementteam.
Art. 3 - Afschriften van deze beslissing zullen worden overgemaakt aan de aangestelde leden.
Art. 4 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
05 | Omgeving - Verderzetting project 'Intergemeentelijke erosiecoördinator 2020-2023' - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 mei 2009 betreffende de erosiebestrijding waarin wordt gesteld dat een gemeente een subsidie kan ontvangen voor het aanstellen van een erosiecoördinator;
Overwegende dat om aanspraak te kunnen maken op de subsidie voor de begeleiding van het goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan er een aanvraag moet worden ingediend vergezeld van een ontwerpovereenkomst met een dienstverlener, met vermelding van de naam, de standplaats, tijdsbesteding en kennis van de erosiecoördinator;
Overwegende dat bedoeld project voorziet in een tussenkomst en betoelaging van het Vlaamse Gewest aan de gemeente Hoeselt;
Overwegende dat de subsidie van het Vlaamse Gewest voor de begeleiding van de uitvoering van het goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingplan evenredig is met de oppervlakte van het plangebied, en 12,50 EUR per hectare bedraagt;
Gelet op de participatie aan het project "Intergemeentelijke erosiecoördinator" met als trekker de Watering van Sint-Truiden voor de periode van 2012 t.e.m. 2019;
Overwegende dat de Watering van Sint-Truiden verder als dienstverlener kan optreden;
Overwegende dat de Watering van Sint-Truiden een ontwerpovereenkomst heeft opgemaakt voor een samenwerking van 2020 t.e.m. 2023, conform de bepalingen zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 8 mei 2009;
Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen van 8 oktober 2019;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Akkoord te gaan met de verderzetting van het project "Intergemeentelijke erosiecoördinator" om voor de uitvoering van haar gemeentelijk erosiebestrijdingsplan zich te laten ondersteunen door een externe dienstverlener, met name de Watering van Sint-Truiden, die een erosiecoördinator ter beschikking stelt voor een periode van 4 jaar, ingaand vanaf 2020.
Art. 2 - Een aanvraag voor "tweede subsidie erosiecoördinator" wordt ingediend bij het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen in Brussel.
Art. 3 - De opdrachten voor de erosiecoördinator gaan in na goedkeuring van de subsidieaanvraag erosiecoördinator bij het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen, Koning Albert II-laan 20 bus 20 te Brussel.
Art. 4 - De nodige kredieten worden vastgelegd in het meerjarenplan.
Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Geert Rouffa Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Wim Hellinx Heidi Berx Jordi Boulet Liesbeth Werelds Stanny Crommen Wendy Bollen Michel Vanroy Linda Verjans Johan Schoefs Yves Croux Rudi Coenegrachts Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Alfons Capiot Marc Bamps Christiaan Hex Mieke Claesen Serge Voncken Jasper Goffin aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 5 , aantal tegenstanders: 2 Goedgekeurd
06 | Omgeving - Definitieve vaststelling van het onteigeningsbesluit voor de uitvoering van het RUP Recyclagepark - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
I. Preambule
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2018/4 van 26 oktober 2018 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Vlaams Gemeentedecreet;
Gelet op de artikelen 248 tot en met 261 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 betreffende het algemeen bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Bestuursdecreet;
Gelet op het Vlaams Onteigeningsdecreet;
Gelet op de bijgevoegde stukken van het dossier;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, inzonderheid hoofdstuk II, afdeling 1 en afdeling 4 van 1 september 2009 en de latere aanpassingen;
II. De vaststelling van het RUP Recyclagepark en het onteigeningsbesluitvormingsproces voor de start van de bestuurlijke fase conform het Vlaams Onteigeningsdecreet
Gelet op het ruimtelijk structuurplan Provincie Limburg (RSPL), definitief vastgesteld door de provincieraad van de provincie Limburg van 18 september 2002, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 februari 2003 en geactualiseerd bij besluit van de provincieraad van de provincie Limburg van 16 mei 2012 en goedgekeurd bij ministerieel besluit van 23 juli 2012;
Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Limburg op 10 november 2005;
Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Recyclagepark dat werd opgemaakt ter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 14 november 2011 om een RUP Recyclagepark en bijhorend onteigeningsplan op te maken;
Gelet op het schrijven van Limburg.net van 7 december 2011 waarin zij haar akkoord bevestigt om op het door het RUP beoogde perceel een nieuw recyclagepark op te richten conform de bepalingen van haar visienota en het bijhorende spreidingsplan;
Gelet op de voorwaarden die vastgesteld werden op het informeel overleg van 8 februari 2012 met Ruimte Vlaanderen en de provincie Limburg – directie Ruimte – dienst Ruimtelijke Planning en Beleid, waarbij de volgende afspraken werden vastgelegd:
- De inplanting van het nieuwe recyclagepark dient ruimtelijk gezien ingeplant te worden ten noorden van de huidige industriezone, doordat deze locatie overeenstemt met het richtinggevende deel van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan en doordat deze locatie optimaal gelegen is in functie van het doelpubliek;
- De ontsluiting van het nieuwe recyclagepark dient uitsluitend te gebeuren via de Industrielaan. Hiervoor dient er een nieuwe en voldoende uitgeruste ontsluitingsweg aangelegd te worden tussen de Industrielaan en het recyclagepark. Gelet opdat perceel lot 8 van Industriezone III een onbebouwd perceel betreft, aansluitend op de zone waar het recyclagepark zal inplant worden en alle overige percelen reeds bebouwd zijn, biedt de ontsluitingsweg over lot 8 aan te leggen, de enige oplossing door het eenvoudig te verlengen van de bestaande wegenis.
Gelet op het schrijven van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst MER van 19 juli 2013 waarin gesteld wordt dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is;
Gelet op het feit dat deze beslissing van de MERcel werd bekendgemaakt via de gemeentelijke website en via publicatie in drie dagbladen;
Gelet op het schrijven van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, dienst veiligheidsrapportage van 23 juli 2013 waaruit blijkt dat er geen ruimtelijk veiligheidsrapport moet opgemaakt worden;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2013 waarin het ontwerp van RUP “Recyclagepark” voorlopig werd vastgesteld;
Gelet op het onteigeningsplan dat tezelfdertijd door de gemeenteraad voorlopig werd vastgesteld op grond van art. 2.4.4 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
Gelet op art. 2.4.4 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hetgeen bepaalt dat het onteigeningsplan dat ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening tegelijkertijd met het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgemaakt, tegelijk met het ruimtelijk uitvoeringsplan wordt onderworpen aan de procedureregels bepaald voor het opmaken van dat ruimtelijk uitvoeringsplan. Dat bijgevolg het onteigeningsplan op grond van artikel 2.2.15 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moest worden goedgekeurd door de deputatie doch dat de onteigeningsmachtiging aan de gemeente slechts kon worden afgeleverd door de Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, mits instemming van de functioneel bevoegde minister, m.n. de Vlaamse Minister van Ruimtelijke Ordening;
Overwegende dat er een openbaar onderzoek georganiseerd werd van 17 januari 2014 tot 17 maart 2014. Dat tijdens dit openbaar onderzoek 3 bezwaarschriften werden ingediend:
1. Bezwaar mr. Sarah Houben, met kantoor gevestigd te 3530 Houthalen-Helchteren, Ringlaan 18 bus 2, namens de heer Steven Deckers, wonende te 3730 Hoeselt, Leeuwerikstraat 9, verzonden op 17 maart 2014, ontvangen op 18 maart 2014;
2. Bezwaar Monard Law, met kantoor te 3500 Hasselt, Gouverneur Roppesingel 131, namens de firma’s Pauli Beheer nv en Pauli Beton nv, met zetel gevestigd te 3730 Hoeselt, Industrielaan 19, verzonden op 17 maart 2014, ontvangen op 18 maart 2014;
3. Bezwaar Janson Baugniet Advocaten, met kantoor te 1170 Brussel, namens Carrosserie Vanspauwen, met zetel gevestigd te 3730 Hoeselt, Hombroekstraat 28, verzonden op 17 maart 2014, ontvangen op 18 maart 2014.
Gelet op het feit dat tijdens dit openbaar onderzoek 2 adviezen werden verleend, namelijk:
1. Voorwaardelijk gunstig advies van de gewestelijk stedenbouwkundige ambtenaar van Ruimte Vlaanderen, verzonden op 3 september 2015, ontvangen op 4 september 2015;
2. Voorwaardelijk gunstig advies van dienst Ruimtelijke Planning en Beleid van de provincie Limburg, namens de deputatie, verzonden op 28 augustus 2015, ontvangen op 1 september 2015.
Gelet op het ministerieel besluit van 23 mei 2002 waarbij de gemeente Hoeselt vrijstelling verkreeg om een gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (GECORO) op te richten. Dat de taak van de GECORO overgenomen werd door de gewestelijk planologisch ambtenaar van Ruimte Vlaanderen;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de gewestelijk planologisch ambtenaar van Ruimte Vlaanderen van 28 juli 2014 waarin de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren alsook ontvangen adviezen beoordeeld werden;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 28 augustus 2014 waarbij het RUP Recyclagepark definitief vastgesteld werd. Dat het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Recyclagepark op 6 februari 2015 in werking trad;
Gelet op het feit dat op basis van het onteigeningsplan dat aan het RUP Recyclagepark gehecht werd, volgend perceel inmiddels minnelijk verworven werd door de gemeente:
- Perceel met kadastrale omschrijving: Afdeling 1, sectie C, nr. 50 E, grootte 10a 03ca
Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Limburg van 1 oktober 2015 waarbij de voorwaarden en de gunningswijze betreffende de opdracht voor het ontwerpen en opstellen van een PRUP “Prioritair regionaal bedrijventerrein Hoeselt en aanpassing afbakening van het kleinstedelijk gebied Bilzen” te Hoeselt werden vastgesteld alsook het besluit van de deputatie van de provincie Limburg van 27 oktober 2016 houdende de goedkeuring van het voorontwerp van dit PRUP;
Overwegende dat uit de plannen van de deputatie van de provincie Limburg bleek dat het gemeentelijk RUP Recyclagepark overschreven zou worden door dit PRUP “Prioritair regionaal bedrijventerrein Hoeselt en aanpassing afbakening van het kleinstedelijk gebied Bilzen”. Dat de gemeente Hoeselt in de gegeven omstandigheden de beoogde onteigeningen noodgedwongen diende op te schorten daar de gerechtelijke onteigeningsprocedures mogelijk doorkruist zouden worden door dit nieuw PRUP;
Overwegende dat de provincieraad bij besluit van 16 mei 2018 besliste de procedure tot vaststelling van het PRUP “Prioritair regionaal bedrijventerrein Hoeselt en aanpassing afbakening van het kleinstedelijk gebied Bilzen” stop te zetten. Dat de gemeente Hoeselt, als onteigenende instantie, bijgevolg de onteigeningen die beoogd worden door het RUP Recyclagepark wenst te hernemen;
Gelet op het gegeven dat de onteigeningsprocedure zoals aanvankelijk voorgeschreven, inmiddels gewijzigd werd door tussenkomst van het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut. Dat de gemeente er voor geopteerd heeft om de administratieve procedure zoals voorgeschreven door dit nieuwe decreet te doorlopen alvorens de gerechtelijke onteigeningen aan te vatten;
III. Onteigeningsprocedure conform decreet 24 februari 2017
III.1 Voorlopig onteigeningsbesluit van gemeenteraad van 27 juni 2019
Overwegende dat de gemeenteraad op 27 juni 2019 een voorlopig onteigeningsbesluit aannam waarbij zij aangaf op grond van artikel 2.4.3§1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening over te gaan tot onteigening ter verwezenlijking van het bestaande RUP ‘Recyclagepark’.
Gelet op het voorlopig onteigeningsbesluit opgesteld op grond van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recyclagepark’ bestaande uit het besluit zelf, het aangehechte onteigeningsplan alsook de aangehechte projectnota werd voorlopig vastgesteld.
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen gemachtigd werd met het organiseren van een openbaar onderzoek, dat plaats vond van 16 juli 2019 tot en met 14 augustus 2019.
III.2 Openbaar onderzoek - Afwezigheid van verzoek tot zelfrealisatie
Overwegende dat de eigenaars van de onroerende goederen en gekende houders van zakelijke rechten per beveiligde zending van 5 juli 2019 op de hoogte werden gebracht van het openbaar onderzoek en dit conform artikel 18 Vlaams Onteigeningsdecreet.
Overwegende dat het openbaar onderzoek plaatsvond van 16 juli 2019 tot en met 14 augustus 2019. Gedurende deze periode werden het voorlopig onteigeningsbesluit en haar bijlagen conform artikel 20 Vlaams Onteigeningsdecreet ter inzage gelegd in het gemeentehuis, gepubliceerd in een lokaal drukwerk alsook het Belgisch Staatsblad, en was het dossier eveneens raadpleegbaar via de website van de gemeente.
Overwegende dat het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek werd opgesteld bij besluit van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Hoeselt van 3 september 2019. Het proces-verbaal toont aan dat tijdens het openbaar onderzoek volgende twee bezwaren werden ingediend:
1. Bezwaar van de heer Fons Capiot van 14 juli 2019, ontvangen op 15 juli 2019;
2. Bezwaar van kantoor Monard Law namens Pauli Beheer nv en Pauli Beton nv van 12 augustus 2019, ontvangen op 14 augustus 2019.
Overwegende dat naar aanleiding van de bezwaren conform artikel 21 §3 Vlaams Onteigeningsdecreet een verslag van openbaar onderzoek werd opgesteld dat als bijlage aan huidig besluit gehecht wordt.
Overwegende dat binnen dit verslag het bezwaar van de heer Fons Capiot werd afgewezen als onontvankelijk bij gebrek aan belang in de zin van het Vlaams Onteigeningsdecreet en het bezwaar namens Pauli Beheer nv en Pauli Beton nv werd afgewezen als ongegrond.
Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek geen verzoek tot zelfrealisatie werd ingediend.
III.3 Poging tot onderhandelingen
Overwegende dat in het licht van de eerdere besluitvorming waarbij het vorige onteigeningsplan op 19 december 2013 voorlopig, respectievelijk op 28 augustus 2014 werd vastgesteld, reeds besprekingen met de onteigenden plaatsvonden met het oog op de minnelijke verwerving van de percelen.
Overwegende dat de besprekingen met de firma Carrosserie Vanspauwen bvba resulteerden in de minnelijke aankoop van het perceel dat thans kadastraal gekend is als: Afdeling 1, sectie C, nr. 50 E, grootte 10a 03ca.
Overwegende dat voor de overige percelen die voorwerp uitmaken van huidig besluit en in eigendom zijn van de firma Pauli Beheer nv volgende besprekingen plaatsvonden:
- 22 juni 2017: bespreking tussen landmeterskantoor Geotec enerzijds en dhr. Steven Pauli en mevr. Griet Pauli anderzijds m.h.o.o. minnelijke verwerving;
- 27 september 2017: bespreking in gemeentehuis Hoeselt tussen gemeente Hoeselt in aanwezigheid van landmeterskantoor Geotec enerzijds en dhr. Steven Pauli anderzijds m.h.o.o. minnelijke verwerving;
- 29 november 2017: bespreking tussen landmeterskantoor Geotec enerzijds en mr. Koen Geelen namens onteigende anderzijds in advocatenkantoor Monard te Hasselt m.h.o.o. minnelijke verwerving;
- 27 augustus 2018: bespreking in gemeentehuis Hoeselt tussen gemeente Hoeselt in aanwezigheid van landmeterskantoor Geotec enerzijds en mr. Koen Geelen anderzijds m.h.o.o. minnelijke verwerving;
- 18 juni 2019: bespreking in gemeentehuis Hoeselt tussen gemeente Hoeselt in aanwezigheid van landmeterskantoor Geotec enerzijds en dhr. Steven Pauli en mevr. Griet Pauli anderzijds;
- 20 augustus 2019: bespreking in gemeentehuis Hoeselt tussen gemeente Hoeselt in aanwezigheid van mr. Christophe Bodvin enerzijds en mr. Koen Geelen namens onteigende anderzijds m.h.o.o. minnelijke verwerving.
Overwegende dat tot op heden geen akkoord met NV Pauli Beheer kon bereikt worden. Uit het bezwaarschrift van de NV Pauli Beheer en uit de reactie van de NV Pauli Beheer op het schriftelijk aanbod, kan de gemeenteraad ook niet redelijkerwijze afleiden dat er een minnelijke regeling mogelijk is met deze eigenaar.
Overwegende dat bij aangetekend schrijven van 11 september 2019, verzonden op 16 september 2019 namens de gemeente nogmaals een uitnodiging tot onderhandeling werd verzonden aan de eigenaar van de te onteigenen onroerende goederen. Aan deze brief werd een concreet aanbod gehecht. Dit conform het Vlaams Onteigeningsdecreet en bijhorend besluit.
Overwegende dat de gemeente hierop een reactie van (de raadsman van) de NV Pauli Beheer ontving gedateerd op 27 september 2019. Uit deze reactie kan de gemeente niet afleiden dat een minnelijke regeling met die betreffende partij mogelijk is. De raadslieden van de NV Pauli besluiten als volgt: “De conclusie is duidelijk: huidig voorstel moet voor onbestaande gehouden worden. Mijn cliënten zijn bereid om nieuwe onderhandeling aan te knopen maar dan vanuit een meer realistisch vergoedingsperspectief”.
Overwegende dat het antwoord op deze brief als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd. Daarin betoogt de gemeente dat het aanbod helemaal niet als onbestaande kan worden beschouwd en dat er een bereidheid is om verder te onderhandelen. De gemeenteraad heeft van de brief en van het antwoord akte genomen. De gemeente zal bijgevolg nogmaals een poging nemen om te onderhandelen en de percelen minnelijk te verwerven alvorens de gerechtelijke fase van de onteigening aan te vatten. Een ding is in de ogen van de gemeenteraad wel zeker: een akkoord is er op heden niet.
III.4 Definitief onteigeningsbesluit
III.4.1 Omschrijving van de te onteigenen goederen
Overwegende dat de gemeente voor de realisatie van het RUP ‘Recyclagepark’ wenst over te gaan tot de onteigening van de loten 1 en 2 zoals omschreven in onderstaande tabel:
Overwegende dat het onteigeningsplan en bijhorende onteigeningstabel als bijlage aan huidig besluit worden gehecht.
III.4.2 Onteigenende instantie
Overwegende dat de gemeente Hoeselt als onteigenende instantie optreedt.
III.4.3 Rechtsgrond voor de onteigening
Overwegende dat de onteigening plaatsvindt op grond van artikel 2.4.3§1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening aangezien de gemeente overgaat tot de verwezenlijking van het bestaande RUP ‘Recyclagepark’.
Overwegende dat de onteigeningsprocedure wordt doorlopen conform de voorschriften van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut.
III.4.4 Onteigeningsdoel van algemeen nut
Overwegende dat het RUP ‘Recyclagepark’ werd vastgesteld naar aanleiding van de herlocalisatie van het bestaande recyclagepark van de gemeente Hoeselt.
Overwegende dat door de realisatie van het RUP de gemeente in de basisbehoefte van een recyclagepark op het eigen grondgebied voorziet hetgeen aansluit bij het visieplan 010 van de intercommunale Limburg.net.
Overwegende dat de verwezenlijking van een ruimtelijk uitvoeringsplan een vermoeden van algemeen nut genereert. Het lijdt geen twijfel dat de inrichting van een openbaar recyclagepark een doelstelling van algemeen nut betreft.
Overwegende dat wordt verwezen naar de toelichtingsnota bij het betreffende RUP welke nota een bijlage vormt bij dit definitief onteigeningsbesluit. De daarin opgenomen motieven en overwegingen worden (andermaal) eigen gemaakt met huidig besluit. Tevens wordt verwezen naar de besluiten ter definitieve vaststelling respectievelijk goedkeuring van het RUP
Overwegende dat naar aanleiding van de bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek de gemeente benadrukt dat het vroegere recyclagepark van de gemeente Bilzen dat voorheen vlak bij de grens met de gemeente Hoeselt gelegen was, inmiddels verhuisd is naar een nieuwe locatie aan de Kapittelstraat die voor de Hoeseltse bevolking (alsook de bevolking van naburig grenzende dorpen die toebehoren aan andere gemeenten) moeilijker bereikbaar is. Dit gegeven benaarstigt de behoefte van een nieuw hedendaags recyclagepark op het grondgebied van de gemeente Hoeselt.
Overwegende dat de onteigende percelen via een recht van opstal overgedragen zullen worden aan Limburg.net waarna Limburg.net overgaat tot de realisatie, het beheer en de uitbating van het recyclagepark.
III.4.5 Onteigeningsnoodzaak
Overwegende dat het huidige recyclagepark, gelegen aan de Goosstraat is opgenomen in het BPA Blokkenbosch van 3 mei 1991 en volledig wordt omgeven door een natuurgebied. Volgens de overdruk van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Afbakening van de gebieden van natuurlijke en agrarische structuur’, van 16 mei 2008 wordt naast de bestemming van natuurgebied, dit naastliggende gebied ook beschouwd als een Grote Eenheid Natuur (GEN) volgens het decreet Natuurbehoud en is het in die zin een onderdeel van het Vlaamse Ecologische Netwerk (VEN). Het plangebied is ook opgenomen in het deelplan ‘Omzetting BPA Blokkenbosch naar natuurgebied’ binnen het RUP Recyclagepark.
Overwegende dat de maximale capaciteit van het bestaande recyclagepark reeds is bereikt. Een uitbreiding van het recyclagepark op de bestaande locatie is uitgesloten volgens het BPA Blokkenbosch. De zone is ook niet landschappelijk ingekleed en er is geen buffer voorzien naar het naastliggende natuurgebied.
Overwegende dat de gemeente in deze context benadrukt dat de omzetting van het BPA Blokkenbosch naar natuurgebied kaderde in een globale visie van de gemeente waarbij het huidige containerpark zou verdwijnen en de vrijgekomen zone herbestemd werd zodat de bestemming van het BPA Blokkenbosch kon worden afgestemd op deze van het Gewestelijk RUP “Landbouw, Natuur- en Bosgebieden Winterbeek – Sint-Huibrechtshern, Schalkhoven en Romershoven” waardoor de strook natuurgebied ten zuiden van de Goosstraat doorgetrokken wordt over het oude containerpark heen, tot en met de uitgesloten delen van het BPA “Blokkenbosch”.
De eigenlijke aanleiding tot de vaststelling van het RUP “Recyclagepark” vormde met andere woorden niet de zonevreemdheid van het huidige containerpark doch wel het gebrek aan mogelijkheden tot noodzakelijke uitbreiding van het huidige containerpark omwille van de omliggende gebiedsbestemmingen. Dit neemt niet weg dat het huidige containerpark momenteel zonevreemd is en het na het verstrijken van de huidige omgevingsvergunning niet langer op huidige locatie uitgebaat zal kunnen worden. Voor het bestaande recyclagepark aan de Goosstraat werd op 22 mei 2018 een omgevingsvergunning afgeleverd voor een beperkte termijn van 5 jaar mits naleving van een aantal opgelegde voorwaarden. De gemeente Hoeselt dient met andere woorden uiterlijk 22 mei 2023 over een nieuw recyclagepark te beschikken. Onverminderd deze zonevreemdheid had het bestaande containerpark hoe dan ook moeten verhuizen.
Overwegende dat het bestaande recyclagepark slecht is gelegen hetgeen op piekmomenten voor verkeersoverlast op de Goosstraat ter hoogte van de toegang tot het recyclagepark zorgt.
Overwegende dat na de oprichting van de intercommunale Limburg.net, de gemeente Hoeselt een onderlinge samenwerkingsovereenkomst afsloot met Limburg.net. In het kader van de eenmaking en herstructurering van 44 naar 30 recyclageparken zoals voorzien in de visieplan 010 werd er gezocht naar een nieuwe locatie van een recyclagepark binnen de gemeente Hoeselt. Een uitbreiding van het bestaande recyclagepark blijkt om hoger vermelde redenen namelijk niet mogelijk.
Overwegende dat de meest optimale ligging de zone aansluitend op de bestaande industriezone bleek te zijn. Hiertoe kan verwezen worden naar het alternatievenonderzoek dat in het kader van de MER-screening gevoerd werd:
"Voor dit plan zijn een aantal locatiealternatieven mogelijk. Naast het voorkeursalternatief aan de Leeuwerikstraat is dat in de eerste plaats het nulalternatief. Dat houdt in dat er geen RUP Recyclagepark wordt opgemaakt en het bestaande recyclagepark aan de Goosstraat wordt behouden.
Gelet op andere mogelijke locatiealternatieven die het GRSP naar voor schoof op basis van voormelde criteria:
- Een zone bij de technische dienst in de Winterbeekstraat – ten zuiden van Hoeselt centrum gelegen
- In het westen aansluitend aan het bedrijventerrein langs de Oude Nederbaan – deze locatie is vergelijkbaar met de gekozen locatie
- In onderlinge afspraak met de gemeente Bilzen (omwille van een mogelijk grensoverschrijdende problematiek) een locatie tussen beide centrums. De meest geschikte locatie is in dit geval ook het industrieterrein van Hoeselt omdat dat zowel dichtbij het centrum van Hoeselt als dat van Bilzen ligt en goed bereikbaar is vanuit verschillende kerkdorpen van Bilzen (Rijkhoven, Martenslinde, Kleine en Grote Spouwen). Ook deze locatie is vergelijkbaar met de gekozen locatie aan tussen Industriezone en Waterbuffer in het noorden van het industrieterrein.
Overwegende dat van deze mogelijke alternatieven in de effectbespreking 1 de zone langs de Winterbeekstraat, op een perceel gelegen naast de Technische Dienst Hoeselt, wordt meegenomen. De overige locatiealternatieven worden niet besproken in de alternatievenafweging omwille van volgende redenen:
1) Ongebruikt perceel industriegebied langs de Oude Nederbaan: dit locatiealternatief ligt op een boogscheut van het plangebied en is ermee vergelijkbaar wat betreft huidig gebruik (akker), ligging t.o.v. woongebieden en groengebieden. Er kan aangenomen worden dat de effecten van dit alternatief vergelijkbaar zullen zijn met de effecten van het voorgenomen plan.
2) Gezamenlijk recyclagepark Bilzen en Hoeselt op strategisch gekozen plaats: voor een dergelijke locatie komt het industrieterrein Bilzen – Hoeselt eveneens in aanmerking zodat ook voor dit locatiealternatief de effecten weinig zullen verschillen van de effecten van het voorkeursalternatief.”
Overwegende dat de huidige locatie die door de onteigening beoogd wordt, definitief werd vastgelegd bij de inwerkingtreding van het RUP ‘Recyclagepark’. Zij biedt het minste hinder naar omwonenden, een centrale ligging conform het spreidingsplan van Limburg.net en de beste mogelijkheden tot ontsluiting zonder het creëren van verkeersgevaarlijke situaties. Dit gegeven kwam bij de opmaak van het onderliggende RUP ‘Recyclagepark’ ook tot uiting binnen het overleg dat plaatsvond met zowel Ruimte Vlaanderen als de directie Ruimte en dienst Ruimtelijke planning en Beleid van de provincie Limburg.
Overwegende dat een gezamenlijk recyclagepark voor de gemeenten Bilzen en Hoeselt geen alternatief vormt aangezien de stad Bilzen i.s.m. Limburg.net zelf een nieuw recyclagepark realiseerde aan de Kapitelstraat te Bilzen. Deze locatie is niet optimaal bereikbaar voor de Hoeseltse bevolking.
Overwegende dat de ontwikkeling van het recyclagepark gepaard zal gaan met de aanleg van infrastructuur, wegenis, nutsvoorzieningen, e.d.m. Bovendien zal de uitbating en beheer van het recyclagepark door de gemeente Hoeselt overgedragen worden aan Limburg.net. De realisatievoorwaarden worden omschreven in de projectnota die als bijlage aan huidig besluit gehecht wordt.
Overwegende dat bij besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2019 reeds beslist werd om de ruimte voorzien voor het recyclagepark via een recht van opstal over te dragen aan Limburg.net, zoals aangegeven in de projectnota. Vervolgens zal Limburg.net instaan voor de realisatie, het beheer en de uitbating van het recyclagepark.
Overwegende dat in het licht van de onteigeningsnoodzaak tot slot dient benadrukt te worden dat er geen verzoek tot zelfrealisatie werd ingediend. Ook is er op heden geen minnelijke regeling. Dit belet niet dat ook na het definitief onteigeningbesluit kan worden onderhandeld. De gemeente zal daartoe een poging ondernemen.
III.4.6 Bijlagen
Overwegende dat aan huidig onteigeningsbesluit volgende bijlagen gehecht worden:
- Het onteigeningsplan conform artikel 11 Vlaams Onteigeningsdecreet;
- De projectnota conform artikel 12 Vlaams Onteigeningsdecreet, en;
- Het verslag van het openbaar onderzoek met de behandeling van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die geuit zijn tijdens het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 21§3 Vlaams Onteigeningsdecreet.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Besluit,
12 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
2 stemmen tegen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt) en Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt).
5 onthoudingen: Serge Voncken (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen) en Jasper Goffin (Best-Groen).
Art. 1 - De gemeente Hoeselt gaat op grond van artikel 2.4.3§1 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening over tot onteigening ter verwezenlijking van het bestaande RUP ‘Recyclagepark’.
Art. 2 - Het onteigeningsbesluit opgesteld op grond van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Recyclagepark’ bestaande uit huidig besluit, het aangehechte onteigeningsplan, het aangehechte verslag van openbaar onderzoek en de aangehechte projectnota, wordt goedgekeurd.
Het aangehechte onteigeningsplan vervangt het onteigeningsplan zoals gehecht aan het gemeenteraadsbesluit van 28 augustus 2014 houdende de definitieve vaststelling ontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Recyclagepark. Het voormalige onteigeningsplan zoals gehecht aan het gemeenteraadsbesluit van 28 augustus 2014 houdende de definitieve vaststelling ontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Recyclagepark, wordt opgeheven.
Art. 3 - De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan de motivatie ter verantwoording van het openbaar nut en de noodzaak van onteigening zoals opgenomen in huidig besluit.
Art. 4 - De onteigenende instantie voor de te verwerven innemingen op de goedgekeurde onteigeningsplannen is de gemeente Hoeselt.
Art. 5 - Een afschrift van dit definitieve onteigeningsbesluit en haar bijlagen zal binnen een termijn van 15 werkdagen na de vaststelling door de gemeenteraad per beveiligde zending verzonden worden aan de te onteigenen partijen.
Art. 6 - Een uittreksel van dit definitieve onteigeningsbesluit zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7 - Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Geert Rouffa Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Heidi Berx Linda Verjans Liesbeth Werelds Jordi Boulet Yves Croux Wendy Bollen Johan Schoefs Werner Raskin Wim Hellinx Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Stanny Crommen Mieke Claesen Alfons Capiot Marc Bamps Jasper Goffin Serge Voncken Eddy Vandecaetsbeek Christiaan Hex aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 7 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
07 | Omgeving - Convenant 2020 tussen de gemeente Hoeselt en Limburg.net inzake afvalbeheer, -verwijdering en -verwerking - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;
Gelet op de statuten van Limburg.net;
Gelet dat Limburg.net ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van Limburg.net;
Gelet op de convenant 2015 tussen de gemeente Hoeselt en Limburg.net waarbij Limburg.net gemachtigd werd tot inning van het kohierbelastingreglement cfr. artikel 26 van het Materialendecreet; het convenant omvat eveneens afspraken inzake geldstromen en taken van de gemeente en van Limburg.net;
Gelet op het feit dat in de navolgende convenanten met Limburg.net het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen telkens integraal werd opgenomen en goedgekeurd;
Gelet op het feit dat het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor 2020 dient te worden goedgekeurd;
Gelet op voorgaande is het aangewezen de convenant met Limburg.net voor 2020 met daarin opgenomen het belastingreglement 2020 te laten goedkeuren;
Besluit,
12 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
7 onthoudingen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt), Serge Voncken (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen), Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt) en Jasper Goffin (Best-Groen).
Art. 1 - De gemeente Hoeselt is akkoord met de ondertekening van de convenant 2020 tussen:
De gemeente HOESELT, waarvoor optreedt het college van burgemeester en schepenen, met zetel te Hoeselt, Dorpsstraat 17, vertegenwoordigd door Werner Raskin, burgemeester en Geert Rouffa, algemeen directeur;
hierna aangeduid als de GEMEENTE
en:
Limburg.net OV, opdrachthoudende vereniging waarvan de zetel gevestigd is te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel 32, en ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712, vertegenwoordigd door Walter Cremers, voorzitter en Raf Truyens, ondervoorzitter;
hierna aangeduid als LIMBURG.NET
samen de “partijen” genoemd;
Art. 2 - De convenant omvat als volgt:
wordt overeengekomen hetgeen volgt:
TITEL 1 - DOEL
Art. 1 - Doel
De GEMEENTE heeft als vennoot aan de intergemeentelijke vereniging LIMBURG.NET de opdracht toevertrouwd om in te staan voor de uitvoering van de beslissingen inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking met uitsluiting van de bevoegdheid tot vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen.
In de intergemeentelijke vereniging LIMBURG.NET is er toe besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van LIMBURG.NET. Dit gebeurt via een uniform stelsel van enerzijds heffingen voor deze ophaling en verwerking met inbegrip van een stelsel dat de inning van deze heffingen centraliseert bij LIMBURG.NET en, anderzijds, een reglement tot vergoeding voor de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen voor de recyclageparken die LIMBURG.NET beheert, met inbegrip van de betaling van de vergoeding.
In deze convenant willen de partijen deze optimalisatie operationeel maken voor de GEMEENTE en daaromtrent de nodige afspraken vastleggen. Dit gebeurt door het engagement om een in deze convenant vastgelegde tekst van belastingsreglement voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen aan de gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen. De GEMEENTE zal ook zo nauw mogelijk aansluiten bij de door LIMBURG.NET voorgestelde belastingen voor het recyclageparkpark. Tenslotte worden nog enkele begeleidende afspraken gemaakt.
TITEL 2 - REGLEMENT VAN DE BELASTING
Art. 2 - Reglement van de belasting
De GEMEENTE verbindt er zich toe om het ontwerp van ‘Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen’ zoals het hierna wordt voorgesteld, ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Na de goedkeuring ervan door de gemeenteraad zal de GEMEENTE toezien op de uitvoering en de naleving ervan.
De tekst van het ontwerp is de volgende:
Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen
Hoofdstuk 1 - Algemene begrippen van de belasting
Art. 1 - Algemene bepalingen
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn van 1 jaar, eindigend op 31 december 2020, wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.
Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:
-Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.
-Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door LIMBURG.NET van de huishoudelijke afvalstoffen aan huis of op de containerparken, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.
Art. 2 - Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied.
In alle gemeenten in het bedieningsgebied van LIMBURG.NET waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door LIMBURG.NET uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.
Dit houdt in:
-dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.
-dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.
Art. 3 - Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1.Huishoudelijke afvalstoffen.
De afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
2.Huisvuil.
Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.
3.LIMBURG.NET.
De opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.
LIMBURG.NET heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. LIMBURG.NET treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.
Limburg.net wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.
4.Het bedieningsgebied.
Het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan LIMBURG.NET hebben overgedragen.
5.Afvalreglement.
De gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.
6.Gezin.
Voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:
-hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid
-hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven
-hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijkregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden).
Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.
7.Onderneming.
Elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.
8.Ophaalpunt.
Elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van LIMBURG.NET huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.
9.Basisdienst.
Het geheel van diensten verleend door LIMBURG.NET waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven huisvuilcontainer: de huis-aan-huisinzameling op de reguliere tijdstippen en in maximaal 12 ophaalbeurten per jaar en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil in inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
1 persoonsgezin: 60 kg huisvuil
2 persoonsgezin: 120 kg huisvuil
3 persoonsgezin: 150 kg huisvuil
4 persoonsgezin en meer: 180 kg huisvuil.
Er kan per gezin maximum 60 kg huisvuil worden overgedragen naar het volgend jaar, op voorwaarde dat er minimaal 1 ophaalbeurt van het huisvuil heeft plaats gevonden.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak: de huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 2 rollen kleine zakken (of equivalent)
2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent)
3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 2 rollen grote zakken + 1 rol kleine zakken (of equivalent)
4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 3 rollen grote zakken (of equivalent).
De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekening houdend met de openingsdata van de verdeelpunten.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een ondergrondse container van Limburg.net: de beschikking per gezin over standaard één pas die toegang geeft tot de ondergrondse huisvuilcontainer. De toegangspas is uitgerust met een gegevenschip, die gebruikt wordt voor de registratie van DIFTAR-gegevens vermeld in art. 3 - 10. De gegevens worden gelezen bij het openen van de trommel.
Per gezin is een jaarlijks quotum huisvuil inbegrepen om in de ondergrondse container te deponeren, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 20 openingen van de trommel
2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 40 openingen van de trommel
3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 50 openingen van de trommel
4 persoonsgezin: 1320 liter, zijnde 60 openingen van de trommel
Overdracht van resterende kilo's naar het jaar nadien kan maar gebeuren indien minimum 1 lediging in het dienstjaar is uitgevoerd en is geplafonneerd tot maximum 20 openingen.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een gezamelijke container van Limburg.net met een gesolidariseerd quotum (van toepassing in een wooncomplex met 8 wooneenheden of meer):
-de toegang tot een of meerdere containers waarnaar het jaarlijks quotum huisvuil (uitgedrukt in kilogram zoals hierboven omschreven) van meerdere gezinnen zijn omgezet.
-het jaarlijks recht van de gezamelijke container is de som van alle rechten waarop elk afzonderlijk gezin recht heeft volgens de gezinstoestand van 1 januari.
Overdracht van resterende kilo's is enkel mogelijk indien er in het dienstjaar minimum één lediging heeft plaatsgevonden en geplafoneerd op een maximum van 60 kg.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het groente, fruit en tuinafval (gft):
wanneer het gft aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven gft container: de beschikking per gezin over standaard één gft container.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:
De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor de registratie van de DIFTAR-gegevens vermeld in Artikel 3 - 10°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.
De basisdienst omvat voor het aan huis ophalen op afroep:
De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.
De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door LIMBURG.NET beheerde inzamelpunten:
Voor de straat- of wijkcontainers: het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geëigende straat- of wijkcontainers.
De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar het door de gemeente Hoeselt beheerde recyclagepark: de toegang tot het gemeentelijke recyclagepark.
Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het gemeentelijk recyclagepark, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen. In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het recyclagepark enkel de fracties begrepen die kunnen aangeboden worden aan 0,00 EUR of de fracties die onder de vastgelegde quota liggen:
FractiesTarief/m³
Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton,0,00 EUR/m³
glas (vlak/hol), pmd (of p+md, zodra van toepassing), kga, aeea,
verlichtingstoestellen, autobanden,
gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voorwerpen in kurk,
herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.
EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)
Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)
Afbraakhout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd
Zuiver bouwpuin
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Tuinafval en snoeihout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.
AsbestGratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Gemengd bouwpuin 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
Grof vuil:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
De pmd-fractie (of p+md, zodra van toepassing) wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.
De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.
10.CARDS.
De databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:
-de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in Artikel 4.
-Indien van toepassing, de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.
-alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement.
-de rekenstaat van het gezin of de onderneming.
-Indien van toepassing, de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaalpunt van het gezin of de onderneming.
-Indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).
11.Referentiepersoon.
De meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld.
-als de registratie gebeurt voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.
-als de registratie gebeurt voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.
12.Rekenstaat.
De rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:
-de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting
-de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen, indien van toepassing.
De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het quotum en/of het voorschot is van het gezin of de onderneming.
Art. 4 - Bepalingen inzake de CARDS-databank
Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de LIMBURG.NET CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert LIMBURG.NET de registratie uit op basis van de gegevens in het rijksregister of vreemdelingenregister.
Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.
Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.
In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:
-het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.
Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.
Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan LIMBURG.NET sluit LIMBURG.NET de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. LIMBURG.NET vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen of door betaling van het onbestede voorschot op het rekeningnummer van de referentiepersoon, indien van toepassing. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten.
Art. 5 - Het ter beschikking stellen van gft-containers
De containers te gebruiken als recipiënt voor gft-afval worden ter beschikking gesteld op basis van volgende bepalingen:
-het aantal containers wordt vastgesteld naar verhouding van één container van 120 liter per gezin of ophaalpunt
-uitzonderlijk kan een container van 120 liter vervangen worden door een container van 40 liter, op verzoek van de referentiepersoon van een gezin dat een pand bewoont waarin door bijzondere omstandigheden het gebruik van een container van 120 liter moeilijk of onmogelijk is.
De containers zijn verbonden aan het ophaalpunt. In geval van verhuis moeten de afvalcontainers in goede en gereinigde staat in een overdekt lokaal aan het ophaalpunt achtergelaten worden.
Art. 6 - Het ter beschikking stellen van (gezamelijke) huisvuilcontainers
Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipiënten voorzien:
-aan wooncomplexen vanaf acht woongelegenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum geplaatst.
Indien gewenst kan een hangslot worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van 36,25 EUR per slot.
Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.
Hoofdstuk 2 - De kohierbelasting
Art. 7 - Algemene beginselen
De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET. LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.
Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek, van toepassing op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting, voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Art. 8 - De belastingplichtige
De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft.
De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.
Art. 9 - Het bedrag van de kohierbelasting
Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari:
123,85 EUR voor een eenpersoonsgezin
136,35 EUR voor een tweepersoonsgezin
142,60 EUR voor een driepersoonsgezin
148,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.
In dit bedrag voorziet de gemeente een tussenkomst van 50,00 EUR zodat de aangerekende bedragen gelijk zijn aan:
73,85 EUR voor een eenpersoonsgezin
86,35 EUR voor een tweepersoonsgezin
92,60 EUR voor een driepersoonsgezin
98,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.
Art. 10 - Niet van toepassing
Art. 11 - Sancties bij niet-betaling
Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 12 - Ondeelbaarheid
De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.
Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:
-Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.
Daarbij zal gelden:
-dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de niet afgehaalde volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum uitgedrukt in kilogram.
-dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.
-Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen naar een andere vestigingsplaats blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.
-De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van het gezin.
Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet meer van toepassing.
Art. 13 - De inkohiering en de inning
De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door LIMBURG.NET.
Art. 14 - De mogelijkheid tot bezwaar
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.
Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.
Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.
Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk LIMBURG.NET via de CARDS databank.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Art. 15 - Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft
Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.
Hoofdstuk 3 - De contantbelasting
Afdeling I - Beginselen
Art. 16 - Algemene beginselen
In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door LIMBURG.NET, op het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijke recyclagepark of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.
De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:
-De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.
-Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
-De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd (of p+md, van zodra van toepassing) wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.
-Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van LIMBURG.NET, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.
-De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.
-Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.
Art. 17 - Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting
Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:
-in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling):
-huisvuil (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval);
-pmd (of p+md, van zodra van toepassing);
-gft en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.
-in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):
-grofvuil;
-in te zamelen volgens de brengmethode (naar het containerpark):
-alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: Papier/karton, glas (vlak + hol),pmd (of p+md, van zodra van toepassing), kga, aeea, autobanden, gemengde kunststoffen, harde plastic ….
-asbest
-tuinafval, zuiver bouwpuin en afbraakhout
-gemengd bouwpuin
-grofvuil, roofing
-EPS wit (verpakkingspiepschuim)
Afdeling II - De bedragen van de contantbelasting
Art. 18 - De bedragen voor de aan huis inzameling
Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:
-Contantbelasting huisvuil:
-1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: 12,50 EUR per rol
-1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk: 6,25 EUR per rol.
-Indien gebruik gemaakt wordt van specifieke inzamelsystemen:
Type containerAfvalsoortEUR/aanbiedingEUR/KG
Container met gezamelijk quotumhuisvuil0,00 EUR0,18 EUR
(tarief van toepassing van zodra quotumkilo's opgebruikt zijn)
-Contantbelasting groente-fruit en tuinafval (gft):
Het gft wordt opgehaald door middel van een groene container die niet is uitgerust met een chip.
De contantbelasting bedraagt:
-120 liter container: sticker van 40,00 EUR per jaar
-40 liter container: sticker van 15,00 EUR per jaar.
-Contantbelasting pmd (of p+md, van zodra van toepassing), textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal.
De contantbelasting bedraagt:
FRACTIEEENHEIDCONTANTBELASTING
Pmd (of p+md, van zodra1 rol van 20 zakken van 60 L 3,00 EUR per rol
van toepassing)1 rol van 10 zakken van 120 L (enkel voor3,00 EUR per rol
scholen & verenigingen)
textiel- en lederwaren0,00 EUR
papier en karton0,00 EUR
hol glas0,00 EUR
metaal0,00 EUR
-Contantbelasting papieren zak voor gft container:
-papieren zak voor gft container van 120 liter (grote gft container): 0,50 EUR / papieren zak
(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 2,50 EUR per pakket)
-papieren zak voor gft container van 40 liter (kleine gft container): 0,20 EUR / papieren zak
(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 1,00 EUR per pakket).
Art. 19 - De bedragen voor de inzameling op afroep
Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op 20,00 EUR per ophaalbeurt. Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard.
Art. 20 - De bedragen van toepassing op het recyclagepark
FractiesTarief/m³
Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton,0,00 EUR/m³
glas (vlak/hol), pmd (of p+md, van zodra van toepassing), kga, aeea,
verlichtingstoestellen, autobanden,
gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voorwerpen in kurk,
herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.
EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)
Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)
Afbraakhout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd
Zuiver bouwpuin
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Tuinafval en snoeihout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.
AsbestGratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Gemengd bouwpuin 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
Grof vuil:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
De pmd-fractie (of p+md, zodra van toepassing) wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.
Afdeling III - De heffing
Art. 21 - De heffing van de contantbelasting
Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.
Wanneer het afval voor ophaling wordt aangeboden in een gft-container met sticker dan is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik van het ledigen van de container. De gft-sticker moet jaarlijks vernieuwd worden.
Wanneer het grofvuil op afroep wordt opgehaald zonder sticker is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat LIMBURG.NET de lijst definitief opstelt van de ophaalronde waarin het betrokken ophaalpunt wordt aangedaan.
Wanneer de afvalstoffen op het recyclagepark worden afgeleverd zal de parkwachter een schatting maken van de aangebrachte hoeveelheid afval en de overeenstemmende contantbelasting berekenen. Het verschuldigde bedrag moet ter plaatse betaald worden tegen afgifte van een kwitantie, afgeleverd door de toezichthoudende parkwachter.
De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het recyclagepark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende contantbelasting.
Art. 22 - Belastingplichtige
Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.
Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.
Art. 23 - Voorschotaanrekening
§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wijze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.
De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.
De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.
De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.
De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst.
De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.
De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van de verantwoordelijke (syndicus) van een wooncomplex met gesolidariseerd quotum in de CARDS-databank.
Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.
§ 2 Voor elk gezin/onderneming/wooncomplex met gesolidariseerd quotum, wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:
-per gezamelijke container 1.100/770 liter: 180,00 EUR
§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:
-een container van 1.100/770 liter: 40,00 EUR
Wanneer het gezin, de onderneming of een wooncomplex meerdere containers ter beschikking heeft is het drempelbedrag de optelsom van alle containers die het gezin of de onderneming ter beschikking heeft.
Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.
§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.
§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:
-een container van 1.100 /770 liter: 20,00 EUR
Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:
-de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker
-indien op het containerpark automatisch afgerekend wordt, de datum van het bezoek, met vermelding van de aangeboden fracties boven de quota
§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot.
§ 7 Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingplichtige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.
Art. 24 - Overzicht van de stand van de rekenstaat
Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark of voor de huis-aan-huisinzameling aangerekende contantbelasting (via containers aan huis of via een ondergronds inzamelsysteem).
Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum worden de betalingsuitnodigingen voor de huis-aan-huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARD geregistreerd werd (bv. een syndicus).
De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.
Afdeling IV - Diverse bepalingen inzake de contantbelasting
Art. 25 - Sociale correcties
In volgende gevallen worden extra huisvuilzakken ter beschikking gesteld:
§1Personen met incontinentie, stomapatiënten of patiënten die thuis nierdialyse doen of gezinnen die deze personen verzorgen, kunnen gratis huisvuilzakken bekomen onder volgende voorwaarden:
-de patiënt moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente Hoeselt en hier ook effectief verblijven;
-de patiënt mag niet verblijven in een rust- of verzorgingstehuis;
-de zakken worden per jaar toegewezen;
-de patiënt moet een medisch attest kunnen voorleggen.
Indien aan de voorwaarden is voldaan, kunnen gratis huisvuilzakken afgehaald worden op de dienst omgeving a rato van volgende hoeveelheden: 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l gratis per jaar.
§2Onthaalmoeders, aangesloten bij de Landelijke Kinderopvang VZW en werkzaam op het grondgebied van de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.
De erkende kinderdagverblijven gevestigd in de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks per 10 kinderen gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.
Art. 26 - De verkoop van afvalzakken
De afvalzakken waarvoor een contantbelasting verschuldigd is kunnen aangekocht worden op het gemeentehuis of op andere door de gemeente en/of door LIMBURG.NET gecommuniceerde plaatsen.
LIMBURG.NET wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.
Art. 27 - Beschadiging of verlies van afvalcontainers
Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van een geleverde container wordt voor de vervanging volgende contantbelasting aangerekend:
-container 120 liter: 50,00 EUR
-container 40 liter: 50,00 EUR.
-gezamelijke container met gegevenschip (1.100 liter of 770 liter): 235,50 EUR
Art. 28 - De inning
De voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen kunnen in naam en voor rekening van de gemeente geïnd worden door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De inning van de contantbelasting door LIMBURG.NET verloopt volgens de verdere bepalingen.
Art. 29 - De mogelijkheid tot bezwaar
De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.
Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.
Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan LIMBURG.NET.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan LIMBURG.NET.
Art. 30 - Omzetting in een kohierbelasting
Ingeval van niet betaling van een contantbelasting wordt het negatief saldo van contantbelasting(en) conform artikel 4,§7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.
Art. 31 - Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft
De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2020.
Hoofdstuk 4 - De wijze waarop LIMBURG.NET de gereglementeerde belastingen int
Art. 32 - De aanrekening van de belastingen
LIMBURG.NET is verantwoordelijk en staat in voor:
-de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;
-het correct bijhouden van de rekenstaten;
-de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.
Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:
-De belastingen worden aan de belastingplichtige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft (indien van toepassing). Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.
-De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingplichtige (indien van toepassing). De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingplichtige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.
Art. 33 - De vermeldingen op de betaaldocumenten
§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.
§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:
‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’
De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. Klachten of bezwaren moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het kohiernummer en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.
‘Herinnering’
Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief de belastingplichtige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.
‘Aangetekende herinneringsbrief’
Wanneer de aangerekende belasting niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting met inbegrip van de kostprijs van de aangetekende zending niet te betwisten en zullen de belasting en de inningskosten met een dwangbevel ingevorderd worden.
§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingplichtige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:
‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’
Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. Klachten of bezwaren omtrent de aangerekende belastingen moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.
‘Herinnering’
Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail de belastingplichtige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.
‘Aangetekende herinneringsbrief’
Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting en de toeslagen niet te betwisten en zullen het negatief saldo en de kostprijs van de aangetekende zending met een dwangbevel ingevorderd worden.
Art. 34 - Herinneringen
§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.
Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt LIMBURG. een aangetekende herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.
Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.
LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.
§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een nieuwe bijkomende betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.
Indien na de termijn van de herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief met een bijkomende betaaltermijn van 31 dagen. Deze aangetekende herinneringsbrief vermeldt uitdrukkelijk dat elke dienstverlening of toegang inzake de inzameling van huishoudelijk afval geschorst of stopgezet kan worden zonder dat dit enig recht geeft op schadevergoeding.
Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.
LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.
Art. 35 - De kostenaanrekening van de aangetekende herinneringsbrief en dwangbevelen
De portkosten van de aangetekende herinneringsbrief en de kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.
De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.
Art. 36 - De betaling
De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument. De betalingen worden ingeval van openstaande kosten, ingevolge het verzenden van een aangetekende herinneringsbrief, eerst op de kosten aangerekend.
Bij afwezigheid van een correcte referte tracht LIMBURG.NET op basis van de identiteit of het bedrag te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.
Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting, vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten (indien van toepassing). Een eventuele rest wordt op de rekenstaat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.
Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.
Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.
Art. 37 - De aanrekening van intresten
De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting (indien van toepassing) kunnen aangerekend worden vanaf de datum van de eerste aangetekende herinneringsbrief tot de datum van daadwerkelijke betaling.
Art. 38 - Uitzondering op de inningsbevoegdheid
§ 1 Van zodra LIMBURG.NET of door de gemeente of door de belastingplichtige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingplichtige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen én de belastingplichtige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt LIMBURG.NET het inningsdossier van de belastingplichtige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.
§ 2 De belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarden van §1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente LIMBURG.NET onverwijld in kennis van die beslissing. LIMBURG.NET draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.
Hoofdstuk 5 - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 39 - Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.
Art. 40 - Opheffing
Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud.
Art. 41 - Bekendmaking
Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:
-LIMBURG.NET;
-De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
-Het Departement LNE, Afdeling Milieu-inspectie en/of de Vlaamse Minister van Leefmilieu;
-de technische dienst (milieudienst, verantwoordelijke recyclagepark).
TITEL 3 - TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE PARTIJEN
Art. 3 - Taken en verantwoordelijkheden van de gemeente
§ 1. De GEMEENTE verbindt zich ertoe om tijdens de duur van deze overeenkomst jaarlijks het ontwerp van Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen, zoals in dit convenant opgenomen, ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen en de goedkeuring na te streven.
De goedkeuring vindt plaats uiterlijk op de gemeenteraad van de maand november, voorafgaandelijk aan het jaar wanneer LIMBURG.NET de belastingen moet innen.
Na de goedkeuring van het belastingreglement door de gemeenteraad, zal de GEMEENTE toezien op de uitvoering en de naleving ervan.
§ 2. Ingevolge het goedgekeurde belastingreglement, legt de GEMEENTE jaarlijks de kohierbelasting vast op basis van de kostenberekening door LIMBURG.NET.
De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De gemeentelijke financieel beheerder maakt het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET.
§ 3. De GEMEENTE staat in voor het toezicht, zoals voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Ook de controle of het onderzoek en het verrichten van vaststellingen gebeurt conform het decreet van 30 mei 2008.
§ 4. LIMBURG.NET en de GEMEENTE leggen in onderling overleg de verzenddatum van de aanslagbiljetten vast waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbare capaciteit en praktische organisatie binnen LIMBURG.NET. § 5. Ingevolge het goedgekeurde belastingreglement, staat het college van burgemeester en schepenen in voor de ontvangst en behandeling van bezwaarschriften tegen een aanslag voor een kohierbelasting, een betalingsuitnodiging voor een contantbelasting, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete, conform het vastgestelde belastingreglement.
§ 5. De GEMEENTE draagt zorg voor de (digitale) archivering van de schriftelijke inningshandelingen en bestuursdocumenten die onder haar taken en verantwoordelijkheden ressorteren.
Het origineel en uitvoerbaar verklaard kohier wordt hoe dan ook fysiek gearchiveerd.
§ 6. De GEMEENTE neemt het individueel inningsdossier terug over van LIMBURG.NET en handelt het verder af conform de bepalingen van het belastingreglement, in volgende gevallen:
-de belastingplichtige dient een bezwaarschrift in;
-de belastingplichtige dient een aanvraag in tot het bekomen van een afbetalingsplan dat door de gemeente wordt goedgekeurd;
-de belastingplichtige verhuist naar een gemeente waarvan de gegevens niet in de CARDS databank zitten of de belastingplichtige verhuist buiten het bedieningsgebied van LIMBURG.NET;
-enig ander geval waarbij een vraag tot rechtzetting wordt ingediend door de belastingplichtige en waarbij de gemeente enig onderzoek moet verrichten zoals bedoeld in het decreet dd. 5 mei 2008.
§ 7. Op het ogenblik dat de belastingen, de kosten en/of de nalatigheidintresten, na het verstrijken van de termijn opgegeven in de laatste aangetekende herinneringsbrief, onbetaald of deels onbetaald zijn gebleven, draagt LIMBURG.NET de betreffende inningdossiers van de belastingplichtigen automatisch over aan de gemeente. De GEMEENTE zorgt voor de verdere invordering.
§ 8. Met het oog op een vlotte afhandeling van de inningopdracht door LIMBURG.NET, zal de GEMEENTE steeds alle mogelijke informatie en medewerking verlenen aan LIMBURG.NET. In het bijzonder zal de GEMEENTE volgende acties uitvoeren in het ter beschikking gestelde softwaresysteem:
-opladen van de meest recente versie van het gemeentelijk belastingreglement;
-toevoegen van gemeentelijke verminderingen/toeslagen aan de lijst met belastingschuldigen, indien van toepassing;
-de correcte datum van goedkeuring en uitvoerbaarverklaring van de kohierlijst ingegeven;
-op regelmatige basis (bij voorkeur dagelijks) het systeem raadplegen om na te gaan of er acties moeten ondernomen worden, zoals goedkeuren aanvragen afbetalingsplannen, verlenen van informatie met het oog op het uitvoeren van rechtzettingen, enz…
Art. 4. Taken en verantwoordelijkheden van LIMBURG.NET
§ 1. LIMBURG.NET is verantwoordelijk voor de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in het door de gemeenteraad goedgekeurde belastingreglement worden vastgesteld.
§ 2. LIMBURG.NET is verantwoordelijk voor de correcte en tijdige aanrekening aan de bezoekers van de tarieven die in het door de raad van bestuur van LIMBURG.NET goedgekeurde tarievenreglement worden vastgesteld.
§ 3. Opdat de GEMEENTE jaarlijks de kohierbelasting kan vastleggen, zorgt LIMBURG.NET voor de berekening van alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement.
LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.
Na ontvangst van het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier, staat LIMBURG.NET onverwijld in voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
LIMBURG.NET int de ingekohierde belasting in naam en voor rekening van de GEMEENTE.
§ 4. LIMBURG.NET zorgt voor de berekening van de contantbelasting. Deze omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fracties aan huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden buiten het kader van de basisdienst en omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. LIMBURG.NET geeft de kosten weer in een overzicht en bezorgt dit aan de GEMEENTE.
De inning van de contantbelastingen gebeurt in naam en voor rekening van de GEMEENTE.
De voorschotten worden aangerekend aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon en vermeld in de rekenstaat. De verschuldigde contantbelastingen/tarieven worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de gestorte voorschotten. De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting/tarief wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.
De betalingsuitnodigingen en de afrekeningen geven een gedetailleerd overzicht van de aangerekende voorschotten op de contantbelastingen en/of de tarieven.
Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen of gedwongen kunnen worden ingevorderd.
§ 5. LIMBURG.NET staat in voor de opvolging van de betalingen.
Indien de opvolging kosten voor het verzenden van herinneringen en aangetekende herinneringsbrieven met zich meebrengt, zoals voorzien in het belasting- of tarievenreglement, verhaalt LIMBURG.NET deze inningskosten op de debiteuren.
§ 6. Op het ogenblik dat de belastingen, de kosten en/of de nalatigheidintresten, na het verstrijken van de termijn opgegeven in de laatste aangetekende herinneringsbrief, onbetaald of deels onbetaald zijn gebleven, sluit LIMBURG.NET de openstaande dossiers collectief af en draagt LIMBURG.NET de inningsdossiers van de openstaande belastingplichtigen automatisch over aan de gemeente. De GEMEENTE zorgt voor de verdere invordering. LIMBURG.NET zorgt er voor dat de gegevens van de overgedragen dossiers automatisch door de gemeenten kunnen ingelezen worden.
Vóór de collectieve afsluiting van alle dossiers, wordt in volgende gevallen ook overgegaan tot een individuele afsluiting van een dossier:
-de belastingplichtige dient een bezwaarschrift in;
-de belastingplichtige dient een aanvraag in tot het bekomen van een afbetalingsplan dat door de gemeente wordt goedgekeurd;
-de belastingplichtige verhuist buiten het bedieningsgebied van LIMBURG.NET;
-enig ander geval waarbij een vraag tot rechtzetting wordt ingediend door de belastingplichtige en waarbij de gemeente enig onderzoek moet verrichten zoals bedoeld in het decreet dd. 5 mei 2008.
§ 7. LIMBURG.NET kan, naast de gemeente, zorgen voor de verkoop van afvalzakken waarover de contantbelasting verschuldigd is.
LIMBURG.NET kan tevens een verkoopnet organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars.
§ 8. LIMBURG.NET draagt zorg voor de (digitale) archivering van de schriftelijke inninghandelingen, met inbegrip van de verzendingstukken, van de aan de haar toevertrouwde taken en bevoegdheden.
§ 9. LIMBURG.NET draagt zorg voor de externe communicatie rond de dienstverlening en de inning van de kohier- en contantbelasting.
LIMBURG.NET geldt als aanspreekpunt voor de belastingplichtige. LIMBURG.NET voorziet in een telefonisch onthaal voor vragen en opmerkingen van de belastingplichtige. LIMBURG.NET zorgt voor de registratie van relevante mondelinge en schriftelijke vragen en opmerkingen van de belastingplichtige. Waar mogelijk beantwoordt LIMBURG.NET de schriftelijke correspondentie van de belastingplichtige.
Vanaf het ogenblik dat het inningdossier van de belastingplichtige bij LIMBURG.NET is afgesloten, is LIMBURG.NET van deze taak ontheven. LIMBURG.NET verwijst de belastingplichtige voor vragen en opmerkingen met betrekking tot het afgesloten dossier naar de diensten van de gemeente.
§ 10. Teneinde de uitwisseling van de informatie met de gemeenten en de opvolging van de dossiers vlot te kunnen laten verlopen, zorgt LIMBURG.NET voor een geautomatiseerde toepassing waarin zowel LIMBURG.NET als de gemeenten kunnen inloggen.
§ 11. LIMBURG.NET engageert zich ertoe de haar toevertrouwde taken en bevoegdheden steeds zorgvuldig uit te voeren.
TITEL 4 - SLOTBEPALINGEN
Art. 5 - Bestemming van de geïnde belastingen
De betalingen van de belastingen, de inningkosten en/of de nalatigheidintresten gebeuren op rekening van LIMBURG.NET. De belastingen, de inningkosten en de nalatigheidintresten zijn bedragen die geïnd worden voor rekening van de GEMEENTE. Deze bedragen dienen opgenomen te worden in het budget, de begrotingen en de rekeningen, die de GEMEENTE opmaakt volgens de bepalingen van het gemeentedecreet en de nieuwe gemeentewet.
De GEMEENTE bestemt de opbrengst van de kohierbelastingen, de inningkosten en de nalatigheidintresten voor haar bijdrage in de vergoeding van het vast gedeelte van de werkingsbijdrage zoals volgens de statuten van LIMBURG.NET verschuldigd aan LIMBURG.NET en solidair berekend op basis van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar dat het boekjaar voorafgaat tot dekking van de vaste kosten.
-De GEMEENTE bestemt de opbrengst van de contantbelastingen, de inningkosten en/of de nalatigheidintresten in de eerste plaats ter vergoeding van:
-het eventuele saldo van het vast gedeelte van de werkingsbijdrage indien blijkt dat de kohierbelasting ontoereikend is om de gehele vast gedeelte van de werkingsbijdrage te vereffenen;
-het variabel gedeelte van de werkingsbijdrage zoals volgens de statuten van LIMBURG.NET verschuldigd aan LIMBURG.NET tot dekking van de variabele kosten van de door de raad van bestuur vastgelegde afvalstromen.
-Het is LIMBURG.NET toegelaten om de geïnde betalingen aan belastingen, inningskosten en /of nalatigheidintresten bij wijze van vooruitbetaling door de gemeente van de werkingsbijdrage aan te wenden voor de financiering van haar activiteiten. LIMBURG.NET is verplicht om bij afsluiting van haar boekjaar een overzicht te geven van de aldus aangewende geïnde betalingen en hiervan rekenschap te geven.
Tegelijkertijd is LIMBURG.NET verplicht om de door de GEMEENTE volledig verschuldigde werkingsbijdrage te berekenen en hiervan een overzicht voor te leggen..
Na goedkeuring, van de voorgelegde documenten door de gemeente mogen de geïnde betalingen aan belastingen, inningkosten en/of nalatigheidintresten definitief aangerekend worden op de door de gemeente verschuldigde werkingsbijdrage. Ingeval van een overschot, stort LIMBURG.NET het overschot na goedkeuring van de rekening door de algemene vergadering van LIMBURG.NET, aan de GEMEENTE. Ingeval van een tekort betaalt de GEMEENTE het verschil aan werkingsbijdrage bij volgens de statutaire bepalingen en bestaande afspraken.
Art. 6 - De kwartaalvoorschotaanrekening
Aangezien wordt verwacht dat de afrekening van de geïnde belastingen, kosten en nalatigheidintresten en de compensatie op de door de GEMEENTE verschuldigde werkingsbijdrage zoals vastgelegd in artikel 6.1°, titel 5 hierboven steeds een tekort zal vertonen in het nadeel van LIMBURG.NET stemmen partijen in met een stelsel van een gewijzigde kwartaalvoorschotaanrekening teneinde LIMBURG.NET niet in liquiditeitsnood te brengen.
§1. De basis voor de berekening van de jaarlijkse werkingsbijdragen door de GEMEENTE aan LIMBURG.NET is de toestand op 1 januari zoals getrokken uit het Rijksregister en op basis waarvan in het CARDS systeem de ontwerpkohierlijst wordt getrokken.
§2. Het verschil tussen de ontwerpkohierlijst (dus vooraleer er schrappingen of verminderingen door de GEMEENTE wordt aangebracht) en de daadwerkelijk geïnde kohierbelastingen wordt via werkingsbijdragen aangerekend. Het bedrag van de jaarlijkse algemene en bijzondere werkingsbijdragen wordt vastgelegd conform de statutaire bepalingen.
§3. De geïnde kohierbelastingen moeten beschouwd worden als een voorschot op de algemene en bijzondere werkingsbijdragen die in de kohierbelasting werden vervat;
§4. De eerste twee kwartalen van het jaar waarin de GEMEENTE de machtiging geeft aan LIMBURG.NET om over te gaan tot de inning van het door haar vastgestelde bedrag aan kohierbelasting, betaalt de GEMEENTE per kwartaal ¼ van de volledige jaarlijkse werkingsbijdragen.
§5.Vanaf het derde kwartaal worden de kwartaalvoorschotten verminderd en betaalt DE GEMEENTE per kwartaal nog ¼ van het verschil tussen de jaarlijkse werkingsbijdragen en het door de GEMEENTE bepaalde bedrag aan kosten dat LIMBURG.NET int via de kohierbelasting.
§6. Het verschil tussen de werkingsbijdragen betaald in de twee eerste kwartalen van het jaar van de overstap en de verminderde bijdragen zoals te betalen vanaf het derde kwartaal van de overstap, worden in de boeken van Limburg.net ingeschreven als een financiële schuld aan de GEMEENTE die ten laatste definitief vereffend wordt wanneer de GEMEENTE de machtiging aan LIMBURG.NET tot het innen van de kohierbelasting stopzet.
§7. Indien de GEMEENTE het te innen kohierbedrag wijzigt, zal in het derde kwartaal van het jaar waarin de wijziging ingaat, de kwartaalbijdrage opnieuw aangepast worden.
§8. Eventuele verschillen tussen ramingen en werkelijk kosten en ontvangsten, worden jaarlijks afgerekend.
§9. De betaalde voorschotten op de werkingsbijdragen worden mee opgenomen in het overzicht van de betaalde bedragen.
Art. 7 - Opdracht van de voorschotten
De GEMEENTE verplicht zich ertoe om bij ondertekening van deze convenant de gelden die zij zelf nog beheert als tegoeden van de inwoners van de GEMEENTE als voorschot op aan haar verschuldigde afvalbelastingen van welke aard ook, over te maken op rekening van LIMBURG.NET op datum waarop de inning van belastingen zoals vastgesteld in deze convenant in de gemeente van kracht wordt.
LIMBURG.NET verplicht zich ertoe om deze tegoeden in ontvangst te nemen en in te brengen in haar CARDS-databank als een individueel voorschot voor de belastingplichtige voor wie het tegoed geboekt stond. LIMBURG.NET zal bedragen verschuldigd door de belastingplichtige volgens de in dit convenant vastgesteld belasting- en tarievenreglementen, kunnen aanrekenen op dit tegoed.
Art. 8 - BTW
Op de in het belastingreglement voorziene heffingen, de kohierbelasting en de contantbelasting, is geen btw verschuldigd.
Art. 9 - Sancties
Indien de GEMEENTE deze overeenkomst niet naleeft, kan zij op basis van de statuten van LIMBURG.NET worden uitgesloten. Het verloop van de uitsluiting is verder beschreven in de statuten.
Art. 10 - Duur en einde
Deze overeenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur.
Deze overeenkomst kan te allen tijde worden opgezegd mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.
Art. 11 - Slotbepaling
Deze overeenkomst wordt gesloten te Hoeselt op 24 oktober 2019 en wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de partijen. Elke partij erkent een ondertekend exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.
Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Geert Rouffa Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Yves Croux Johan Schoefs Wendy Bollen Jordi Boulet Michel Vanroy Liesbeth Werelds Heidi Berx Linda Verjans Stanny Crommen Rudi Coenegrachts Wim Hellinx Werner Raskin Serge Voncken Eddy Vandecaetsbeek Alfons Capiot Jasper Goffin Marc Bamps Christiaan Hex Mieke Claesen aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
08 | Financiën (gemeente) - Aanvullende belasting op de Personenbelasting (APB) voor het aanslagjaar 2020 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op de artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;
Besluit,
12 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
7 stemmen tegen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt), Serge Voncken (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen), Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt) en Jasper Goffin (Best-Groen).
Art. 1 - Voor het aanslagjaar 2020 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 2 - De belasting wordt vastgesteld op 8,5 ten honderd (8,5 %) van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Art. 3 - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art. 4 - Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Geert Rouffa Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Wim Hellinx Linda Verjans Yves Croux Michel Vanroy Werner Raskin Rudi Coenegrachts Stanny Crommen Jordi Boulet Wendy Bollen Heidi Berx Liesbeth Werelds Johan Schoefs Christiaan Hex Serge Voncken Mieke Claesen Jasper Goffin Marc Bamps Eddy Vandecaetsbeek Alfons Capiot aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
09 | Financiën (gemeente) - Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2020 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170, §4, van de Grondwet;
Gelet op artikel 464, 1°, van het Wetboek Inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Gelet op het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering van de provincies;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Besluit,
12 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
7 stemmen tegen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt), Serge Voncken (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen), Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt) en Jasper Goffin (Best-Groen).
Art. 1 - Voor het aanslagjaar 2020 worden ten bate van de gemeente Hoeselt 913 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Art. 2 - De vestiging en de inning van de gemeentebelastingen gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Art. 3 - Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
10 | Financiën (gemeente) - Opcentiemen op de door het Vlaams Gewest geheven heffing op leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten voor het aanslagjaar 2020 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170,§4, Grondwet;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, artikel 2.6.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 houdende de uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013;
Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, ingezonderheid Hoofdstuk III, artikel 15, betreffende de mogelijkheid om gemeentelijke opcentiemen te heffen;
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, art 464/1,2°;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Er worden voor het aanslagjaar 2020 ten voordele van de gemeente Hoeselt 200 (tweehonderd) opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen.
Art. 2 - De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Art. 3 - Een afschrift van deze verordening wordt aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst toegezonden.
Art. 4 - Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286 , 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
11 | Financiën (gemeente) - Opcentiemen op de door het Vlaams Gewest geheven heffing op ongeschikte en onbewoonbare woningen voor het aanslagjaar 2020 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170,§4, Grondwet;
Gelet op het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Titel 2 Hoofdstuk 5 en artikel 3.1.0.0.4;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 houdende uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013;
Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald Hoofdstuk VIII, afdeling 2 en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van de leegstand en de verkrotting van gebouwen en/of woningen en latere wijzigingen;
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, art 464/1;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Er worden voor het aanslagjaar 2020 ten voordele van de gemeente Hoeselt 200 (tweehonderd) opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ongeschikte en onbewoonbare woningen zoals vermeld in titel 2 hoofdstuk 5 van het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.
Art. 2 - De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.
Art. 3 - Een afschrift van deze verordening wordt aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst toegezonden.
Art. 4 - Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Geert Rouffa Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Heidi Berx Werner Raskin Stanny Crommen Rudi Coenegrachts Yves Croux Jordi Boulet Wendy Bollen Wim Hellinx Liesbeth Werelds Michel Vanroy Linda Verjans Johan Schoefs Christiaan Hex Eddy Vandecaetsbeek Jasper Goffin Mieke Claesen Alfons Capiot Marc Bamps Serge Voncken aantal voorstanders: 12 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
12 | Financiën (gemeente) - Dienstenbelasting voor het aanslagjaar 2020 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op artikel 170 van de Grondwet;
Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van natuurlijke personen;
Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat het voor het behoud van het financieel evenwicht noodzakelijk is een dienstenbelasting te heffen ten laste van gezinnen en bedrijven als tussenkomst in de grote algemene uitgaven door de gemeente gedaan ten behoeve van de bevolking en het onderhoud van de gemeente;
Besluit,
12 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
7 stemmen tegen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt), Serge Voncken (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen), Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt) en Jasper Goffin (Best-Groen).
Art. 1 - Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 wordt ten voordele van de gemeente een jaarlijkse dienstenbelasting geheven.
Art. 2 - De belasting is hoofdelijk verschuldigd door:
-De meerderjarige leden van elk gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar of die effectief en duurzaam verblijven op het grondgebied van de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Deze belasting is verschuldigd per woongelegenheid. De belasting is niet verschuldigd indien het bewijs geleverd wordt van een effectief en duurzaam verblijf op het grondgebied van een andere gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Elk gezinslid dat ouder is dan 18 jaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
-Iedere natuurlijke – of rechtspersoon of hoofdelijk de leden van elke vereniging, die als hoofd en/of bijkomende activiteit op 1 januari van het aanslagjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente, verder bedrijven genoemd. Deze belasting is verschuldigd per bedrijfseenheid. Als bedrijfseenheid geldt elke ruimte of verzameling van ruimten (gebouwen of gedeelten van gebouwen) niet uitsluitend gebruikt als woongelegenheid en dienstig voor de uitoefening van om het even welke activiteiten, zoals hierboven genoemd.
Art. 3 - §1. Een gezin bestaat uit hetzij één persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij uit twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven.
§2. De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin, die op 1 januari van het aanslagjaar zijn/haar hoofdverblijfplaats heeft in de gemeente Hoeselt.
§3. De referentiepersoon van het gezin met hoofdverblijfplaats in Hoeselt, is deze die als dusdanig is ingeschreven in het bevolkingsbestand van de gemeente.
Art. 4 - De belasting bedraagt 90,00 EUR per belastingplichtige.
Art. 5 - De belasting van 90,00 EUR wordt verminderd tot 43,00 EUR indien de aangeslagene bewijst dat hij/zij op 1 januari van het aanslagjaar geniet van het voorkeurtarief inzake de gezondheidszorg op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met latere wijzigingen.
De lijst van de personen die recht hebben op vermindering zal opgevraagd worden bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
De genieters van de verminderde aanslagvoet dienen hun aanspraak op het verminderd tarief uiterlijk binnen de drie maanden na overhandiging van het aanslagbiljet kenbaar te maken voor zover ze op het kohier werden gebracht voor een bedrag dat hoger is dan datgene waarvoor ze reglementair konden worden aangesproken. De na de voormelde termijn ontvangen aanspraken doen het recht op vermindering vervallen.
Art. 6 - De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Voor de vaststelling van de belasting wordt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.
Art. 7 - Indien de woongelegenheid van het gezin en de bedrijfseenheid een harmonieus geheel vormen en één van de leden van het gezin zijn bedrijfsactiviteit uitoefent in dit gebouw dan is men de belasting slechts éénmaal verschuldigd.
Art. 8 - De belasting is niet verschuldigd door de meerderjarige leden van het gezin dat louter om administratieve redenen in het bevolkingsregister is ingeschreven en dus geen verblijf houdt op het grondgebied van de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Art. 9 - De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel directeur die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.
Art. 10 - De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 11 - De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige (en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger) en anderzijds naar de financieel directeur.
Art. 12 - Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
13 | Financiën (gemeente) - Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;
Gelet op het feit dat LIMBURG.NET een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking;
Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij LIMBURG.NET;
Gelet op de statuten van LIMBURG.NET en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat de gemeente als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en –verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van LIMBURG.NET;
Gelet dat LIMBURG.NET ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van LIMBURG.NET;
Gelet de Convenant d.d. 24/10/2019 zoals gesloten tussen de gemeente en LIMBURG.NET, waarbij de gemeente zich geëngageerd heeft om binnen de gemeente het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval zoals de door raad van bestuur van LIMBURG.NET wordt uitgewerkt, toe te passen;
Gelet dat conform de afspraken zoals opgenomen in voormelde Convenant, LIMBURG.NET ook gemachtigd werd de afvalbelasting te innen. Deze inning wordt algemeen aangeduid met de term ‘directe inning’;
Overwegende dat de gemeente Hoeselt via een apart gemeenteraadsbesluit een Convenant tussen de gemeente en LIMBURG.NET heeft goedgekeurd waarin de nodige afspraken betreffende de ‘directe inning’ zijn uitgewerkt;
Overwegende dat overeenkomstig deze afspraken de gemeente er toe gehouden is het ‘Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen’ zoals opgenomen in voornoemde Convenant goed te keuren, met hierin inbegrepen het kohier- en contantbelastingreglement;
Overwegende dat de Toezichthoudende Overheid aanraadt om steeds het volledige reglement opnieuw goed te keuren, dit vooral om praktische redenen (een toevoeging van een addendum kan verwarrend zijn voor de burger);
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Hoofdstuk 1 - Algemene begrippen van de belasting
Art. 1 - Algemene bepalingen
Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn van 1 jaar, eindigend op 31 december 2020, wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.
Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:
-Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.
-Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door LIMBURG.NET van de huishoudelijke afvalstoffen aan huis of op de containerparken, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.
Art. 2 - Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied.
In alle gemeenten in het bedieningsgebied van LIMBURG.NET waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door LIMBURG.NET uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.
Dit houdt in:
-dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.
-dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.
Art. 3 - Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1.Huishoudelijke afvalstoffen.
De afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
2.Huisvuil.
Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.
3.LIMBURG.NET.
De opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.
LIMBURG.NET heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. LIMBURG.NET treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.
LIMBURG.NET wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.
4.Het bedieningsgebied.
Het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan LIMBURG.NET hebben overgedragen.
5.Afvalreglement.
De gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.
6.Gezin.
Voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:
-hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid
-hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven
-hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijkregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden).
Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.
7.Onderneming.
Elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.
8.Ophaalpunt.
Elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van LIMBURG.NET huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.
9.Basisdienst.
Het geheel van diensten verleend door LIMBURG.NET waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven huisvuilcontainer: de huis-aan-huisinzameling op de reguliere tijdstippen en in maximaal 12 ophaalbeurten per jaar en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil in inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
1 persoonsgezin: 60 kg huisvuil
2 persoonsgezin: 120 kg huisvuil
3 persoonsgezin: 150 kg huisvuil
4 persoonsgezin en meer: 180 kg huisvuil.
Er kan per gezin maximum 60 kg huisvuil worden overgedragen naar het volgend jaar, op voorwaarde dat er minimaal 1 ophaalbeurt van het huisvuil heeft plaats gevonden.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak: de huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 2 rollen kleine zakken (of equivalent)
2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent)
3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 2 rollen grote zakken + 1 rol kleine zakken (of equivalent)
4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 3 rollen grote zakken (of equivalent).
De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekening houdend met de openingsdata van de verdeelpunten.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedopeneerd in een ondergrondse container van Limburg.net: de beschikking per gezin over standaard één pas die toegang geeft tot de ondergrondse huisvuilcontainer. De toegangspas is uitgerust met een gegevenschip, die gebruikt wordt voor de registratie van DIFTAR-gegevens vermeld in art. 3 - 10. De gegevens worden gelezen bij het openen van de trommel.
Per gezin is een jaarlijks quotum huisvuil inbegrepen om in de ondergrondse container te deponeren, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):
1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 20 openingen van de trommel
2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 40 openingen van de trommel
3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 50 openingen van de trommel
4 persoonsgezin: 1320 liter, zijnde 60 openingen van de trommel
Overdracht van resterende kilo's naar het jaar nadien kan maar gebeuren indien minimum 1 lediging in het dienstjaar is uitgevoerd en is geplafonneerd tot maximum 20 openingen.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een gezamelijke container van Limburg.net met een gesolidariseerd quotum (van toepassing in een wooncomplex met 8 wooneenheden of meer):
-de toegang tot een of meerdere containers waarnaar het jaarlijks quotum huisvuil (uitgedrukt in kilogram zoals hierboven omschreven) van meerdere gezinnen zijn omgezet.
-het jaarlijks recht van de gezamelijke container is de som van alle rechten waarop elk afzonderlijk gezin recht heeft volgens de gezinstoestand van 1 januari.
Overdracht van resterende kilo's is enkel mogelijk indien er in het dienstjaar minimum één lediging heeft plaatsgevonden en geplafoneerd op een maximum van 60 kg.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het groente, fruit en tuinafval (gft):
wanneer het gft aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven gft container: de beschikking per gezin over standaard één gft container.
De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:
De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor de registratie van de DIFTAR-gegevens vermeld in Artikel 3 - 10°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.
De basisdienst omvat voor het aan huis ophalen op afroep:
De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.
De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door LIMBURG.NET beheerde inzamelpunten:
Voor de straat- of wijkcontainers: het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geëigende straat- of wijkcontainers.
De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar het door de GEMEENTE beheerde containerpark: de toegang tot het gemeentelijke containerpark.
Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen. In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het containerpark enkel de fracties begrepen die kunnen aangeboden worden aan 0,00 EUR of de fracties die onder de vastgelegde quota liggen:
FractiesTarief/m³
Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton,0,00 EUR/m³
glas (vlak/hol), pmd (of p+md, zodra van toepassing), kga, aeea,
verlichtingstoestellen, autobanden,
gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voorwerpen in kurk,
herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.
EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)
Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)
Afbraakhout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd
Zuiver bouwpuin
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Tuinafval en snoeihout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.
AsbestGratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Gemengd bouwpuin 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
Grof vuil:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
De pmd-fractie (of p+md, zodra van toepassing) wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.
De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.
10.CARDS.
De databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:
-de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in Artikel 4.
-Indien van toepassing, de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.
-alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement.
-de rekenstaat van het gezin of de onderneming.
-Indien van toepassing, de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaalpunt van het gezin of de onderneming.
-Indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).
11.Referentiepersoon.
De meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld.
-als de registratie gebeurt voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.
-als de registratie gebeurt voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.
12.Rekenstaat.
De rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:
-de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting
-de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen, indien van toepassing.
De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het quotum en/of het voorschot is van het gezin of de onderneming.
Art. 4 - Bepalingen inzake de CARDS-databank
Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de LIMBURG.NET CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert LIMBURG.NET de registratie uit op basis van de gegevens in het rijksregister of vreemdelingenregister.
Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.
Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.
In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:
-het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.
Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.
Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan LIMBURG.NET sluit LIMBURG.NET de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. LIMBURG.NET vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen of door betaling van het onbestede voorschot op het rekeningnummer van de referentiepersoon, indien van toepassing. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten.
Art. 5 - Het ter beschikking stellen van gft-containers
De containers te gebruiken als recipiënt voor gft-afval worden ter beschikking gesteld op basis van volgende bepalingen:
-het aantal containers wordt vastgesteld naar verhouding van één container van 120 liter per gezin of ophaalpunt
-uitzonderlijk kan een container van 120 liter vervangen worden door een container van 40 liter, op verzoek van de referentiepersoon van een gezin dat een pand bewoont waarin door bijzondere omstandigheden het gebruik van een container van 120 liter moeilijk of onmogelijk is.
De containers zijn verbonden aan het ophaalpunt. In geval van verhuis moeten de afvalcontainers in goede en gereinigde staat in een overdekt lokaal aan het ophaalpunt achtergelaten worden.
Art. 6 - Het ter beschikking stellen van (gezamelijke) huisvuilcontainers
Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipiënten voorzien:
-aan wooncomplexen vanaf acht woongelegenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum geplaatst.
Indien gewenst kan een hangslot worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van 36,25 EUR per slot.
Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.
Hoofdstuk 2 - De kohierbelasting
Art. 7 - Algemene beginselen
De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET. LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.
Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek, van toepassing op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting, voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.
Art. 8 - De belastingplichtige
De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft.
De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.
Art. 9 - Het bedrag van de kohierbelasting
Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari:
123,85 EUR voor een eenpersoonsgezin
136,35 EUR voor een tweepersoonsgezin
142,60 EUR voor een driepersoonsgezin
148,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.
In dit bedrag voorziet de gemeente een tussenkomst van 50,00 EUR zodat de aangerekende bedragen gelijk zijn aan:
73,85 EUR voor een eenpersoonsgezin
86,35 EUR voor een tweepersoonsgezin
92,60 EUR voor een driepersoonsgezin
98,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.
Art. 10 - Niet van toepassing
Art. 11 - Sancties bij niet-betaling
Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.
Art. 12 - Ondeelbaarheid
De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.
Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:
-Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.
Daarbij zal gelden:
-dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de niet afgehaalde volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum uitgedrukt in kilogram.
-dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.
-Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen naar een andere vestigingsplaats blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.
-De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van het gezin.
Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet meer van toepassing.
Art. 13 - De inkohiering en de inning
De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.
Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door LIMBURG.NET.
Art. 14 - De mogelijkheid tot bezwaar
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.
Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.
Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.
Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk LIMBURG.NET via de CARDS databank.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Art. 15 - Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft
Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.
Hoofdstuk 3 - De contantbelasting
Afdeling I - Beginselen
Art. 16 - Algemene beginselen
In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door LIMBURG.NET, op het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijke containerpark of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.
De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:
-De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.
-Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
-De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd (of p+md, van zodra van toepassing) wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.
-Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van LIMBURG.NET, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.
-De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.
-Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.
Art. 17 - Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting
Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:
-in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling):
-huisvuil (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval);
-pmd (of p+md, van zodra van toepassing);
-gft en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.
-in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):
-grofvuil;
-in te zamelen volgens de brengmethode (naar het containerpark):
-alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: Papier/karton, glas (vlak + hol),pmd (of p+md, van zodra van toepassing), kga, aeea, autobanden, gemengde kunststoffen, harde plastic ….
-asbest
-tuinafval, zuiver bouwpuin en afbraakhout
-gemengd bouwpuin
-grofvuil, roofing
-EPS wit (verpakkingspiepschuim)
Afdeling II - De bedragen van de contantbelasting
Art. 18 - De bedragen voor de aan huis inzameling
Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:
-Contantbelasting huisvuil:
-1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: 12,50 EUR per rol
-1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk: 6,25 EUR per rol.
-Indien gebruik gemaakt wordt van specifieke inzamelsystemen:
Type containerAfvalsoortEUR/aanbiedingEUR/KG
Container met gezamelijk quotumhuisvuil0,00 EUR0,18 EUR
(tarief van toepassing van zodra quotumkilo's opgebruikt zijn)
-Contantbelasting groente-fruit en tuinafval (gft):
Het gft wordt opgehaald door middel van een groene container die niet is uitgerust met een chip.
De contantbelasting bedraagt:
-120 liter container: sticker van 40,00 EUR per jaar
-40 liter container: sticker van 15,00 EUR per jaar.
-Contantbelasting pmd (of p+md, van zodra van toepassing), textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal.
De contantbelasting bedraagt:
FRACTIEEENHEIDCONTANTBELASTING
Pmd (of p+md, van zodra1 rol van 20 zakken van 60 L 3,00 EUR per rol
van toepassing)1 rol van 10 zakken van 120 L (enkel voor3,00 EUR per rol
scholen & verenigingen)
textiel- en lederwaren0,00 EUR
papier en karton0,00 EUR
hol glas0,00 EUR
metaal0,00 EUR
-Contantbelasting papieren zak voor gft container:
-papieren zak voor gft container van 120 liter (grote gft container): 0,50 EUR / papieren zak
(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 2,50 EUR per pakket)
-papieren zak voor gft container van 40 liter (kleine gft container): 0,20 EUR / papieren zak
(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 1,00 EUR per pakket).
Art. 19 - De bedragen voor de inzameling op afroep
Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op 20,00 EUR per ophaalbeurt. Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard.
Art. 20 - De bedragen van toepassing op het containerpark
FractiesTarief/m³
Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton,0,00 EUR/m³
glas (vlak/hol), pmd (of p+md, van zodra van toepassing), kga, aeea,
verlichtingstoestellen, autobanden,
gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voorwerpen in kurk,
herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.
EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)
Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)
Afbraakhout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd
Zuiver bouwpuin
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Tuinafval en snoeihout
-hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)2,00 EUR
-hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)4,00 EUR
Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.
AsbestGratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Gemengd bouwpuin 7,5 EUR per begonnen 0,5m³
Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
Grof vuil:
- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)5,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)10,00 EUR
- hoeveelheden tot 0,5 m³15,00 EUR
Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard
De pmd-fractie (of p+md, zodra van toepassing) wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.
Afdeling III - De heffing
Art. 21 - De heffing van de contantbelasting
Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.
Wanneer het afval voor ophaling wordt aangeboden in een gft-container met sticker dan is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik van het ledigen van de container. De gft-sticker moet jaarlijks vernieuwd worden.
Wanneer het grofvuil op afroep wordt opgehaald zonder sticker is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat LIMBURG.NET de lijst definitief opstelt van de ophaalronde waarin het betrokken ophaalpunt wordt aangedaan.
Wanneer de afvalstoffen op het containerpark worden afgeleverd zal de parkwachter een schatting maken van de aangebrachte hoeveelheid afval en de overeenstemmende contantbelasting berekenen. Het verschuldigde bedrag moet ter plaatse betaald worden tegen afgifte van een kwitantie, afgeleverd door de toezichthoudende parkwachter.
De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het containerpark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende contantbelasting.
Art. 22 - Belastingplichtige
Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.
Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.
Art. 23 - Voorschotaanrekening
§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wijze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.
De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.
De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.
De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.
De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst.
De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.
De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van de verantwoordelijke (syndicus) van een wooncomplex met gesolidariseerd quotum in de CARDS-databank.
Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.
§ 2 Voor elk gezin/onderneming/wooncomplex met gesolidariseerd quotum, wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:
-per gezamelijke container 1.100/770 liter: 180,00 EUR
§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:
-een container van 1.100/770 liter: 40,00 EUR
Wanneer het gezin, de onderneming of een wooncomplex meerdere containers ter beschikking heeft is het drempelbedrag de optelsom van alle containers die het gezin of de onderneming ter beschikking heeft.
Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.
§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.
§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:
-een container van 1.100 /770 liter: 20,00 EUR
Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:
-de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker
-indien op het containerpark automatisch afgerekend wordt, de datum van het bezoek, met vermelding van de aangeboden fracties boven de quota
§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot.
§ 7 Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingplichtige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.
Art. 24 - Overzicht van de stand van de rekenstaat
Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark of voor de huis-aan-huisinzameling aangerekende contantbelasting (via containers aan huis of via een ondergronds inzamelsysteem).
Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum worden de betalingsuitnodigingen voor de huis-aan-huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARD geregistreerd werd (bv. een syndicus).
De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.
Afdeling IV - Diverse bepalingen inzake de contantbelasting
Art. 25 - Sociale correcties
In volgende gevallen worden extra huisvuilzakken ter beschikking gesteld:
§1Personen met incontinentie, stomapatiënten of patiënten die thuis nierdialyse doen of gezinnen die deze personen verzorgen, kunnen gratis huisvuilzakken bekomen onder volgende voorwaarden:
-de patiënt moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente Hoeselt en hier ook effectief verblijven;
-de patiënt mag niet verblijven in een rust- of verzorgingstehuis;
-de zakken worden per jaar toegewezen;
-de patiënt moet een medisch attest kunnen voorleggen.
Indien aan de voorwaarden is voldaan, kunnen gratis huisvuilzakken afgehaald worden op de dienst Omgeving a rato van volgende hoeveelheden: 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l gratis per jaar.
§2Onthaalmoeders, aangesloten bij de Landelijke Kinderopvang VZW en werkzaam op het grondgebied van de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.
De erkende kinderdagverblijven gevestigd in de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks per 10 kinderen gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.
Art. 26 - De verkoop van afvalzakken
De afvalzakken waarvoor een contantbelasting verschuldigd is kunnen aangekocht worden op het gemeentehuis of op andere door de gemeente en/of door LIMBURG.NET gecommuniceerde plaatsen.
LIMBURG.NET wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.
Art. 27 - Beschadiging of verlies van afvalcontainers
Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van een geleverde container wordt voor de vervanging volgende contantbelasting aangerekend:
-container 120 liter: 50,00 EUR
-container 40 liter: 50,00 EUR.
-gezamelijke container met gegevenschip (1.100 liter of 770 liter): 235,50 EUR
Art. 28 - De inning
De voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen kunnen in naam en voor rekening van de gemeente geïnd worden door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.
De inning van de contantbelasting door LIMBURG.NET verloopt volgens de verdere bepalingen.
Art. 29 - De mogelijkheid tot bezwaar
De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.
Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.
Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan LIMBURG.NET.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan LIMBURG.NET.
Art. 30 - Omzetting in een kohierbelasting
Ingeval van niet betaling van een contantbelasting wordt het negatief saldo van contantbelasting(en) conform artikel 4,§7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.
Art. 31 - Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft
De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2020.
Hoofdstuk 4 - De wijze waarop LIMBURG.NET de gereglementeerde belastingen int
Art. 32 - De aanrekening van de belastingen
LIMBURG.NET is verantwoordelijk en staat in voor:
-de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;
-het correct bijhouden van de rekenstaten;
-de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.
Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:
-De belastingen worden aan de belastingplichtige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft (indien van toepassing). Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.
-De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingplichtige (indien van toepassing). De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingplichtige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.
Art. 33 - De vermeldingen op de betaaldocumenten
§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.
Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.
§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:
‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’
De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. Klachten of bezwaren moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het kohiernummer en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.
‘Herinnering’
Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief de belastingplichtige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.
‘Aangetekende herinneringsbrief’
Wanneer de aangerekende belasting niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting met inbegrip van de kostprijs van de aangetekende zending niet te betwisten en zullen de belasting en de inningskosten met een dwangbevel ingevorderd worden.
§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingplichtige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:
‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’
Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. Klachten of bezwaren omtrent de aangerekende belastingen moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.
‘Herinnering’
Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail de belastingplichtige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de herinnering.
‘Aangetekende herinneringsbrief’
Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste herinnering, verstuurt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief aan de belastingplichtige. De kostprijs van de aangetekende zending wordt aangerekend. De aangetekende herinneringsbrief verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting en de kostprijs van de aangetekende zending niet volledig binnen de betalingstermijn worden voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting en de toeslagen niet te betwisten en zullen het negatief saldo en de kostprijs van de aangetekende zending met een dwangbevel ingevorderd worden.
Art. 34 - Herinneringen
§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.
Indien na de termijn van de eerste herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt LIMBURG. een aangetekende herinneringsbrief met een betaaltermijn van 31 dagen.
Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.
LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.
§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een herinnering voor het nog openstaande bedrag. De herinnering kent een nieuwe bijkomende betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de verzending van de herinnering.
Indien na de termijn van de herinnering het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET een aangetekende herinneringsbrief met een bijkomende betaaltermijn van 31 dagen. Deze aangetekende herinneringsbrief vermeldt uitdrukkelijk dat elke dienstverlening of toegang inzake de inzameling van huishoudelijk afval geschorst of stopgezet kan worden zonder dat dit enig recht geeft op schadevergoeding.
Bijkomend vermeldt de aangetekende herinneringsbrief dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.
LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) herinneringen te sturen.
Art. 35 - De kostenaanrekening van de aangetekende herinneringsbrief en dwangbevelen
De portkosten van de aangetekende herinneringsbrief en de kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.
De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.
Art. 36 - De betaling
De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument. De betalingen worden ingeval van openstaande kosten, ingevolge het verzenden van een aangetekende herinneringsbrief, eerst op de kosten aangerekend.
Bij afwezigheid van een correcte referte tracht LIMBURG.NET op basis van de identiteit of het bedrag te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.
Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting, vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten (indien van toepassing). Een eventuele rest wordt op de rekenstaat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.
Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.
Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.
Art. 37 - De aanrekening van intresten
De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting (indien van toepassing) kunnen aangerekend worden vanaf de datum van de eerste aangetekende herinneringsbrief tot de datum van daadwerkelijke betaling.
Art. 38 - Uitzondering op de inningsbevoegdheid
§ 1 Van zodra LIMBURG.NET of door de gemeente of door de belastingplichtige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingplichtige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen én de belastingplichtige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt LIMBURG.NET het inningsdossier van de belastingplichtige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.
§ 2 De belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarden van §1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente LIMBURG.NET onverwijld in kennis van die beslissing. LIMBURG.NET draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.
Hoofdstuk 5 - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 39 - Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.
Art. 40 - Opheffing
Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud.
Art. 41 - Bekendmaking
Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:
-LIMBURG.NET;
-De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
-Het Departement LNE, Afdeling Milieu-inspectie en/of de Vlaamse Minister van Leefmilieu;
-de technische dienst (dienst Omgeving, verantwoordelijke containerpark).
14 | Omgeving - Samenstelling Hoeseltse leefmilieu adviesraad (HOLA) - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, meer bepaald art. 41 - lid 13 dat stelt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het inrichten van adviesraden en overlegstructuren;
Overwegende dat in de gemeente Hoeselt, sedert 18 juni 1987, een leefmilieu adviesraad actief is;
Overwegende dat dit adviesorgaan een welomschreven taak heeft, kaderend binnen de doelstellingen van een milieuraad;
Overwegende dat iedere gemeente geconfronteerd wordt met milieuvraagstukken en dat hierbij een belangrijke taak weggelegd is voor een leefmilieu adviesraad, aangezien zij immers kunnen fungeren als spreekbuis voor de plaatselijke bevolking en het schepencollege of desgevallend de gemeenteraad kunnen adviseren omtrent milieuvraagstukken;
Overwegende dat door de Hoeseltse leefmilieu adviesraad destijds een eigen huishoudelijk reglement werd uitgevaardigd dat ter goedkeuring werd voorgelegd aan de gemeenteraad;
Overwegende dat er een oproep naar nieuwe leden werd gedaan door middel van mailing en publicatie in Hoeselt Mag Gezien;
Overwegende dat er een startvergadering plaatsvond op 6 mei 2019;
Overwegende dat de milieuraad bestaat uit 15 stemgerechtigde leden, zelfstandig ondernemend in Hoeselt;
Overwegende dat de oprichting van adviesraden facultatief is;
Overwegende dat ten hoogste twee derde van de leden van de adviesraad van hetzelfde geslacht mag zijn en anders de raad niet op rechtsgeldige wijze advies kan uitbrengen;
Overwegende dat de gemeenteraadsleden en de leden van het college van burgemeester en schepenen geen stemgerechtigd lid van de adviesraden mogen zijn;
Overwegende dat de gemeenteraad bij reglement bepalingen kan opnemen over de samenstelling van de raad, de representativiteit in de raad en de werking van de raad;
Overwegende dat de adviesraden die de gemeenteraad opricht louter een adviserende taak hebben;
Gelet op de erkenning van de Hoeseltse leefmilieu adviesraad, op de gemeenteraad d.d. 17 oktober 1987;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 326 tot 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de omzendbrief KB/AAB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;
Gelet op de omzendbrief KB/AAB 2018/4 van 26 oktober 2018 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - De nieuwe samenstelling van de Hoeseltse leefmilieu adviesraad als volgt samen te stellen:
Stemgerechtigde ledenAfvaardigingFunctie
Jacobs FrançoisVelt, Natuurpunt…Voorzitter
Bijnens GuidoNatuurpuntOndervoorzitter
Gijbels AnnitaVelt, NatuurpuntSecretaris
Bijnens JosOrchisLid
Caproens HerwigJachtLid
Castermans TonyNatuurpuntLid
Claes BernadetteOrchisLid
Claes DirkPolitieLid
Greyn JohnnyPolitieLid
Hellinx Elsgeïnteresseerd burgerLid
Jamaer LudolandbouwLid
Jermei Erikgeïnteresseerd burgerLid
Vandebroek JosNatuurpuntLid
Vandingenen RenéOrchisLid
Wauters SergelandbouwLid
De niet-stemgerechtigde leden:
- de burgemeester;
- de schepen van milieu;
- afgevaardigde van de gemeenteraad;
- de gemeentelijke medewerker;
- interne en externe deskundigen die geraadpleegd worden voor technisch advies;
- geïnteresseerde handelaars die niet deel uitmaken van de adviesraad.
15 | Omgeving - Statuten Hoeseltse leefmilieu adviesraad (HOLA) - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van heden houdende de samenstelling van de Hoeseltse leefmilieu adviesraad;
Overwegende dat de statuten waarover de Hoeseltse leefmilieu adviesraad beschikte nog steeds voldoen voor de heden samengestelde Hoeseltse leefmilieu adviesraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - De statuten van de Hoeseltse leefmilieu adviesraad goed te keuren en als bijlage te hechten aan dit besluit.
16 | Omgeving - Samenstelling Hoeseltse adviesraad land- en tuinbouw - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 326 tot 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, meer bepaald art. 41 - lid 13 dat stelt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het inrichten van adviesraden en overlegstructuren;
Overwegende dat iedere gemeente geconfronteerd wordt met land- en tuinbouwvraagstukken en dat hierbij een belangrijke taak weggelegd is voor een adviesraad land- en tuinbouw, aangezien zij immers kunnen fungeren als spreekbuis voor de plaatselijke bevolking en het schepencollege of desgevallend de gemeenteraad kunnen adviseren omtrent land- en tuinbouwvraagstukken;
Overwegende dat de bestaande gemeentelijke adviesraad land- en tuinbouw de intentie heeft om haar werking verder te zetten; en vraagt om erkend te worden;
Overwegende dat er een startvergadering plaatsvond op 6 maart 2019;
Overwegende dat de adviesraad land- en tuinbouw bestaat uit 14 stemgerechtigde leden, zelfstandig ondernemend in Hoeselt;
Overwegende dat de oprichting van adviesraden facultatief is;
Overwegende dat ten hoogste twee derde van de leden van de adviesraad van hetzelfde geslacht mag zijn en anders de raad niet op rechtsgeldige wijze advies kan uitbrengen;
Overwegende dat de gemeenteraadsleden en de leden van het college van burgemeester en schepenen geen stemgerechtigd lid van de adviesraden mogen zijn;
Overwegende dat de gemeenteraad bij reglement bepalingen kan opnemen over de samenstelling van de raad, de representativiteit in de raad en de werking van de raad;
Overwegende dat de adviesraden die de gemeenteraad opricht louter een adviserende taak hebben;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op de omzendbrief KB/AAB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provenciale bestuursperiode;
Gelet op de omzendbrief KB/AAB 2018/4 van 26 oktober 2018 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - De adviesraad land- en tuinbouw als volgt samen te stellen:
Stemgerechtigde ledenFunctie
Bollen Wilfried
Daniël Bobbaers
Claesen Koen Secretaris
Clerx Theo
Deckers Steven
Festjens Jef
Frans Michel
Jamaer Ludo
Lowet Jan
Renwa Tony
Stevens Jo Voorzitter
Swerts Remi
Vanvinckenroye David Ondervoorzitter
Wauters Serge
De niet-stemgerechtigde leden:
- de burgemeester;
- de schepen van milieu;
- de gemeentelijke medewerker;
- interne en externe deskundigen die geraadpleegd worden voor technisch advies;
- geïnteresseerde handelaars die niet deel uitmaken van de adviesraad.
17 | Omgeving - Statuten Hoeseltse adviesraad land- en tuinbouw - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van heden houdende de samenstelling van de Hoeseltse adviesraad land- en tuinbouw;
Overwegende dat de statuten waarover de Hoeseltse adviesraad land- en tuinbouw beschikt nog steeds voldoen voor de heden samengestelde Hoeseltse adviesraad land- en tuinbouw;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - De statuten van de Hoeseltse adviesraad land- en tuinbouw goed te keuren en als bijlage te hechten aan dit besluit.
18 | Secretariaat (gemeente) - Vervoerregioraad Limburg - Aanstelling afgevaardigde algemene vergaderingen - Aanpassing besluit van 21 februari 2019 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de goedkeuring door de Vlaamse Regering op 21 december 2018 van het ontwerp van decreet betreffende de basisbereikbaarheid;
Gelet op de goedkeuring door de Vlaamse Regering op 20 juli 2018 van de indeling van het grondgebied van het Vlaamse Gewest in 15 vervoerregio’s en de afbakening van deze vervoerregio’s;
Gelet dat bij die afbakening de gemeente Hoeselt deel uitmaakt van de vervoerregio Limburg;
Overwegende dat er voor iedere vervoerregio een regionaal mobiliteitsplan dient te worden opgemaakt;
Overwegende dat de opmaak en goedkeuring van dit plan een taak is van de op te richten vervoerregioraad die per vervoerregio als overlegorgaan opgericht wordt;
Overwegende dat de gemeenten behorende tot de vervoerregio via deze vervoerregioraad op deze wijze integraal en rechtstreeks betrokken worden bij het uittekenen van het mobiliteitsbeleid voor de regio; dat zij daar onder andere een belangrijke rol krijgen in de gelaagde organisatie van het openbaar vervoer, de synchromodaliteit en de combimobiliteit, het prioriteren, opvolgen en evalueren van maatregelen inzake verkeersveiligheid alsook doorstroming, het bepalen van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, met uitzondering van fietssnelwegen, het advies geven aan de gewestelijke overheden bij de opmaak van het Geïntegreerd Investeringsprogramma en het prioriteren, opvolgen en evalueren van regionale mobiliteitsprogramma’s en -projecten die van strategisch belang zijn op het niveau van de vervoerregio;
Overwegende dat het engagement voor de gemeente het volgende inhoudt: actief participeren aan de werking en de overlegmomenten van de vervoerregioraad, beschikbare informatie delen (o.m. uit het eigen mobiliteitsplan) en constructief meewerken aan de uitvoering van concrete acties;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2018/4 van 26 oktober 2018 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op de brief van van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken d.d. 19 december 2018 betreffende de aanstelling van vertegenwoordigers voor de vervoerregioraad Limburg;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 21 februari 2019 waarin B. Vertessen als vertegenwoordiger en bij verhindering J. Schoefs als plaatsvervanger in de vervoerregioraad Limburg voor de gemeente Hoeselt werden aangesteld;
Gelet op artikel 7 §2 van het decreet Basismobiliteit dat stelt dat de vervoerregioraad ten minste is samengesteld uit een willekeurige vertegenwoordiger van elke gemeente uit de vervoerregio;
Gelet op het feit dat de gemeenteraad unaniem beslist om bij de behandeling van dit punt geen gebruik te maken van een stembrief;
Gelet op het feit dat de gemeenteraad zich unaniem akkoord verklaart met de voorgedragen kandidaat en dit zonder stemming;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Het gemeenteraadsbesluit van 21 februari 2019 op te heffen betreffende de aanstelling van vertegenwoordigers in de vervoerregioraad Limburg voor de legislatuur 2019-2024.
Art. 2 - Ter vervanging van de aanstelling van de vertegenwoordigers in de vervoerregioraad Limburg goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 februari 2019 worden J. Boulet, wonende Onderstraat 21 bus 5 te 3730 Hoeselt als vertegenwoordiger en bij verhindering van de titularis B. Vertessen, wonende Broekstraat 9D te 3730 Hoeselt als plaatsvervanger aangesteld voor de legislatuur 2019-2024.
Art. 3 - Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan het secretariaat van de vervoerregio Limburg:
DEPARTEMENT MOBILITEIT & OPENBARE WERKEN
T.a.v. mevr. Karin Cardinaels
Koningin Astridlaan 50 bus 4
3500 Hasselt.
19 | Secretariaat (gemeente) - Fluvius Limburg - Agenda buitengewone algemene vergadering van 10 december 2019 en bepaling mandaat gemeentelijke afgevaardigde - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg;
Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt per aangetekend schrijven van 26 september 2019 werd opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Limburg die op 10 december 2019 plaats heeft in Hogeschool PXL, Elfde Liniestraat 24 te 3500 Hasselt;
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente Hoeselt per brief van 26 september 2019 overgemaakt werd;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg d.d. 10 december 2019:
1. Bespreking in het kader van artikel 44 van het Vlaams decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2020;
2. s-Lim - volstorting kapitaal;
Toekenning dividend in natura;
3. Code goed bestuur;
4. Statutaire benoemingen;
5. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten;
6. Statutaire mededelingen.
Art. 2 - De vertegenwoordiger van de gemeente Hoeselt die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg op 10 december 2019 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
20 | Secretariaat (gemeente) - Fluvius Opdrachthoudende Vereniging - Agenda buitengewone algemene vergadering van 10 december 2019 en bepaling mandaat gemeentelijke afgevaardigde - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het Decreet Lokaal Bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;
Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt aangesloten is bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging;
Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt per aangetekend schrijven van 1 oktober 2019 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging die op 10 december 2019 plaats heeft te Hasselt met als agenda:
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van het door de Raad van Bestuur opgestelde budget 2020;
2. Code goed bestuur;
3. Statutaire benoemingen;
4. Statutaire mededelingen;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging d.d. 10 december 2019 met als agendapunten:
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2020 alsook van het door de Raad van Bestuur opgestelde budget 2020;
2. Code goed bestuur;
3. Statutaire benoemingen;
4. Statutaire mededelingen.
Art. 2 - De vertegenwoordiger van de gemeente Hoeselt die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 10 december 2019 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.
Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
21 | Secretariaat (gemeente) - Notulen en zittingsverslag gemeenteraad van 26 september 2019 - Goedkeuring |
De gemeenteraad,
Overwegende dat conform art. 32 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering steeds samen met de agenda van de gemeenteraad ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld worden aan de gemeenteraadsleden;
Overwegende dat ieder raadslid het recht heeft opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering;
Gelet op het ontwerp van de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 26 september 2019 in bijlage;
Overwegende dat ter zake geen op- of aanmerkingen geformuleerd werden;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid het artikel 32 betreffende de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Besluit,
Na beraadslaging en met unanimiteit;
Art. 1 - De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 26 september 2019 goed te keuren en namens de gemeenteraad ter ondertekening voor te leggen aan de voorzitter en de algemeen directeur.
Bijkomende punten:
| |
22 | Secretariaat (gemeente) - BPA 'Hondhof', huidig Binnenhof. Bouwcommissie - Kennisgeving |
Raadslid Eddy Vandecaetsbeek heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Wij Hoeselt een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van 24 oktober 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:
BPA 'Hondhof', huidig Binnenhof. Bouwcommissie:
Op 24 september 1998 werd door de gemeenteraad van Hoeselt het BPA 'Hondhof' , het huidige Binnenhof goedgekeurd. Ter beoordeling van de architecturale inpasbaarheid van het inbreidingsproject moest volgens het BPA een bouwcommissie opgericht worden. Gezien de belangrijkheid van deze plek in het centrum van Hoeselt moest deze bouwcommissie samengesteld zijn als volgt :
- De burgemeester;
- De schepen van ruimtelijke ordening als voorzitter;
- Het hoofd van de technische dienst;
- Een vertegenwoordiger van het stedenbouwkundige bureau, opsteller van het BPA;
- AROHM Limburg;
- Het provinciaal bestuur Ruimtelijke Ordening;
- Een extern deskundige.
In afwijking van de normale procedure moest een bouwdossier in 2 fasen worden opgebouwd.
De opdrachthouder moest een omgevingsrapport opstellen gecombineerd met een aanvraag stedenbouwkundig attest nr 2. Het definitief advies diende afgeleverd te worden binnen de wettelijk vastgestelde termijn. Na het bekomen van een positief advies kon pas een bouwvergunningsaanvraag worden ingediend. Dan pas kon het schepencollege al dan niet een bouwvergunning afleveren.
Op 15/9/15 werd door het schepencollege een bouwvergunning afgeleverd aan VASP Constructions. Deze woningen zouden thans verkocht zijn/worden aan Cordium.
Wie zetelde in de bouwcommissie? Hoeveel keren is de bouwcommissie samengekomen? Wanneer heeft de bouwcommissie een positief advies gegeven voor de aanvraag van de bouwvergunning? Wanneer werd het verplichte stedenbouwkundig attest nr 2 afgeleverd?
Raadslid Eddy Vandecaetsbeek licht het agendapunt toe.
Schepen Yves Croux verduidelijkt dat de bedoelde bouwcommissie is opgericht in het jaar 2000 en dat de samenstelling geüpdatet is in het jaar 2008. Gedurende de periode 2000-2009 is de bouwcommissie 8 keer samengekomen. In 2009 heeft ze een gunstig advies afgeleverd voor het bouwproject ‘Binnenhof’. De verkaveling is vervolgens vergund in 2012. In de loop van de jaren daarop is de gemeente Hoeselt ontvoogd hetgeen haar meer autonomie gaf. De bouwvergunning is afgeleverd in het jaar 2015.
Raadslid Fons Capiot merkt op dat de samenstelling van de bouwcommissie in 2008 gewijzigd is in tegenspraak met de bepalingen in het BPA en dat ze na de ontvoogding van de gemeente Hoeselt zelfs niet meer is samengekomen. Kan dat allemaal maar zo? Wat hem echter nog meer stoort is dat aan de bewoners van de Boomgaardstraat destijds beloofd is dat er aan de achterkant van hun percelen open bebouwingen zouden komen. Intussen staan daar echter flatgebouwen. En in de Lambrecht Lambrechtstraat dachten mensen een appartement gekocht te hebben in een mooi project. Er kwam echter meer sociale woningbouw dan hun was voorgehouden. Nu doet het gerucht de ronde dat er opnieuw een deel verkocht zou worden aan Cordium. Wat is daar van aan? Wat is de bestemming van deze woningen?
Burgemeester Werner Raskin antwoordt dat het destijds wettelijk verplicht was om een aantal sociale woningen te voorzien. Dit deel van het project is toen inderdaad ingevuld door Cordium in de vorm van sociale huurwoningen. Momenteel zijn er plannen om privé assistentiewoningen te realiseren. Cordium is hier effectief in geïnteresseerd, maar enkel indien ze zouden voldoen aan de opgelegde normen. Indien Cordium de assistentiewoningen zou kopen dan zal het beheer ervan in lijn zijn met dat van het project ‘Toetelèr’ ter hoogte van het OCMW in de Europalaan. Dan komt er - net als daar - een toewijzingsreglement met de focus op de huisvesting van senioren. Zo werkt het bestuur aan een aanpak van de vergrijzing en biedt het een antwoord op de vraag naar serviceflats. Net als in de ‘Toetelèr’ zou hier deftig volk komen wonen. De gemeente Hoeselt hoeft geen bijkomende zuiver sociale woningen meer te realiseren. Daar heeft Hoeselt de norm gehaald. Het gemeentebestuur wil een verscheidenheid van woningen aanbieden met een aanbod voor iedereen.
Raadslid Fons Capiot is van oordeel dat het aantal sociale woningen op de weegschaal stilaan begint door te wegen. En dit wordt gênant ten opzichte van de oorspronkelijke bewoners van het project ‘Binnenhof’. Het raadslid heeft een aantal dingen opgezocht. De wetgeving stelt als norm dat een gemeente over 9% sociale woningen dient te beschikken. Op de lijst van sociale woningbouw in Vlaanderen staat Hoeselt helemaal bovenaan samen met de gemeente Zelzate. Op deze manier trek je heel veel mensen aan met een sociaal profiel. Raadslid Eddy Vandecaetsbeek vindt ook dat er niet te veel sociale woningen mogen komen. De gemeente Hoeselt mag wat dat betreft best wat egoïstischer zijn. Inwoners met een sociaal profiel kosten veel en brengen weinig op.
Burgemeester Werner Raskin benadrukt dat in deze discussie vergeten wordt dat Cordium ook woningen verkocht heeft aan o.a. Kleine Landeigendom. Dat brengt de balans terug in evenwicht. In het project Middelste Kommen is er gekozen voor de verkoop van sociale bouwgronden. Door dit soort maatregelen zit Hoeselt perfect op de Vlaamse norm. Zo realiseren we een gemengd aanbod.
Raadslid Fons Capiot meent dat het tijd is om in deze ter plaatse te trappelen en een beetje te minderen. Hoeselt kan zich best eens vergelijken met gemeenten als Riemst of Alken. Ook dat zou trouwens een structurele maatregel zijn die het gemeentebudget ten goede zou komen.
Burgemeester Werner Raskin is het hier niet mee eens. Het gemeentebestuur moet ernaar blijven streven om een gevarieerd woningaanbod te creëren voor al zijn inwoners en niet alleen voor de rijkeren. En indien raadslid Fons Capiot geen voorstander is van een aangepast aanbod voor senioren dan moet hij dat zeggen en daar openlijk voor uitkomen.
Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Geert Rouffa Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jordi Boulet Stanny Crommen Serge Voncken Liesbeth Werelds Alfons Capiot Werner Raskin Eddy Vandecaetsbeek Heidi Berx Mieke Claesen Wim Hellinx Yves Croux Johan Schoefs Jasper Goffin Linda Verjans Marc Bamps Wendy Bollen Rudi Coenegrachts Michel Vanroy Christiaan Hex Jasper Goffin Serge Voncken Eddy Vandecaetsbeek Mieke Claesen Marc Bamps Christiaan Hex Alfons Capiot Rudi Coenegrachts Linda Verjans Wim Hellinx Stanny Crommen Michel Vanroy Yves Croux Johan Schoefs Heidi Berx Jordi Boulet Liesbeth Werelds Werner Raskin Wendy Bollen aantal voorstanders: 7 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 12 Verworpen
Bijkomende punten:
| |
23 | Secretariaat (gemeente) - 'Open Ruimte Fonds' - Goedkeuring |
Raadslid Serge Voncken heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 24 oktober 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:
Open Ruimte Fonds:
In het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse overheid is een nieuwe algemene financieringslijn opgenomen om open ruimte te vrijwaren. Gemeenten die geen centrumstad zijn zullen voor hun oppervlakte aan open ruimte een extra budget toegeschoven krijgen. Dat loopt op van 2020 tot 2024 en zal nadien de groeivoet van het gemeentefonds (3,5% per jaar) volgen.
Voor onze gemeente betreft dit volgende bedragen:
Hoeselt: 2020: 79.369,00 EUR 2021: 164.294,00 EUR; 2022: 255.067,00 EUR; 2023: 351.992,00 EUR; 2024: 371.285,00 EUR.
In totaal is dit een bedrag van 1.222.007,00 EUR.
Voor welke projecten wil het bestuur deze middelen aansnijden?
Met Best/Groen willen we de stemming vragen om minstens 500.000,00 EUR van bovengenoemd budget te voorzien voor de aanleg van het nieuw te ontwikkelen Mottepark, de open ruimte gelegen tussen de Dorpstraat, Hulstraat, Hoogstraat, Bergstraat en Dr. Willem Meersstraat.
Raadslid Jasper Goffin licht het agendapunt toe.
Burgemeester Werner Raskin antwoordt dat er inzake het Open Ruimte Fonds op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur voorlopig alleen bedragen staan en de vermelding dat het gaat om algemene financieringslijn voor open ruimte. Er staan dus geen richtlijnen over de specifieke aanwending of de toekomstige verantwoording van deze bedragen. Ze worden uiteraard wel ingeschreven in het meerjarenplan 2020-2025.
Verder verduidelijkt de burgemeester dat er in het meerjarenplan kredieten zullen staan voor een studie inzake de totaalvisie op het Mottepark. Hij wil eerst een studie laten maken en daarna pas het bedrag bepalen dat in het Mottepark geïnvesteerd wordt. Om die reden zal de meerderheid het voorstel van Best Groen om 500.000 EUR te investeren in de aanleg van het nieuw te ontwikkelen Mottepark nu niet mee goedkeuren. Het gemeentebestuur heeft wel zeer duidelijk de intentie om het Mottepark in orde te maken, maar eerst moet er een studie gebeuren over wat er precies moet gebeuren en hoeveel dit zal kosten.
Het voorstel van de fractie Best Groen om minstens 500.000 EUR van het Open Ruimte Fonds te voorzien voor de aanleg van het nieuw te ontwikkelen Mottepark wordt niet goedgekeurd met 7 stemmen voor (Fons Capiot, Serge Voncken, Christiaan Hex, Mieke Claesen, Marc Bamps, Eddy Vandecaetsbeek en Jasper Goffin), 12 stemmen tegen (Jordi Boulet, Werner Raskin, Yves Croux, Johan Schoefs, Linda Verjans, Michel Vanroy, Wim Hellinx, Wendy Bollen, Rudi Coenegrachts, Heidi Berx, Liesbeth Werelds en Stanny Crommen) en 0 onthoudingen.
Bijkomende punten:
| |
24 | Secretariaat (gemeente) - Verkeersveiligheid kruispunt Goosstraat-Romershovenstraat - Kennisgeving |
Raadslid Serge Voncken heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 24 oktober 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:
Verkeersveiligheid kruispunt Goosstraat-Romershovenstraat:
Op de gemeenteraad van juni is door Best/Groen een punt toegevoegd (agendapunt 25) over de verkeersveiligheid en meer bepaald de oversteekplaats voor fietsers op het kruispunt Goosstraat-Romershovenstraat.
Door het bestuur is dit knelpunt voorgelegd aan de gemeentelijke verkeerscommissie.
- Wat zijn de bevindingen van de verkeerscommissie over dit knelpunt?
- Welke concrete acties wil de gemeente ondernemen.
Raadslid Jasper Goffin licht het agendapunt toe. Hij heeft intussen in het verslag van het schepencollege van 24 september 2019 gelezen welke aanpassingen gepland zijn aan het kruispunt Goosstraat-Romershovenstraat. Hij stelt bijkomend voor om de fietsoversteekplaats nog extra te beveiligen door middel van specifieke signalisatie.
Burgemeester Werner Raskin verduidelijkt dat de doorlooptijd van een dossier 3 à 4 maanden kan zijn. Die tijd is nodig omdat bij de melding van een probleem of een voorstel om iets aan te passen eerst onderzoek gedaan wordt op het terrein. Vervolgens wordt het dossier geagendeerd op de verkeerscommissie en nadien ook op het schepencollege. Na gunstig advies van het schepencollege wordt het dossier doorverwezen naar de gemeenteraad.
Burgemeester Werner Raskin licht toe dat in dit geval de snelheid op dat gedeelte van de Goosstraat terug gebracht zal worden naar 50km/u. Daardoor blijft de voorrang van rechts komende uit de Romershovenstraat behouden. Ook de ruilverkavelingsweg aan de overzijde zal voorrang van rechts hebben t.o.v. de Goosstraat. De fietsers die op het fietspad rijden krijgen - komende vanuit beide richtingen - voorrang op de ruilverkavelingsweg. Deze aanpassingen gebeuren mede op aangeven van de verkeersdeskundigen in de verkeerscommissie.
Raadslid Jasper Goffin herhaalt zijn vraag naar extra maatregelen om de fietsoversteekplaats beter zichtbaar te maken. Dat kan bijvoorbeeld met een bijkomende thermoplastische markering. Hij vreest immers dat de passerende auto’s er ondanks de snelheidsbeperking van 50km/u nog steeds erg hard zullen rijden.
Burgemeester Werner Raskin antwoordt dat dit in overweging genomen zal worden. De handhaving van toegelaten snelheid in het verkeer gebeurt momenteel maximaal. Er worden ontzettend veel snelheidscontroles uitgevoerd in Hoeselt.
Bijkomende punten:
| |
25 | Secretariaat (gemeente) - Verantwoording dossier Glaudis - Kennisgeving |
Raadslid Serge Voncken heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 24 oktober 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:
Verantwoording dossier Glaudis:
Het college van burgemeester en schepenen leverde een omgevingsvergunning af voor het bouwproject aan de grot (Hoogstraat 3), ondanks de vele bezwaren vanuit diverse hoeken.
- Hoe zijn de talrijke argumenten tegen dit project weerlegd?
- Hoe worden de mensen die een bezwaar indienden in kennis gesteld?
Raadslid Serge Voncken licht het agendapunt toe.
Schepen Yves Croux benadrukt dat hij respect heeft voor ieders mening in dit dossier. Het behoort evenwel niet tot de bevoegdheden van de gemeenteraad om te oordelen over de bezwaren en argumenten die in dit dossier geopperd zijn. Het college van burgemeester en schepenen heeft alle bezwaren in eer en geweten heel goed bekeken en weerlegd. En op een aantal bezwaren is het gemeentebestuur ook ten dele ingegaan. Inwoners kunnen ten allen tijde op het omgevingsloket kijken hoe de bezwaarschriften weerlegd zijn. Er is een affiche opgehangen met de melding dat er een vergunning is afgeleverd en het is gepubliceerd op de gemeentelijke website. Via een eenvoudig schrijven kan eenieder een afschrift van de beslissing van het schepencollege opvragen bij de dienst Omgeving conform het bestuursdecreet. De termijn om in beroep te gaan is 30 dagen. In concreto moet dit gebeuren voor 17 november as.
Raadslid Serge Voncken vindt het een betere en beleefdere optie om de inwoners die een bezwaarschrift hebben ingediend schriftelijk te antwoorden. Het is niet verstandig om een drempel in te bouwen voor het verkrijgen van deze informatie.
Burgemeester Werner Raskin benadrukt dat de informatie beschikbaar is voor iedereen die ze wil. Hij heeft er vertrouwen in dat de mensen die de tijd en energie hebben vrijgemaakt om een bezwaarschrift in te dienen ook de moeite zullen doen om dit verder op te volgen.
Raadslid Mieke Claesen klaagt aan dat zij tot 2 maal toe bij de dienst Omgeving in het gemeentehuis is geweest, maar dat zij telkens is afgewimpeld en dus geen duidelijke info heeft kunnen krijgen.
Schepen Yves Croux bevestigt dat hier een misverstand in het spel is. De dienst Omgeving is niet vertrouwd met het afleveren van een afschrift van een beslissing van het schepencollege. Men heeft zich intussen bevraagd o.a. op het vlak van de regels qua privacy (GDPR). Er is bevestigd dat men een afschrift mag en kan afleveren na een eenvoudig mailtje.
Raadslid Fons Capiot benadrukt dat men geen gemeenteraadslid wandelen mag sturen.
Raadslid Serge Voncken geeft aan dat je heel duidelijk kan voelen wat er leeft in dit dossier. Je moet als gemeentebestuur dan de confrontatie durven aangaan en aan de inwoners uitleggen wat de plannen zijn en hoe je de bezwaarschriften weerlegd hebt.
Burgemeester Werner Raskin antwoordt dat er onlangs een gesprek is geweest met de betreffende actiegroep. Hij heeft hier veel uit geleerd. De communicatie verbeteren is hierbij zeker een werkpunt. Het bestuur zal hierin investeren.
In besloten vergadering
Bijkomende punten:
| |
26 | Secretariaat (gemeente) - Verzetsprocedure bij de beslagrechter tegen uitvoering vonnis arbeidsrechtbank inzake arbeidsongeval - Kennisgeving |
Raadslid Eddy Vandecaetsbeek heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Wij Hoeselt een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van 24 oktober 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:
Goedkeuring verzetsprocedure bij beslagrechter door schepencollege tegen uitvoering vonnis arbeidsrechtbank dat een personeelslid in het gelijk stelt en waarbij de gemeente wordt veroordeeld in betaling van de opgelopen schadevergoeding:
Op 1 oktober 2019 besloot het schepencollege in verzet te gaan tegen de uitvoering door een gerechtsdeurwaarder van het vonnis van de arbeidsrechtbank waarbij een personeelslid in het gelijk werd gesteld en de gemeente of haar verzekeraar ondanks het vonnis weigerde over te gaan tot betaling van de schadevergoeding. Vooreerst is het erg dat een personeelslid zich dient te wenden tot de arbeidsrechtbank om de vergoeding voor een arbeidsongeval af te dwingen. Wanneer het personeelslid dan bij vonnis in het gelijk wordt gesteld wil de gemeente of haar verzekeraar nog steeds de schadevergoeding niet betalen. Welk is de argumentatie van het schepencollege hiervoor? De argumentatie van haar advocaat kennen we. Er zou geen afdoend betalingsbewijs zijn bezorgd. Heeft het schepencollege dit gecontroleerd? Heeft het schepencollege voorafgaandelijk zich de moeite getroost om met het personeelslid contact op te nemen? Heeft het personeelslid tot 2x toe het betalingsbewijs binnengebracht? Heeft de behandelende tandarts een 3de maal het betalingsbewijs binnengebracht op de gemeente? Heeft het schepencollege contact opgenomen met de verzekeringsmaatschappij? Heeft het schepencollege overleg gepleegd met haar advocaat? Waarom vertelt de burgemeester achteraf tegen betrokkene dat het schepencollege niet anders kan handelen? Is de gemeente niet meer baas over de zaken waarin zij gedagvaard wordt? Is het menselijk te noemen dat het schepencollege op deze manier omgaat met een personeelslid? Wat denkt het schepencollege nu te bereiken met deze verzetsprocedure? Handelt het hier over 3.000 EUR? Beseft het schepencollege dat zij met deze procedure geen beroep aantekenen maar zich enkel verzetten tegen uitbetaling van een som waartoe zij veroordeeld werden?
Raadslid Eddy Vandecaetsbeek licht het agendapunt toe.
Burgemeester Werner Raskin benadrukt dat dit een zuivere verzekeringskwestie is. Verzekeringsmaatschappij Ethias handelt dit arbeidsongeval af zoals alle andere dossiers en staat in voor de betaling. De gemeente Hoeselt heeft telkens alle administratieve stukken onmiddellijk overgemaakt aan Ethias.
De burgemeester geeft vervolgens een chronologisch overzicht van de gebeurtenissen en toont aan de hand van de bewijsstukken de problematiek die zich stelt met het betalingsbewijs. Uit dit relaas blijkt waarom verzekeringsmaatschappij Ethias zich vragen stelt bij de chronologie van de data op de betalingsbewijzen. Dit maakt vervolgens dat zij de bewijskracht van de betalingsbewijzen in vraag stellen. Hij benadrukt dat ook het gemeentebestuur een oplossing wil, maar de verzekering heeft deze zaak in handen.
Raadslid Eddy Vandecaetsbeek meent dat medische complicaties achteraf een verklaring kunnen zijn voor de afwijkende data en documenten. Burgemeester Werner Raskin antwoordt hierop dat hij enkel kan vaststellen dat de behandelende tandarts en het personeelslid er een administratieve soep van hebben gemaakt.
Raadslid Fons Capiot vraagt de burgemeester om persoonlijk contact te nemen met Ethias en deze zaak op een menselijke manier op te lossen. Allicht kan men dit uitpraten met alle partijen en een oplossing vinden.
Burgemeester Werner Raskin zegt hier zijn best voor te willen doen en zal morgen persoonlijk contact opnemen met Ethias.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.