NOTULEN VAN DE  GEMEENTERAAD

 

VERGADERING VAN 26 november 2020

 

 

Aanwezig:

Jordi Boulet, voorzitter

Werner Raskin, burgemeester

Bert Vertessen, Yves Croux, Johan Schoefs, Linda Verjans, schepenen

Alfons Capiot, Serge Voncken, Michel Vanroy, Carine Moors, Wim Hellinx, Wendy Bollen, Rudi Coenegrachts, Christiaan Hex, Mieke Claesen, Heidi Berx, Liesbeth Werelds, Marc Bamps, Stanny Crommen, Eddy Vandecaetsbeek, Jasper Goffin, raadsleden

Geert Rouffa, algemeen directeur

 

Vanaf punt 1 is raadslid Wendy Bollen verontschuldigd.

Vanaf punt 3 is raadslid Wendy Bollen aanwezig.

 

Overzicht punten

 

In openbare vergadering

1

Financiën (gemeente) - Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen - Aanpassing van het besluit van 28 november 2019 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op art 170 §4 van de Grondwet;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 15 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor IGS Woonfocus;

 

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

 

Overwegende dat in het projectplan voor IGS Woonfocus de volgende aanvullende activiteiten opgenomen werden: “2.5: De gemeente spoort verwaarloosde gebouwen en woningen op, inventariseert ze en pakt ze aan” en “2.7: De gemeente stelt een gemeentelijk heffingsreglement rond leegstand en/of verwaarlozing van gebouwen en woningen vast en past het heffingsreglement toe”;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2019 om de intergemeentelijke samenwerking rond lokaal woonbeleid verder te zetten in de periode 2020-2025, zij het in een gewijzigde samenstelling met de gemeenten Riemst en Voeren, in het samenwerkingsverband "IGSW Zuidoost-Limburg";

 

Overwegende dat in het projectplan voor IGSW Zuidoost-Limburg de volgende aanvullende activiteit opgenomen werd: "LWBVBPO2: De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving: verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken";

 

Overwegende dat verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

 

Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente Hoeselt beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt;

 

Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente Hoeselt;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

1. Beveiligde zending:

 één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

 a. een aangetekend schrijven;

 b. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

2. Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

 

3. Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet;

 

4. Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;

 

5. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3 van dit reglement;

 

6. Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

7. Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

 

8. Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 § 1 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;

 

9. Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;

 

10. Zakelijk gerechtigde:

  de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

  a. de volle eigendom;

  b. het recht van opstal of van erfpacht;

  c. het vruchtgebruik;

 

11. Renovatienota: is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:

  a. een overzicht van de voorgenomen werken;

  b. een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt;

  c. offertes en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken van waarin de verschillende onderdelen duidelijk vermeld worden. Deze offertes/facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar;

  d. fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen;

 

Art. 2 - Vaststelling van de verwaarlozing.

De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden of de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking, stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 9 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

Art. 3 - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

1. het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

2. de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

3. de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

4. het nummer en de datum van de administratieve akte;

5. de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

6. de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

7. de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert.

 

Art. 4 - Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§1. De registratiebeheerder neemt een woning of een gebouw, waarvan vastgesteld is dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, d. of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

 

§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 5 - Kennisgeving van de voorgenomen registratie.

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Deze kennisgeving bevat:

- de genummerde administratieve akte;

- het technisch verslag;

- informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

- informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

- informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht via aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis stellen van de opname van het gebouw of de woning in de inventaris.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze bevat minstens de volgende gegevens:

- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw;

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Art. 6 - Bezwaar tegen de voorgenomen registratie.

§1. Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 5, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

a. ondertekend en gemotiveerd zijn;

b. met een beveiligde zending worden ingediend;

c. minimaal de volgende gegevens bevatten:

 - de identiteit en het adres van de indiener;

 - de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

 - de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

d. worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 5.

 

§2. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

 

§3. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§4. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§5. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van een bezwaarschrift een ontvangstbevestiging.

 

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

 

§8. Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 7 - Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§1. De registerbeheerder schrapt een woning of een gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 9 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.

 

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

a. ondertekend en gemotiveerd zijn;

b. een beveiligde zending worden ingediend;

c. minimaal de volgende gegevens bevatten:

 - de identiteit en het adres van de indiener;

 - de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt dat datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§3. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging.

 

§5. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De registerbeheerder doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 8 - Beroep tegen weigering tot schrapping.

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

a. ondertekend en gemotiveerd zijn;

b. met een beveiligde zending worden ingediend;

c. minimaal de volgende gegevens bevatten:

 - de identiteit en het adres van de indiener;

 - de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

 - de weigeringsbeslissing;

d. worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

 

§3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging.

 

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 9 - Belastingstermijn en belastbare grondslag.

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Art. 10 - Belastingplichtige.

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum. 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Indien er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

Art. 11 - Tarief van de belasting.

De belasting bedraagt:

Op de eerste verjaardag van de opname in het register verwaarloosde gebouwen en woningen:

1.200,00 EUR voor een woning;

1.200,00 EUR een gebouw.

 

Op de tweede en elke volgende verjaardag van de opname in het register verwaarloosde gebouwen en woningen:

2.400,00 EUR voor een woning;

2.400,00 EUR voor een gebouw.

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Indien er een vrijstelling toegekend werd zoals omschreven in artikel 12, is de eerste heffing na afloop van de toegekende vrijstellingstermijn dezelfde als die verschuldigd is op de eerste verjaardag na de opname in het register verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

Art. 12 - Vrijstelling.

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de registerbeheerder. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals hieronder vermeld, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de beroepsinstantie overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 15.

 

§3. Een vrijstelling wordt verleend:

1. aan de heffingsplichtige die het zakelijk recht heeft op één enkele woning, bij uitsluiting van enig ander gebouw of enige andere woning, en die als houder van het recht de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats. De vrijstelling geldt uitsluitend voor de belasting die verschuldigd is bij de eerste verjaardag na opname, ongeacht of om een andere reden een vrijstelling verleend werd;

2. aan de heffingsplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. De heffingsplichtige levert hiervoor de nodige bewijzen, zie artikel 5. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:

 - vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap;

 - bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament.

 

Vrijstellingen vermeld in deze paragraaf zijn persoonsgebonden. Zij worden toegekend overeenkomstig het aandeel van de woning of het gebouw waarvan deze persoon zakelijk gerechtige is. De overige zakelijk gerechtigden blijven heffingsplichtig voor het resterende deel van de heffing. De heffing zal hoofdelijk gebeuren en het vrijgestelde deel zal daarvan worden afgetrokken.

 

§4. Een vrijstelling wordt verleend als:

1. Het gebouw of de woning gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

 - wanneer het gaat over handelingen die om een omgevingsvergunning vragen: er moet een niet vervallen omgevingsvergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van deze omgevingsvergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

 - wanneer het gaat over handelingen die geen omgevingsvergunning vragen: er moet een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van één jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door het college van burgemeester en schepenen. Deze vrijstelling kan maximaal 2 maal verlengd worden met één jaar mits voorlegging van een nieuwe renovatienota;

Slechts 1 van bovenstaande vrijstellingen kan worden toegekend binnen een periode van 10 jaar.

 

2. Het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid (voorlopig) goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt.

 

§5. Er wordt wegens overmacht een vrijstelling van de heffing verleend aan de zakelijk gerechtigde die aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register om redenen onafhankelijk van zijn wil.

 

Art. 13 - Inkohiering.

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel directeur die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.

 

Art. 14 -  Betalingstermijn.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

 

Art. 15 - Bezwaar.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige (en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger) en anderzijds naar de financieel directeur.

 

Art. 16 - Het reglement betreffende de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen van 28 november 2019 wordt opgeheven. Woningen en gebouwen die reeds werden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen blijven opgenomen in het register met hun oorspronkelijke opnamedatum. Vrijstellingen die reeds eerder werden toegekend volgens de bepalingen van vorige reglementen, blijven behouden met dezelfde duur en/of einddatum. Na afloop van deze vrijstelling gelden de bepalingen van het huidige reglement.

 

Art. 17 - Kennisgeving toezicht.

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

2

Financiën (gemeente) - Belasting op de leegstand van woningen en gebouwen - Aanpassing van het besluit van 26 oktober 2019 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op artikel 170 van de Grondwet;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, met latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende subsidiering van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, dat gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen op te nemen in een register conform artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid, dat gemeenten in een intergemeentelijk samenwerkingsverband oplegt om leegstaande gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken;

 

Gelet op het besluit van de de gemeenteraad van 27 juni 2019 waarin deze besliste om samen met de gemeenten Riemst en Voeren deel te nemen aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband rond lokaal woonbeleid IGSW Zuidoost Limburg, waardoor de gemeente het engagement opneemt om leegstaande gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken;

 

Overwegende dat Stebo vzw opgenomen werd als projectuitvoerder binnen dit intergemeentelijk samenwerkingsverband Zuidoost-Limburg;

 

Overwegende dat door dit nieuwe samenwerkingsverband IGSW Zuidoost-Limburg de samenwerking met vzw Stebo rond leegstand die gehanteerd werd in IGS Woonfocus naadloos kan verdergezet worden vanaf 2020;

 

Overwegende het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode de gemeente aanstelt als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;

 

Overwegende dat dit bevestigd wordt in het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 2018 betreffende het lokaal woonbeleid, waarin de Vlaamse regering de taken van de gemeente inzake lokaal woonbeleid oplijst;

 

Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente Hoeselt beschikbare woningen- en gebouwenbestand ook optimaal benut wordt;

 

Overwegende dat op basis van het Grond- en Pandendecreet gemeenten een register van leegstaande woningen en gebouwen kunnen bijhouden;

 

Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente Hoeselt moet bestreden worden;

 

Overwegende dat de strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;

 

Overwegende dat de wijze van registratie en belasting die in dit reglement zijn opgenomen het best aansluiten bij de noden en het beleid van de gemeente Hoeselt;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente Hoeselt;

 

Overwegende dat de overheidsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, er toe hebben geleid dat veel belastingplichtigen niet in de mogelijkheid waren om te vermijden dat zij belastbaar zouden worden of blijven;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Begripsomschrijvingen.

 

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.2 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, dat in dit reglement ‘het Grond- en Pandendecreet’ wordt genoemd.

 

In dit reglement wordt verstaan onder:

 

1.  Administratie:

de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

De gemeente kan hiervoor beroep doen op medewerkers van het intergemeentelijk samenwerkingsverband;

 

2.  Beroepsinstantie:

het college van burgemeester en schepenen;

 

3.  Beveiligde zending:

één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a. een aangetekend schrijven;

b. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

4.  Gebouw:

elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 

5.  Kamer:

een woning zoals vermeld in de Vlaamse Wooncode, artikel 2,10° bis (een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt);

 

6.  Woning:

een goed, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode (elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande);

 

7.  Leegstaand gebouw:

gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde omgevingsvergunning of melding in de zin van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, met latere wijzigingen, of milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, met latere wijzigingen. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping  van de overige gedeelten kan beschouwd worden als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten;

 

8.  Leegstaande woning:

woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie; een woning die geregistreerd staat als tweede verblijf - zoals gedefinieerd in het geldende gemeentelijk reglement betreffende de gemeentebelasting op tweede verblijven - wordt niet beschouwd als zijnde leegstaand;

 

9.  Leegstand bij nieuwbouw:

een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen zeven jaar na afgifte van een omgevingsvergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

 

10. Leegstandsregister:

het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.2.6 van het Grond- en Pandendecreet;

 

11. Opnamedatum:

de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen;

 

12. Verjaardag:

het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt;

 

13. Zakelijk gerechtigde:

de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a. de volle eigendom;

b. het recht van opstal of van erfpacht;

c. het vruchtgebruik;

 

14. Renovatienota:

is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd en waarin  minstens volgende elementen zijn opgenomen:

a. een overzicht van de voorgenomen werken;

b. een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt;

c. offertes en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken waarin de verschillende onderdelen duidelijk vermeld worden. Deze offertes en/of facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar;

d. een fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen;

 

Art. 2 -  Leegstandsregister

 

§1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

- een lijst “leegstaande gebouwen”;

- een lijst “leegstaande woningen”.

 

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

§2. In elke lijst worden de volgende gegevens opgenomen:

- het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

- de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

- de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijke gerechtigde(n);

- het nummer en de datum van de administratieve akte;

- de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.

 

Art. 3 - Registratie van leegstand

 

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De gemeente kan hiervoor beroep doen op medewerkers van het intergemeentelijk samenwerkingsverband.

 

§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.

 

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende niet-limitatieve lijst:

- het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning;

- het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning;

- het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”;

- het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

- een volle brievenbus gedurende lange tijd;

- een verwaarloosde tuin (lang gras, onverzorgd,…);

- rolluiken die langdurig neergelaten zijn;

- het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf;

- de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang;

- een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik als woning of een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

- de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;

- aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit;

- getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent;

- andere relevante indicaties van leegstand.

 

Art. 4 - Kennisgeving van registratie

 

De zakelijk gerechtigde(n) wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

- de administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag;

- informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

- informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;

- informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister;

 

In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht via aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis stellen van de opname van het gebouw of de woning in de inventaris.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze bevat minstens de volgende gegevens:

- naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

- datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

- nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw;

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Art. 5 - Beroep tegen registratie

 

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

- de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

Als datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

 

§3. Elk inkomend beroepschrift wordt in het leegstandsregister geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.

 

§4. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

- als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

- als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of;

- als  het beroepschrift niet is ondertekend.

 

§5. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener.

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§6. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§7. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend aan de indiener ervan.

 

§8. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

 

Art. 6 - Schrapping uit het leegstandsregister

 

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, zoals omschreven in art 1, 8°.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 7°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

- de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;

Als datum van het verzoek wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

 

Art. 7 - Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

 

§1 Deze belasting wordt opgeheven voor aanslagjaar 2020, vermits veel belastingplichtigen niet in de mogelijkheid waren om te vermijden dat zij belastbaar zouden worden of blijven, wegens de overheidsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan.

Er wordt voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister.

De definities van woningen, gebouwen, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1.

 

§2 De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het leegstandsregister, d.w.z. 12 maanden na datum van de administratieve akte.

 

Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Art. 8 - Belastingplichtige

 

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde over het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op de verjaardag van de opnamedatum.

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

Art. 9 - Tarief van de belasting

 

De belasting bedraagt:

Op de eerste verjaardag van de opname in het leegstandsregister of op de eerste verjaardag na het aflopen van een vrijstellingstermijn, zoals omschreven in artikel 10:

1.200 EUR per leegstaand gebouw of woning

100 EUR per leegstaande kamer

 

Op de tweede verjaardag en elke volgende verjaardag van de opname in het leegstandsregister:

2.400 EUR per leegstaand gebouw of woning

200 EUR per leegstaande kamer

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Indien er een vrijstelling toegekend werd zoals omschreven in artikel 10, is de eerste heffing na de afloop van de toegekende vrijstellingstermijn dezelfde als die verschuldigd is op de eerste verjaardag na de opname in het leegstandsregister.

 

Art. 10 - Vrijstellingen

 

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de administratie. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in §3 of §4, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de beroepsinstantie overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 13.

 

§3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

 

1. De heffingsplichtige die mede-eigenaar of volle eigenaar is van de woning of het gebouw en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of in een zorgwoning, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling, of elders inwoont in het kader van een zorgsituatie. Deze vrijstelling loopt totdat deze situatie zich opheft. Een attest van verblijf in de ouderenvoorziening of instelling of een melding van zorgwoning of een attest van de huisdokter moet jaarlijks worden voorgelegd.

 

2. De heffingsplichtige die mede-eigenaar of volle eigenaar is van de woning of het gebouw waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt tot zolang de situatie zich aanhoudt. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd.

 

3. De heffingsplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor de eerstvolgende heffing volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. De heffingsplichtige levert hiervoor de nodige bewijzen.

 Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 % van het aandeelhouderschap.

 

4. Indien de heffingsplichtige meerdere woningen en/of gebouwen bezit die hij of zij tegelijk wil slopen, verbouwen of renoveren om economische efficiëntieredenen, voor zover er een planning kan voorgelegd worden en er jaarlijks over wordt gerapporteerd op het gemeentelijk woonoverleg.

 Deze vrijstelling wordt toegekend voor 1 jaar en kan maximum 2 maal verlengd worden.

 

Vrijstellingen vermeld in deze paragraaf zijn persoonsgebonden. Ze worden toegekend overeenkomstig het aandeel van de woning of het gebouw waarvan deze persoon zakelijk gerechtigde is. De overige zakelijk gerechtigden blijven heffingsplichtig voor het resterende deel van de heffing. De heffing zal hoofdelijk gebeuren en het vrijgestelde deel zal daarvan worden afgetrokken.

 

§4. Een vrijstelling wordt verleend als:

 

1.  Het gebouw of de woning gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

-  wanneer het gaat over handelingen die een omgevingsvergunning vragen: er moet een niet vervallen omgevingsvergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van deze omgevingsvergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

-  wanneer het gaat over handelingen die geen omgevingsvergunning vragen: er moet een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van één jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door het college van burgemeester en schepenen. Deze vrijstelling kan maximaal 2 maal verlengd worden met één jaar mits voorlegging van een nieuwe renovatienota.

Slechts 1 van bovenstaande vrijstellingen kan worden toegekend binnen een periode van 10 jaar.

 

2.  Het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt;

 

3.  Het gebouw of de woning deel uitmaakt van een RUP in opmaak of van een goedgekeurd RUP waarin de bestemming van het gebied gewijzigd wordt;

 

4.  Het gebouw of de woning beschermd is als monument; stads- of dorpsgezicht krachtens het decreet van 3 maart 1976. De vrijstelling geldt voor een periode van 3 jaar;

 

5.  Het gebouw of de woning vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

6.  Het gebouw of de woning onmogelijk effectief gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een andere soortgelijke procedure, bijvoorbeeld bij een afhandeling van een verzekeringsonderzoek of geschil.

  De vrijstelling gaat in:

-  vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee jaar na het einde van de onmogelijkheid indien de zaak start na registratie in het leegstandsregister;

-  twee jaar vanaf de registratiedatum indien de procedure gestart is voor de registratie.

De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure. Gerechtelijke procedures in het kader van huurgeschillen of geschillen waarvoor de bevoegde rechtbank geen verzegeling van de woning en/of het gebouw heeft uitgesproken, geven geen aanleiding tot het verlenen van een vrijstelling van de belasting;

 

7. Het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, § 2, van de Vlaamse Wooncode;

 

8.  Het gebouw of de woning het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

 

9.  Het gebouw of de woning te koop of te huur staat en de volgende voorwaarde vervuld is:

  het gebouw of de woning wordt tegen aanvaardbare marktvoorwaarden aangeboden (moet aangetoond worden aan de hand van een schattingsverslag door een expert).

  Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 1 jaar en kan slechts één keer toegekend worden aan dezelfde eigenaar van het zakelijk recht binnen een periode van 10 jaar.

 

10. De woning verbonden is met een bedrijfsruimte, en voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

-  de woning heeft geen eigen ingang vanaf de openbare weg;

-  de houder(s) van het zakelijk recht hebben voldoende aantoonbare inspanningen ondernomen ter bevordering van verhuur/verkoop van het pand. De beoordeling kan bijvoorbeeld geschieden op basis van schriftelijke bewijzen, contracten met immobiliënkantoren, …

Deze vrijstelling van maximum 3 jaar gaat in vanaf de inventarisatiedatum.

 

11. Het een woning betreft die in gebruik is voor een aan wonen aanverwante functie, zoals de uitoefening van een vrij beroep of een dienstverlenende activiteit of kantoorfunctie.

Deze vrijstelling wordt enkel toegekend als voldaan is aan de volgende twee voorwaarden:

-  er werden of worden geen structurele wijzigingen aan de woning uitgevoerd, zodat de woning meteen terug gebruikt kan worden voor haar eigenlijke functie namelijk wonen;

-  de woning wordt effectief gebruikt voor het uitoefenen van een vrij beroep of een beroep in de dienstverlenende sector of voor een kantoorfunctie. Het louter hebben van een inschrijving in de Kruispuntbank Ondernemingen geeft geen recht op deze vrijstelling. De eigenaar legt de nodige bewijzen voor die dit effectief gebruik kunnen staven. Deze voorwaarden kunnen ter plaatse worden gecontroleerd.

Deze vrijstelling geldt voor een periode van 1 jaar;

 

12. Wanneer de leegstand het gevolg is van overmacht, d.w.z. te wijten is aan redenen buiten de wil van de zakelijk gerechtigde van wie redelijkerwijze niet kan verwacht worden dat hij een einde stelt aan de leegstand.

 

Art. 11 - Inkohiering

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel directeur die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.

 

Art. 12 - Betalingstermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

 

Art. 13 - Bezwaar

 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige (en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger) en anderzijds naar de financieel directeur.

 

Art. 14 -  Het reglement betreffende de belasting op leegstand van woningen en gebouwen van 26 oktober 2019 wordt aangepast met ingang van heden.

De bepalingen uit het reglement betreffende de opmaak van het leegstandsregister blijven behouden, maar de belasting wordt niet geheven voor belastingjaar 2020. Woningen, gebouwen en kamers die reeds werden opgenomen in het leegstandsregister, blijven opgenomen in het register met hun oorspronkelijke opnamedatum. Vrijstellingen die reeds eerder werden toegekend volgens de bepalingen van vorige reglementen, blijven behouden met dezelfde duur en/of einddatum. Na afloop van deze vrijstelling gelden de bepalingen van het huidige reglement.

 

Art. 15 - Kennisgeving toezicht

 

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

3

Omgeving - Convenant 2021 tussen de gemeente Hoeselt en Limburg.net inzake afvalbeheer, -verwijdering en -verwerking - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;

 

Gelet op de statuten van Limburg.net;

 

Gelet dat Limburg.net ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van Limburg.net;

 

Gelet op de convenant 2015 tussen de gemeente Hoeselt en Limburg.net waarbij Limburg.net gemachtigd werd tot inning van het kohierbelastingreglement cfr. artikel 26 van het Materialendecreet; het convenant omvat eveneens afspraken inzake geldstromen en taken van de gemeente en van Limburg.net;

 

Gelet op het feit dat in de navolgende convenanten met Limburg.net het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen telkens integraal werd opgenomen en goedgekeurd;

 

Gelet op het feit dat het reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen voor 2021 dient te worden goedgekeurd;

 

Gelet op voorgaande is het aangewezen de convenant met Limburg.net voor 2021 met daarin opgenomen het belastingreglement 2021 te laten goedkeuren;

 

Besluit,

 

13 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Bert Vertessen (NVA-nieuw), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
8 onthoudingen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt), Serge Voncken (Best-Groen), Carine Moors (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen), Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt) en Jasper Goffin (Best-Groen).
 

Art. 1 - Goedkeuring te verlenen voor de ondertekening van de convenant 2021 tussen:

 

De gemeente HOESELT, waarvoor optreedt het college van burgemeester en schepenen, met zetel te Hoeselt, Dorpsstraat 17, vertegenwoordigd door Werner Raskin, burgemeester en Geert Rouffa, algemeen directeur;

hierna aangeduid als de GEMEENTE

en:

Limburg.net OV, opdrachthoudende vereniging waarvan de zetel gevestigd is te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel 32, en ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712,  vertegenwoordigd door Walter Cremers, voorzitter en Raf Truyens, ondervoorzitter;

hierna aangeduid als LIMBURG.NET

samen de “partijen” genoemd;

 

Art. 2 - De convenant omvat als volgt:

 

TITEL 1 - DOEL

 

Art. 1 - Doel

De GEMEENTE heeft als vennoot aan de intergemeentelijke vereniging LIMBURG.NET de opdracht toevertrouwd om in te staan voor de uitvoering van de beslissingen inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking met uitsluiting van de bevoegdheid tot vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen.

In de intergemeentelijke vereniging LIMBURG.NET is er toe besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van LIMBURG.NET. Dit gebeurt via een uniform stelsel van enerzijds heffingen voor deze ophaling en verwerking met inbegrip van een stelsel dat de inning van deze heffingen centraliseert bij LIMBURG.NET en, anderzijds, een reglement tot vergoeding voor de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen voor de recyclageparken die LIMBURG.NET beheert, met inbegrip van de betaling van de vergoeding.

 

In deze convenant willen de partijen deze optimalisatie operationeel maken voor de GEMEENTE en daaromtrent de nodige afspraken vastleggen. Dit gebeurt door het engagement om een in deze convenant vastgelegde tekst van belastingsreglement voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen aan de gemeenteraad ter goedkeuring voor te leggen.  De GEMEENTE zal ook zo nauw mogelijk aansluiten bij de door LIMBURG.NET voorgestelde belastingen voor het recyclageparkpark. Tenslotte worden nog enkele begeleidende afspraken gemaakt.

 

TITEL 2 - REGLEMENT VAN DE BELASTING

 

Art. 2 - Reglement van de belasting

De GEMEENTE verbindt er zich toe om het ontwerp van ‘Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen’ zoals het hierna wordt voorgesteld, ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Na de goedkeuring ervan door de gemeenteraad zal de GEMEENTE toezien op de uitvoering en de naleving ervan.

 

De tekst van het ontwerp is de volgende:

Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen

 

Hoofdstuk 1 - Algemene begrippen van de belasting

Art. 1 - Algemene bepalingen

Met ingang van 1 januari 2021 en voor een termijn van 1 jaar, eindigend op 31 december 2021, wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.

 

Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:

- Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.

- Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door LIMBURG.NET van de huishoudelijke afvalstoffen aan huis of op de containerparken, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.

 

Art. 2 - Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied.

In alle gemeenten in het bedieningsgebied van LIMBURG.NET waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door LIMBURG.NET uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.

 

Dit houdt in:

- dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.

- dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.

 

Art. 3 - Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1. Huishoudelijke afvalstoffen.

De afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

2. Huisvuil.

Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.

 

3. LIMBURG.NET.

De opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.

LIMBURG.NET heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. LIMBURG.NET treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.

LIMBURG.NET wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.

 

4. Het bedieningsgebied.

Het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan LIMBURG.NET hebben overgedragen.

 

5. Afvalreglement.

De gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.

 

6. Gezin.

Voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:

- hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid

- hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven

- hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijksregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden).

Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.

 

7. Onderneming.

Elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.

 

8. Ophaalpunt.

Elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van LIMBURG.NET huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.

 

9. Basisdienst.

Het geheel van diensten verleend door LIMBURG.NET waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven huisvuilcontainer: de huis-aan-huisinzameling op de reguliere tijdstippen en in maximaal 12 ophaalbeurten per jaar en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil in inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

- 1 persoonsgezin: 60 kg huisvuil

- 2 persoonsgezin: 120 kg huisvuil

- 3 persoonsgezin: 150 kg huisvuil

- 4 persoonsgezin en meer: 180 kg huisvuil.

Er kan per gezin maximum 60 kg huisvuil worden overgedragen naar het volgend jaar, op voorwaarde dat er minimaal 1 ophaalbeurt van het huisvuil heeft plaats gevonden.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak: de huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

- 1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

- 2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

- 3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 2 rollen grote zakken + 1 rol  kleine zakken (of equivalent)

- 4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 3 rollen grote zakken (of equivalent).

De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekening houdend met de openingsdata van de verdeelpunten.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedopeneerd in een ondergrondse container van Limburg.net: de beschikking per gezin over standaard één pas die toegang geeft tot de ondergrondse huisvuilcontainer. De toegangspas is uitgerust met een gegevenschip, die gebruikt wordt voor de registratie van DIFTAR-gegevens vermeld in art. 3 - 10°. De gegevens worden gelezen bij het openen van de trommel.

Per gezin is een jaarlijks quotum huisvuil inbegrepen om in de ondergrondse container te deponeren, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

- 1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 20 openingen van de trommel

- 2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 40 openingen van de trommel

- 3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 50 openingen van de trommel

- 4 persoonsgezin: 1320 liter, zijnde 60 openingen van de trommel

Overdracht van resterende kilo's naar het jaar nadien kan maar gebeuren indien minimum 1 lediging in het dienstjaar is uitgevoerd en is geplafonneerd tot maximum 20 openingen.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een gezamelijke container van Limburg.net met een gesolidariseerd quotum (van toepassing in een wooncomplex met 8 wooneenheden of meer):

- de toegang tot een of meerdere containers waarnaar het jaarlijks quotum huisvuil (uitgedrukt in kilogram zoals hierboven omschreven) van meerdere gezinnen zijn omgezet.

- het jaarlijks recht van de gezamelijke container is de som van alle rechten waarop elk afzonderlijk gezin recht heeft volgens de gezinstoestand van 1 januari.

Overdracht van resterende kilo's is enkel mogelijk indien er in het dienstjaar minimum één lediging heeft plaatsgevonden en geplafoneerd op een maximum van 60 kg.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het groente, fruit en tuinafval (gft):

wanneer het gft aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven gft container: de beschikking per gezin over standaard één gft container.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:

De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor het verifiëren van de jaarlijkse verschuldigde contactbelasting voor het gft jaarabonnement vermeld in Artikel 3 - 10°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.

 

De basisdienst omvat voor het aan huis ophalen op afroep:

De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.

 

De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door LIMBURG.NET beheerde inzamelpunten:

Voor de straat- of wijkcontainers: het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geëigende straat- of wijkcontainers.

 

De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar het door de GEMEENTE beheerde containerpark: de toegang tot het gemeentelijke containerpark.

Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen. In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het containerpark enkel de fracties begrepen die kunnen aangeboden worden aan 0,00 EUR of de fracties die onder de vastgelegde quota liggen:

 

Fracties Tarief/m³

Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, 0,00 EUR/m³

glas (vlak/hol), pmd, kga, aeea, verlichtingstoestellen, autobanden (max 4

per gezin/jaar), gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voor-

werpen in kurk, herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.

EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)

Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)

 

Afbraakhout en zuiver bouwpuin

-- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)     2,00 EUR

-- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)     4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd

 

Tuinafval en snoeihout

-- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)     2,00 EUR

-- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)     4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.

 

Asbest

Gratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Gemengd bouwpuin         7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:

- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)     5,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)     10,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³       15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard

 

Grof vuil:

- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)     5,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)     10,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³       15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard.

 

De pmd-fractie wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.

 

De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.

 

10. CARDS.

De databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:

- de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in Artikel 4.

- Indien van toepassing, de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

- alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement.

- de rekenstaat van het gezin of de onderneming.

- Indien van toepassing, de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaalpunt van het gezin of de onderneming.

- Indien van toepassing, de afsluiting van een gft jaarabonnement voor gechipte gft containers.

- Indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).

 

11. Referentiepersoon.

De meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld.

- als de registratie gebeurt voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.

- als de registratie gebeurt voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.

 

12. Rekenstaat.

De rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

- de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting

- de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen, indien van toepassing.

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het quotum en/of het voorschot is van het gezin of de onderneming.

 

Art. 4 - Bepalingen inzake de CARDS-databank

Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de LIMBURG.NET CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert LIMBURG.NET de registratie uit op basis van de gegevens in het rijksregister of vreemdelingenregister.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:

- het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.

- de toegangspas(sen) tot het ondergrondse inzamelsysteem van Limburg.net (indien van toepassing).

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan LIMBURG.NET sluit LIMBURG.NET de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. LIMBURG.NET vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen of door betaling van het onbestede voorschot op het rekeningnummer van de referentiepersoon, indien van toepassing. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten.

 

Art. 5 - Het ter beschikking stellen van gft-containers

De containers te gebruiken als recipiënt voor gft-afval worden ter beschikking gesteld op basis van volgende bepalingen:

- het aantal containers wordt vastgesteld naar verhouding van één container van 120 liter per gezin of ophaalpunt

- uitzonderlijk kan een container van 120 liter vervangen worden door een container van 40 liter, op verzoek van de referentiepersoon van een gezin dat een pand bewoont waarin door bijzondere omstandigheden het gebruik van een container van 120 liter moeilijk of onmogelijk is.

 

Zelfstandige ondernemers hebben geen recht op een bijkomende container voor het afval uit hun zelfstandige activiteit.

De containers zijn verbonden aan het ophaalpunt. In geval van verhuis moeten de afvalcontainers in goede en gereinigde staat in een overdekt lokaal aan het ophaalpunt achtergelaten worden.

 

Art. 6 - Het ter beschikking stellen van (gezamelijke) huisvuilcontainers of toegangspassen voor een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net.

 Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipiënten voorzien:

- in samenspraak met Limburg.net kan een ondergronds inzamelstysteem voorzien worden door Limburg.net. In dat geval ontvangt het gezin standaard 1 toegangspas voor het ondergronds inzamelsysteem. Per extra toegangspas die geleverd moet worden aan het gezin wordt 15,00 EUR aangerekend.

- aan wooncomplexen vanaf acht woongelegenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum geplaatst.

Indien gewenst kan een hangslot worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van 36,25 EUR per slot.

Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

 

Hoofdstuk 2 - De kohierbelasting

Art. 7 - Algemene beginselen

De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET. LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.

 

Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting volgende bepalingen nog van toepassing:

- de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek, voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

- het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Art. 8 - De belastingplichtige

De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft.

De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.

 

Art. 9 - Het bedrag van de kohierbelasting

Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari:

123,85 EUR voor een eenpersoonsgezin

136,35 EUR voor een tweepersoonsgezin

142,60 EUR voor een driepersoonsgezin

148,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.

 

In dit bedrag voorziet de gemeente een tussenkomst van 50,00 EUR zodat de aangerekende bedragen gelijk zijn aan:

73,85 EUR voor een eenpersoonsgezin

86,35 EUR voor een tweepersoonsgezin

92,60 EUR voor een driepersoonsgezin

98,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.

 

Art. 10 - Niet van toepassing

 

Art. 11 - Sancties bij niet-betaling

Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten uit artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Art. 12 - Ondeelbaarheid

De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.

 

Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:

- Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.

Daarbij zal gelden:

- dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de niet afgehaalde volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum uitgedrukt in kilogram.

- dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.

 

- Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen naar een andere vestigingsplaats blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.

- De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van het gezin.

 

Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet meer van toepassing.

 

Art. 13 - De inkohiering en de inning

De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door LIMBURG.NET.

 

Art. 14 - De mogelijkheid tot bezwaar

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk LIMBURG.NET via de CARDS databank.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Art. 15 - Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2021.

 

Hoofdstuk 3 - De contantbelasting

Afdeling I - Beginselen

Art. 16 - Algemene beginselen

In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door LIMBURG.NET, op het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijke containerpark of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.

 

De toegang tot het gemeentelijk containerpark is enkel mogelijk mits voorleggen van een identificatiebewijs.

 

De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:

- De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.

- Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

- De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.

- Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van LIMBURG.NET, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.

- De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.

- Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.

 

Art. 17 - Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting

Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:

 

- in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling):

- huisvuil (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval);

- pmd;

- gft en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

- in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):

- grofvuil;

 

- in te zamelen volgens de brengmethode (naar het containerpark):

- alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: Papier/karton, glas (vlak + hol),pmd, kga, aeea, autobanden, gemengde kunststoffen, harde plastic ….

- asbest

- tuinafval, zuiver bouwpuin

- houtafval

- gemengd bouwpuin

- grofvuil, roofing

- EPS wit (verpakkingspiepschuim)

 

Afdeling II - De bedragen van de contantbelasting

Art. 18 - De bedragen voor de aan huis inzameling

Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:

- Contantbelasting huisvuil en gft:

- 1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: 12,50 EUR per rol

- 1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk:   6,25 EUR per rol

- 120 liter container: jaarabonnement van 40,00 EUR/jaar

- 40 liter container: jaarabonnement van 15,00 EUR/jaar

 

Het gft wordt opgehaald door middel van respectievelijk een groene container van 120 l of 40 l.

Indien de gemeente groene containers aanbiedt die voorzien zijn van een gegevenschip, dan zal het jaarabonnement gft na betaling van de contantbelasting geactiveerd worden op de gegevenschip. De ophaler zal bij iedere ophaling de gegevens op de gegevenschip uitlezen om te verifiëren dat het jaarabonnement actief is. Het jaarabonnement wordt geactiveerd op verzoek van het gezin. Indien de gemeente groene containers aanbiedt die niet voorzien zijn van een gegevenschip, dan zal het jaarabonnement gft geactiveerd worden zodra een gft sticker voor het lopende jaar gekleefd wordt op de deksel van de groene container.

 

Het gft jaarabonnement is geldig voor één kalenderjaar en dient jaarlijks vernieuwd te worden. Indien een gezin met een actief gft jaarabonnement tijdens het lopende jaar verhuist binnen dezelfde gemeente, dan kan het gft abonnement verdergezet worden op het nieuwe adres:

- hetzij door het bekomen van een gratis vervangsticker via de gemeente van aankoop van de initiële gft sticker (in geval van ongechipte groene container)

- hetzij door het verderzetten van het gft abonnement op het nieuwe adres (in geval van gechipte groene container). De verderzetting na verhuis binnen dezelfde gemeente gebeurt automatisch zodra de gegevens doorstromen vanuit het rijksregister (particuliere gebruikers).

 

Op specifieke adressen moet het huisvuil gedeponeerd worden in de ondergrondse container van Limburg.net. De contantbelasting bedraagt:

 

Type container    Afvalsoort EUR/aanbieding EUR/KG

 

1.100 liter                  huisvuil  3,21 EUR  0,18 EUR

 

Container met gezamenlijk quotum huisvuil  0,00 EUR  0,18 EUR

(tarief van toepassing van zodra quotumkilo's opgebruikt zijn)

 

Gezamenlijk ondergronds inzamel- huisvuil  0,63 EUR per  0,00 EUR

systeem van Limburg.net    opening trommel

 

 

 

- Contantbelasting pmd, textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal.

De contantbelasting bedraagt:

 

FRACTIE  EENHEID     CONTANTBELASTING

Pmd    1 rol van 20 zakken van 60 L    3,00 EUR per rol

   1 rol van 10 zakken van 120 L (enkel voor 3,00 EUR per rol

   scholen & verenigingen)

textiel- en lederwaren       0,00 EUR

papier en karton       0,00 EUR

hol glas         0,00 EUR

metaal         0,00 EUR

 

- Contantbelasting papieren zak voor gft container:

- papieren zak voor gft container van 120 liter (grote gft container): 0,50 EUR / papieren zak

(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 2,50 EUR per pakket)

- papieren zak voor gft container van 40 liter (kleine gft container): 0,20 EUR / papieren zak

(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 1,00 EUR per pakket).

 

Art. 19 - De bedragen voor de inzameling op afroep

Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op 20,00 EUR per ophaalbeurt. Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard.

 

Art. 20 - De bedragen van toepassing op het containerpark

 

Fracties Tarief/m³

Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, 0,00 EUR/m³

glas (vlak/hol), pmd, kga, aeea, verlichtingstoestellen, autobanden

(max 4 per jaar gezin/jaar), gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen,

voorwerpen in kurk, herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.

EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)

Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)

 

Afbraakhout en zuiver bouwpuin

- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)     2,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)     4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd

 

Tuinafval en snoeihout

- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³)     2,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³)     4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.

 

Asbest          

Gratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin/jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Gemengd bouwpuin         7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:

- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)     5,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)     10,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³       15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard

 

Grof vuil:

- hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³)     5,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³)     10,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³       15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard

 

De pmd-fractie wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.

 

Afdeling III - De heffing

Art. 21 - De heffing van de contantbelasting

Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.

Wanneer het afval voor ophaling wordt aangeboden in een gft-container met gft jaarabonnement dan is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik van het ledigen van de container. Het gft jaarabonnement moet jaarlijks vernieuwd worden.

Voor het grofvuil (ophaling op afroep) is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de grofvuilaanvraag via de website wordt geplaatst en betaald (of de overschrijving wordt betaald in de gevallen dat niet online kan worden besteld).

Wanneer de afvalstoffen op het containerpark worden afgeleverd zal de parkwachter een schatting maken van de aangebrachte hoeveelheid afval en de overeenstemmende contantbelasting berekenen. Het verschuldigde bedrag moet ter plaatse betaald worden tegen afgifte van een kwitantie, afgeleverd door de toezichthoudende parkwachter.

De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het containerpark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende contantbelasting.

 

Art. 22 - Belastingplichtige

Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

 

Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Art. 23 - Voorschotaanrekening

§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wijze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.

De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.

De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.

De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst.

De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.

De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van de verantwoordelijke (syndicus) van een wooncomplex met gesolidariseerd quotum in de CARDS-databank.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin  kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

§ 2 Voor elk gezin/onderneming/wooncomplex met gesolidariseerd quotum, wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:

- per gezamelijke container 1.100 liter: 180,00 EUR

- in geval van een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net: 30,00 EUR

 

§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:

- een container van 1.100 liter: 40,00 EUR

- in geval van een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net: 10,00 EUR

 

Wanneer het gezin, de onderneming of een wooncomplex meerdere containers ter beschikking heeft is het drempelbedrag de optelsom van alle containers die het gezin of de onderneming ter beschikking heeft.

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.

 

§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.

 

§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:

- een container van 1.100 liter: 20,00 EUR

 

Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:

- de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker

- indien op het containerpark automatisch afgerekend wordt, de datum van het bezoek, met vermelding van de aangeboden fracties boven de quota

 

§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot.

 

§ 7 Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingplichtige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.

 

Art. 24 - Overzicht van de stand van de rekenstaat

Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark of voor de huis-aan-huisinzameling aangerekende contantbelasting.

Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum worden de betalingsuitnodigingen voor de huis-aan-huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARD geregistreerd werd (bv. een syndicus).

 

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.

 

Afdeling IV - Diverse bepalingen inzake de contantbelasting

Art. 25 - Sociale correcties

In volgende gevallen worden extra huisvuilzakken ter beschikking gesteld:

§1 Omwille van medische redenen kunnen gratis huisvuilzakken bekomen onder volgende voorwaarden:

- de patiënt moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente Hoeselt en hier ook effectief verblijven;

- de patiënt mag niet verblijven in een rust- of verzorgingstehuis;

- de zakken worden per jaar toegewezen;

- de patiënt moet een medisch attest kunnen voorleggen.

Indien aan de voorwaarden is voldaan, kunnen gratis huisvuilzakken afgehaald worden in het gemeentehuis a rato van volgende hoeveelheden: 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l gratis per jaar.

 

§2 Onthaalmoeders, aangesloten bij de Landelijke Kinderopvang VZW en werkzaam op het grondgebied van de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.

De erkende kinderdagverblijven gevestigd in de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks per 10 kinderen gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.

 

Art. 26 - De verkoop van afvalzakken

LIMBURG.NET wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.

 

Art. 27 - Beschadiging of verlies van afvalcontainers of toegangspassen ondergrondse containers

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van een geleverde container wordt voor de vervanging volgende contantbelasting aangerekend:

- container 120 liter: 50,00 EUR

- container 40 liter: 50,00 EUR

- gegevenschip: 25,00 EUR

- container 1.100 liter: 235,50 EUR

 

Indien bij beschadiging de gegevenschip kan worden hergebruikt, wordt het bedrag van de container aangerekend minus het bedrag van de gegevenschip.

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van de toegangspas voor de ondergrondse container wordt een bedrag van 15,00 EUR aangerekend voor de verzending van een nieuwe toegangspas. Bij beschadiging door normaal gebruik wordt kosteloos een nieuwe pas opgestuurd, nadat de beschadigde pas werd ingeleverd.

Voor het aanleggen van een hangslot op een container wordt een bedrag aangerekend van 36,25 EUR per slot. Een container met slot wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

De verschuldigde bedragen worden in mindering gebracht van de voorschottenrekening.

Indien gedurende een periode van meer dan één jaar geen ledigingen voor een afvalcontainer geregistreerd werd, kan Limburg.net of de gemeente de betrokken afvalcontainer terugvorderen.

 

Art. 28 - De inning

De voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen kunnen in naam en voor rekening van de gemeente geïnd worden door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

De inning van de contantbelasting door LIMBURG.NET verloopt volgens de verdere bepalingen.

 

Art. 29 - De mogelijkheid tot bezwaar

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan LIMBURG.NET.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan LIMBURG.NET.

 

Art. 30 - Omzetting in een kohierbelasting

Wanneer de rekenstaat een negatief saldo aan contantbelasting(en) vertoont wordt het volledige negatief saldo van contantbelasting(en) op de rekenstaat conform artikel 4,§ 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Art. 31 -  Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft

De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2021.

 

Hoofdstuk 4 - De wijze waarop LIMBURG.NET de gereglementeerde belastingen int

Art. 32 - De aanrekening van de belastingen

LIMBURG.NET is verantwoordelijk en staat in voor:

- de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;

- het correct bijhouden van de rekenstaten;

- de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.

 

Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:

- De belastingen worden aan de belastingplichtige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft (indien van toepassing). Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.

- De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingplichtige (indien van toepassing). De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingplichtige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.

 

Art. 33 - De vermeldingen op de betaaldocumenten

§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.

Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.

 

§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. Klachten of bezwaren moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het kohiernummer en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.

 

‘Eerste aanmaning’

Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief de belastingplichtige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de derde werkdag na de verzending van de aanmaning.

 

‘Tweede aanmaning’

Wanneer de aangerekende belasting  niet volledig betaald is  binnen de vastgestelde termijn van de eerste aanmaning, verstuurt LIMBURG.NET een tweede aanmaning aan de belastingplichtige. De tweede aanmaning verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting niet volledig binnen de betalingstermijn  wordt voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting niet te betwisten en zal de belasting met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingplichtige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. Klachten of bezwaren omtrent de aangerekende belastingen moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.

 

‘Eerste aanmaning’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail de belastingplichtige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de aanmaning.

 

‘Tweede aanmaning’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste aanmaning, verstuurt LIMBURG.NET een tweede aanmaning aan de belastingplichtige. De tweede aanmaning  verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien het negatief saldo niet volledig binnen de betalingstermijn  wordt voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting niet te betwisten en zal het negatief saldo met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

Art. 34 - De aanmaningen

§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een aanmaning voor het nog openstaande bedrag. De eerste aanmaning kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de derde werkdag na verzending van de aanmaning.

 

Indien na de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt LIMBURG. een tweede aanmaning met een betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.

LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) aanmaningen te sturen.

 

§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een eerste aanmaning voor het nog openstaande bedrag. De eerste aanmaning kent een nieuwe bijkomende betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de derde werkdag na de  verzending van de aanmaning.

Indien na de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET een tweede aanmaning met een bijkomende betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.

 

LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) aanmaningen te sturen.

 

Art. 35 - De kostenaanrekening dwangbevelen

De kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.

De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.

 

Art. 36 - De betaling

De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument. 

Bij afwezigheid van een correcte referte tracht LIMBURG.NET op basis van de identiteit of het bedrag  te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.

Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting,  vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten (indien van toepassing). Een eventuele rest wordt op de rekenstaat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.

Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.

Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.

 

Art. 37 - De aanrekening van intresten

De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting worden aangerekend conform artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Art. 38 - Uitzondering op de inningsbevoegdheid

§ 1  Van zodra LIMBURG.NET of door de gemeente of door de belastingplichtige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingplichtige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen én de belastingplichtige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt LIMBURG.NET het inningsdossier van de belastingplichtige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

§ 2  De belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarden van §1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente LIMBURG.NET onverwijld in kennis van die beslissing. LIMBURG.NET draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

Hoofdstuk 5 - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 39 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021.

 

Art. 40 - Opheffing

Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud.

 

Art. 41 - Bekendmaking

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:

- LIMBURG.NET;

- De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;

- Het Departement Omgeving, Afdeling Handhaving en/of de Vlaamse Minister van Omgeving;

- de technische dienst (dienst Omgeving, verantwoordelijke containerpark).

 

TITEL 3 - TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE PARTIJEN

 

Art. 3 - Taken en verantwoordelijkheden van de gemeente

§ 1. De GEMEENTE verbindt zich ertoe om tijdens de duur van deze overeenkomst jaarlijks het ontwerp van Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen, zoals in dit convenant opgenomen, ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen en de goedkeuring na te streven.

 

De goedkeuring vindt plaats uiterlijk op de gemeenteraad van de maand november, voorafgaandelijk aan het jaar wanneer LIMBURG.NET de belastingen moet innen.

 

Na de goedkeuring van het belastingreglement door de gemeenteraad, zal de GEMEENTE toezien op de uitvoering en de naleving ervan.

 

§ 2. Ingevolge het goedgekeurde belastingreglement, legt de GEMEENTE jaarlijks de kohierbelasting vast op basis van de kostenberekening door LIMBURG.NET.

 

De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De gemeentelijke financieel beheerder maakt het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET.

 

§ 3. De GEMEENTE staat in voor het toezicht, zoals voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Ook de controle of het onderzoek en het verrichten van vaststellingen gebeurt conform het decreet van 30 mei 2008.

 

§ 4. LIMBURG.NET en de GEMEENTE leggen in onderling overleg de verzenddatum van de aanslagbiljetten vast waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbare capaciteit en praktische organisatie binnen LIMBURG.NET. Ingevolge het goedgekeurde belastingreglement, staat het college van burgemeester en schepenen in voor de ontvangst en behandeling van bezwaarschriften tegen een aanslag voor een kohierbelasting, een betalingsuitnodiging voor een contantbelasting, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete, conform het vastgestelde belastingreglement.

 

§ 5. De GEMEENTE draagt zorg voor de (digitale) archivering van de schriftelijke inningshandelingen en bestuursdocumenten die onder haar taken en verantwoordelijkheden ressorteren.

Het origineel en uitvoerbaar verklaard kohier wordt hoe dan ook fysiek gearchiveerd.

 

§ 6. De GEMEENTE neemt het individueel inningsdossier terug over van LIMBURG.NET en handelt het verder af conform de bepalingen van het belastingreglement, in volgende gevallen:

- de belastingplichtige dient een bezwaarschrift in;

- de belastingplichtige dient een aanvraag in tot het bekomen van een afbetalingsplan dat door de gemeente wordt goedgekeurd;

- de belastingplichtige verhuist naar een gemeente waarvan de gegevens niet in de CARDS databank zitten of de belastingplichtige verhuist buiten het bedieningsgebied van LIMBURG.NET;

- enig ander geval waarbij een vraag tot rechtzetting wordt ingediend door de belastingplichtige en waarbij de gemeente enig onderzoek moet verrichten zoals bedoeld in het decreet dd. 5 mei 2008.

 

§ 7. Op het ogenblik dat de belastingen, de kosten en/of de nalatigheidintresten, na het verstrijken van de termijn opgegeven in de laatste aangetekende herinneringsbrief, onbetaald of deels onbetaald zijn gebleven, draagt LIMBURG.NET de betreffende inningdossiers van de belastingplichtigen automatisch over aan de gemeente. De GEMEENTE zorgt voor de verdere invordering.

 

§ 8. Met het oog op een vlotte afhandeling van de inningopdracht door LIMBURG.NET, zal de GEMEENTE steeds alle mogelijke informatie en medewerking verlenen aan LIMBURG.NET. In het bijzonder zal de GEMEENTE volgende acties uitvoeren in het ter beschikking gestelde softwaresysteem:

- opladen van de meest recente versie van het gemeentelijk belastingreglement;

- toevoegen van gemeentelijke verminderingen/toeslagen aan de lijst met belastingschuldigen, indien van toepassing;

- de correcte datum van goedkeuring en uitvoerbaarverklaring van de kohierlijst ingegeven;

- op regelmatige basis (bij voorkeur dagelijks) het systeem raadplegen om na te gaan of er acties moeten ondernomen worden, zoals goedkeuren aanvragen afbetalingsplannen, verlenen van informatie met het oog op het uitvoeren van rechtzettingen, enz…

 

Art. 4. Taken en verantwoordelijkheden van LIMBURG.NET

§ 1. LIMBURG.NET is verantwoordelijk voor de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in het door de gemeenteraad goedgekeurde belastingreglement worden vastgesteld.

 

§ 2. LIMBURG.NET is verantwoordelijk voor de correcte en tijdige aanrekening aan de bezoekers van de tarieven die in het door de raad van bestuur van LIMBURG.NET goedgekeurde tarievenreglement worden vastgesteld.

 

§ 3. Opdat de GEMEENTE jaarlijks de kohierbelasting kan vastleggen, zorgt LIMBURG.NET voor de berekening van alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement.

LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.

Na ontvangst van het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier, staat LIMBURG.NET onverwijld in voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

LIMBURG.NET int de ingekohierde belasting in naam en voor rekening van de GEMEENTE.

 

§ 4. LIMBURG.NET zorgt voor de berekening van de contantbelasting. Deze omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fracties aan huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden buiten het kader van de basisdienst en omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. LIMBURG.NET geeft de kosten weer in een overzicht en bezorgt dit aan de GEMEENTE.

De inning van de contantbelastingen gebeurt in naam en voor rekening van de GEMEENTE.

De voorschotten worden aangerekend aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon en vermeld in de rekenstaat. De verschuldigde contantbelastingen/tarieven worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de gestorte voorschotten. De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting/tarief wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.

 

De betalingsuitnodigingen en de afrekeningen geven een gedetailleerd overzicht van de aangerekende voorschotten op de contantbelastingen en/of de tarieven.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen of gedwongen kunnen worden ingevorderd.

 

§ 5. LIMBURG.NET staat in voor de opvolging van de betalingen.

Indien de opvolging kosten voor het verzenden van herinneringen en aangetekende herinneringsbrieven met zich meebrengt, zoals voorzien in het belasting- of tarievenreglement, verhaalt LIMBURG.NET deze inningskosten op de debiteuren.

 

§ 6. Op het ogenblik dat de belastingen, de kosten en/of de nalatigheidintresten, na het verstrijken van de termijn opgegeven in de laatste aangetekende herinneringsbrief, onbetaald of deels onbetaald zijn gebleven, sluit LIMBURG.NET de openstaande dossiers collectief af en draagt LIMBURG.NET de inningsdossiers van de openstaande belastingplichtigen automatisch over aan de gemeente. De GEMEENTE zorgt voor de verdere invordering. LIMBURG.NET zorgt er voor dat de gegevens van de overgedragen dossiers automatisch door de gemeenten kunnen ingelezen worden.

Vóór de collectieve afsluiting van alle dossiers, wordt in volgende gevallen ook overgegaan tot een individuele afsluiting van een dossier:

- de belastingplichtige dient een bezwaarschrift in;

- de belastingplichtige dient een aanvraag in tot het bekomen van een afbetalingsplan dat door de gemeente wordt goedgekeurd;

- de belastingplichtige verhuist buiten het bedieningsgebied van LIMBURG.NET;

- enig ander geval waarbij een vraag tot rechtzetting wordt ingediend door de belastingplichtige en waarbij de gemeente enig onderzoek moet verrichten zoals bedoeld in het decreet dd. 5 mei 2008.

 

§ 7. LIMBURG.NET kan, naast de gemeente, zorgen voor de verkoop van afvalzakken waarover de contantbelasting verschuldigd is.

LIMBURG.NET kan tevens een verkoopnet organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars.

 

§ 8. LIMBURG.NET draagt zorg voor de (digitale) archivering van de schriftelijke inninghandelingen, met inbegrip van de verzendingstukken, van de aan de haar toevertrouwde taken en bevoegdheden.

 

§ 9. LIMBURG.NET draagt zorg voor de externe communicatie rond de dienstverlening en de inning van de kohier- en contantbelasting.

 

LIMBURG.NET geldt als aanspreekpunt voor de belastingplichtige. LIMBURG.NET voorziet in een telefonisch onthaal voor vragen en opmerkingen van de belastingplichtige. LIMBURG.NET zorgt voor de registratie van relevante mondelinge en schriftelijke vragen en opmerkingen van de belastingplichtige. Waar mogelijk beantwoordt LIMBURG.NET de schriftelijke correspondentie van de belastingplichtige.

Vanaf het ogenblik dat het inningdossier van de belastingplichtige bij LIMBURG.NET is afgesloten, is LIMBURG.NET van deze taak ontheven. LIMBURG.NET verwijst de belastingplichtige voor vragen en opmerkingen met betrekking tot het afgesloten dossier naar de diensten van de gemeente.

 

§ 10. Teneinde de uitwisseling van de informatie met de gemeenten en de opvolging van de dossiers vlot te kunnen laten verlopen, zorgt LIMBURG.NET voor een geautomatiseerde toepassing waarin zowel LIMBURG.NET als de gemeenten kunnen inloggen.

 

§ 11. LIMBURG.NET engageert zich ertoe de haar toevertrouwde taken en bevoegdheden steeds zorgvuldig uit te voeren.

 

TITEL 4 - SLOTBEPALINGEN

 

Art. 5 - Bestemming van de geïnde belastingen

De betalingen van de belastingen, de inningkosten en/of de nalatigheidintresten gebeuren op rekening van LIMBURG.NET. De belastingen, de inningkosten en de nalatigheidintresten zijn bedragen die geïnd worden voor rekening van de GEMEENTE. Deze bedragen dienen opgenomen te worden in het budget, de begrotingen en de rekeningen, die de GEMEENTE opmaakt volgens de bepalingen van het gemeentedecreet en de nieuwe gemeentewet.

 

De GEMEENTE bestemt de opbrengst van de kohierbelastingen, de inningkosten en de nalatigheidintresten voor haar bijdrage in de vergoeding van het vast gedeelte van de werkingsbijdrage zoals volgens de statuten van LIMBURG.NET verschuldigd aan LIMBURG.NET en solidair berekend op basis van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar dat het boekjaar voorafgaat tot dekking van de vaste kosten.

- De GEMEENTE bestemt de opbrengst van de contantbelastingen, de inningkosten en/of de nalatigheidintresten in de eerste plaats ter vergoeding van:

- het eventuele saldo van het vast gedeelte van de werkingsbijdrage indien blijkt dat de kohierbelasting ontoereikend is om de gehele vast gedeelte van de werkingsbijdrage te vereffenen;

- het variabel gedeelte van de werkingsbijdrage zoals volgens de statuten van LIMBURG.NET verschuldigd aan LIMBURG.NET tot dekking van de variabele kosten van de door de raad van bestuur vastgelegde afvalstromen.

- Het is LIMBURG.NET toegelaten om de geïnde betalingen aan belastingen, inningskosten en /of nalatigheidintresten bij wijze van vooruitbetaling door de gemeente van de werkingsbijdrage aan te wenden voor de financiering van haar activiteiten. LIMBURG.NET is verplicht om bij afsluiting van haar boekjaar een overzicht te geven van de aldus aangewende geïnde betalingen en hiervan rekenschap te geven.

Tegelijkertijd is LIMBURG.NET verplicht om de door de GEMEENTE volledig verschuldigde werkingsbijdrage te berekenen en hiervan een overzicht voor te leggen..

Na goedkeuring, van de voorgelegde documenten door de gemeente mogen de geïnde betalingen aan belastingen, inningkosten en/of nalatigheidintresten definitief aangerekend worden op de door de gemeente verschuldigde werkingsbijdrage. Ingeval van een overschot, stort LIMBURG.NET het overschot na goedkeuring van de rekening door de algemene vergadering van LIMBURG.NET, aan de GEMEENTE. Ingeval van een tekort betaalt de GEMEENTE het verschil aan werkingsbijdrage bij volgens de statutaire bepalingen en bestaande afspraken.

 

Art. 6 - De kwartaalvoorschotaanrekening

Aangezien wordt verwacht dat de afrekening van de geïnde belastingen, kosten en nalatigheidintresten en de compensatie op de door de GEMEENTE verschuldigde werkingsbijdrage zoals vastgelegd in artikel 6.1°, titel 5 hierboven steeds een tekort zal vertonen in het nadeel van LIMBURG.NET stemmen partijen in met een stelsel van een gewijzigde kwartaalvoorschotaanrekening teneinde LIMBURG.NET niet in liquiditeitsnood te brengen.

§1. De basis voor de berekening van de jaarlijkse werkingsbijdragen door de GEMEENTE aan LIMBURG.NET is de toestand op 1 januari zoals getrokken uit het Rijksregister en op basis waarvan in het CARDS systeem de ontwerpkohierlijst wordt getrokken.

§2. Het verschil tussen de ontwerpkohierlijst (dus vooraleer er schrappingen of verminderingen door de GEMEENTE wordt aangebracht) en de daadwerkelijk geïnde kohierbelastingen wordt via werkingsbijdragen aangerekend. Het bedrag van de jaarlijkse algemene en bijzondere werkingsbijdragen wordt vastgelegd conform de statutaire bepalingen.

§3. De geïnde kohierbelastingen moeten beschouwd worden als een voorschot op de algemene en bijzondere werkingsbijdragen die in de kohierbelasting werden vervat;

§4. De eerste twee kwartalen van het jaar waarin de GEMEENTE de machtiging geeft aan LIMBURG.NET om over te gaan tot de inning van het door haar vastgestelde bedrag aan kohierbelasting, betaalt de GEMEENTE per kwartaal ¼ van de volledige jaarlijkse werkingsbijdragen.

§5.Vanaf het derde kwartaal worden de kwartaalvoorschotten verminderd en betaalt DE GEMEENTE per kwartaal nog ¼ van het verschil tussen de jaarlijkse werkingsbijdragen en het door de GEMEENTE bepaalde bedrag aan kosten dat LIMBURG.NET int via de kohierbelasting.

§6. Het verschil tussen de werkingsbijdragen betaald in de twee eerste kwartalen van het jaar van de overstap en de verminderde bijdragen zoals te betalen vanaf het derde kwartaal van de overstap, worden in de boeken van Limburg.net ingeschreven als een financiële schuld aan de GEMEENTE die ten laatste definitief vereffend wordt wanneer de GEMEENTE de machtiging aan LIMBURG.NET tot het innen van de kohierbelasting stopzet.

§7. Indien de GEMEENTE het te innen kohierbedrag wijzigt, zal in het derde kwartaal van het jaar waarin de wijziging ingaat, de kwartaalbijdrage opnieuw aangepast worden.

§8. Eventuele verschillen tussen ramingen en werkelijk kosten en ontvangsten, worden jaarlijks afgerekend.

§9. De betaalde voorschotten op de werkingsbijdragen worden mee opgenomen in het overzicht van de betaalde bedragen.

 

Art. 7 - Opdracht van de voorschotten

De GEMEENTE verplicht zich ertoe om bij ondertekening van deze convenant de gelden die zij zelf nog beheert als tegoeden van de inwoners van de GEMEENTE als voorschot op aan haar verschuldigde afvalbelastingen van welke aard ook, over te maken op rekening van LIMBURG.NET op datum waarop de inning van belastingen zoals vastgesteld in deze convenant in de gemeente van kracht wordt.

 

LIMBURG.NET verplicht zich ertoe om deze tegoeden in ontvangst te nemen en in te brengen in haar CARDS-databank als een individueel voorschot voor de belastingplichtige voor wie het tegoed geboekt stond. LIMBURG.NET zal bedragen verschuldigd door de belastingplichtige volgens de in dit convenant vastgesteld belasting- en tarievenreglementen, kunnen aanrekenen op dit tegoed.

 

Art. 8 - BTW

Op de in het belastingreglement voorziene heffingen, de kohierbelasting en de contantbelasting, is geen btw verschuldigd.

 

Art. 9 - Sancties

Indien de GEMEENTE deze overeenkomst niet naleeft, kan zij op basis van de statuten van LIMBURG.NET worden uitgesloten. Het verloop van de uitsluiting is verder beschreven in de statuten.

 

Art. 10 - Duur en einde

Deze overeenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur.

Deze overeenkomst kan te allen tijde worden opgezegd mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden.

 

Art. 11 - Slotbepaling

Deze overeenkomst wordt gesloten te Hoeselt op 26 november 2020 en wordt ondertekend door de vertegenwoordigers van de partijen. Elke partij erkent een ondertekend exemplaar van de overeenkomst te hebben ontvangen.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

4

Financiën (gemeente) - Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, inzonderheid op de artikelen 10 en 26;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), inzonderheid op artikel 5.1.1. en volgende;

 

Gelet op het feit dat LIMBURG.NET een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 12, §2 ,3° van het decreet van 6 juli 2001 houdende de Intergemeentelijke Samenwerking;

 

Gelet op het lidmaatschap van de gemeente bij LIMBURG.NET;

 

Gelet op de statuten van LIMBURG.NET en in het bijzonder artikel 3 waaruit blijkt dat de gemeente als deelnemer van Limburg.net, afstand heeft gedaan aan Limburg.net van haar beheers- en reglementeringrechten inzake het afvalbeheer, de afvalverwijdering en -verwerking en dit binnen het maatschappelijk doel van LIMBURG.NET;

 

Gelet dat LIMBURG.NET ertoe heeft besloten om de financiële aspecten van de ophaling en de verwerking van de huishoudelijke en de daarmee vergelijkbare afvalstoffen te optimaliseren voor het werkgebied van LIMBURG.NET;

 

Gelet de Convenant d.d. 26/11/2020 zoals gesloten tussen de gemeente en LIMBURG.NET, waarbij de gemeente zich geëngageerd heeft om binnen de gemeente het uniform stelsel van heffingen voor de ophaling en verwerking van afval zoals de door raad van bestuur van LIMBURG.NET wordt uitgewerkt, toe te passen;

 

Gelet dat conform de afspraken zoals opgenomen in voormelde Convenant, LIMBURG.NET ook gemachtigd werd de afvalbelasting te innen. Deze inning wordt algemeen aangeduid met de term ‘directe inning’;

 

Overwegende dat de gemeente Hoeselt via een apart gemeenteraadsbesluit een Convenant tussen de gemeente en LIMBURG.NET heeft goedgekeurd waarin de nodige afspraken betreffende de ‘directe inning’ zijn uitgewerkt;

 

Overwegende dat overeenkomstig deze afspraken de gemeente er toe gehouden is het ‘Reglement betreffende de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen’ zoals opgenomen in voornoemde Convenant goed te keuren, met hierin inbegrepen het kohier- en contantbelastingreglement;

 

Overwegende dat de Toezichthoudende Overheid aanraadt om steeds het volledige reglement opnieuw goed te keuren, dit vooral om praktische redenen (een toevoeging van een addendum kan verwarrend zijn voor de burger);

 

Besluit,

 

13 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Bert Vertessen (NVA-nieuw), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Michel Vanroy (VLD-plus), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Stanny Crommen (VLD-plus) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
8 onthoudingen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt), Serge Voncken (Best-Groen), Carine Moors (Best-Groen), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Marc Bamps (Best-Groen), Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt) en Jasper Goffin (Best-Groen).
 

Hoofdstuk 1 - Algemene begrippen van de belasting

Art. 1 - Algemene bepalingen

Met ingang van 1 januari 2021 en voor een termijn van 1 jaar, eindigend op 31 december 2021, wordt in de gemeente volgens de bepaling van dit reglement een belasting gevestigd op het inzamelen en verwerken van diverse fracties huishoudelijke afvalstoffen.

 

Dit reglement stelt twee verschillende belastingen vast:

- Een kohierbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de basisdienst. Deze belasting wordt hierna kohierbelasting genoemd.

- Een contantbelasting die in de gemeente verschuldigd is voor de inzameling en verwerking door LIMBURG.NET van de huishoudelijke afvalstoffen aan huis of op de containerparken, waarvan de inzameling en verwerking niet begrepen is in de basisdienst. Deze belasting wordt hierna contantbelasting genoemd.

 

Art. 2 - Bepalingen eigen aan de uniformiteit van de belasting voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen in het bedieningsgebied.

In alle gemeenten in het bedieningsgebied van LIMBURG.NET waar een gelijk reglement als dit reglement is goedgekeurd, geldt als beginsel voor de toepassing van dit reglement, dat de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen ingericht door LIMBURG.NET uniform verloopt en inwisselbaar is voor alle belastingplichtigen van deze gemeenten.

 

Dit houdt in:

- dat de belastingplichtigen van de gemeente gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in het hele bedieningsgebied overeenkomstig het afvalreglement van de andere gemeenten waar de basisdienst wordt uitgeoefend en die een gelijkaardig reglement hebben goedgekeurd, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.

- dat de belastingplichtigen van de andere gemeenten in het bedieningsgebied met een gelijkaardig reglement gerechtigd zijn om de basisdienst uit te oefenen in de gemeente overeenkomstig het in de gemeente geldende afvalreglement, met uitzondering van het aanleveren van afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark.

 

Art. 3 - Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1.  Huishoudelijke afvalstoffen.

De afvalstoffen zoals gedefinieerd in artikel 3, 17° van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

 

2.  Huisvuil.

Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en de gelijkgestelde afvalstoffen die ongesorteerd en conform het afvalreglement in de voorgeschreven recipiënten voor huisvuilophaling worden aangeboden, met uitzondering van de selectief ingezamelde afvalstoffen zoals papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval of groenafval, plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons.

 

3.  LIMBURG.NET.

De opdrachthoudende vereniging met maatschappelijke zetel te 3500 Hasselt, Gouverneur Verwilghensingel nr. 32, ingeschreven in de kruispuntenbank der ondernemingen onder het nummer 0214.533.712 en waarvan de gemeente aandeelhouder is.

LIMBURG.NET heeft als opdrachthoudende vereniging tot doel de bevoegdheden van de gemeente uit te oefenen die betrekking hebben op het afvalbeheer, de afvalverwijdering en afvalverwerking in de gemeente met uitsluiting van de bevoegdheid tot het vaststellen van retributies of het uitvaardigen van fiscale en politionele maatregelen. LIMBURG.NET treedt in deze bevoegdheden op in plaats van de gemeente.

LIMBURG.NET wordt in dit reglement belast met de inning en de invordering van de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting en contantbelastingen.

 

4.  Het bedieningsgebied.

Het geografische gebied van de gemeentes die hun bevoegdheden inzake afvalbeheer, afvalverwijdering en afvalverwerking aan LIMBURG.NET hebben overgedragen.

 

5.  Afvalreglement.

De gemeentelijke politieverordening waarin het beheer en de inzamelwijze van de diverse fracties aan huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente wordt gereglementeerd.

 

6.  Gezin.

Voor de toepassing van dit reglement worden beschouwd als een gezin:

 - hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft in een woongelegenheid

 - hetzij de leefgemeenschap van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woongelegenheid betrekken en er samenleven

 - hetzij de leefgemeenschap van meerdere personen die gewoonlijk in eenzelfde collectieve woongelegenheid verblijven en er samenleven en waarvan de leden volgens het rijkregister in het bevolkings- of vreemdelingenregister aangeduid staan als lid van een gemeenschap (dit zijn de leden van een kloostergemeenschap, militairen die gewoonlijk in een kazerne verblijven of bewoners die gewoonlijk verblijven in een verzorgingsinstelling voor bejaarden of mindervaliden).

Deze collectieve leefgemeenschappen worden voor de toepassing van dit reglement niet als een gezin beschouwd wanneer hun afval voor een belangrijk deel bestaat uit ander afval dan huisvuil.

 

7.  Onderneming.

Elke afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging op het grondgebied van de gemeente van enige natuurlijke persoon, rechtspersoon, feitelijke vereniging of inrichting, die als hoofd en/of bijkomende activiteit een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent of een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent dan wel een gemeenschapstaak vervult.

 

8.  Ophaalpunt.

Elk gebouw met een huisnummer of een busnummer waar een gezin of een onderneming is gevestigd of een bijkomend verblijf heeft en waar in opdracht van LIMBURG.NET huishoudelijke afvalstoffen huis-aan-huis worden opgehaald voor zover ze worden aangeboden op de in het afvalreglement gereglementeerde wijze.

 

9.  Basisdienst.

Het geheel van diensten verleend door LIMBURG.NET waarop de gezinnen gevestigd in de gemeente recht hebben in het bedieningsgebied.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven huisvuilcontainer: de huis-aan-huisinzameling op de reguliere tijdstippen en in maximaal 12 ophaalbeurten per jaar en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil in inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

 1 persoonsgezin: 60 kg huisvuil

 2 persoonsgezin: 120 kg huisvuil

 3 persoonsgezin: 150 kg huisvuil

 4 persoonsgezin en meer: 180 kg huisvuil.

Er kan per gezin maximum 60 kg huisvuil worden overgedragen naar het volgend jaar, op voorwaarde dat er minimaal 1 ophaalbeurt van het huisvuil heeft plaats gevonden.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak: de huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van het huisvuil in plastic zakken en waar per gezin een jaarlijks quotum huisvuil is inbegrepen, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

 1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

 2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 1 rol grote zakken + 2 rollen kleine zakken (of equivalent)

 3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 2 rollen grote zakken + 1 rol  kleine zakken (of equivalent)

 4 persoonsgezin en meer: 1320 liter, zijnde 3 rollen grote zakken (of equivalent).

De start van de bedelingsperiode van de plastic zak wordt door Limburg.net via meerdere communicatiekanalen ter kennis gebracht aan de gezinnen en de afhaling dient te gebeuren uiterlijk 31 december van het dienstjaar, rekening houdend met de openingsdata van de verdeelpunten.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedopeneerd in een ondergrondse container van Limburg.net: de beschikking per gezin over standaard één pas die toegang geeft tot de ondergrondse huisvuilcontainer. De toegangspas is uitgerust met een gegevenschip, die gebruikt wordt voor de registratie van DIFTAR-gegevens vermeld in art. 3 - 10°. De gegevens worden gelezen bij het openen van de trommel.

Per gezin is een jaarlijks quotum huisvuil inbegrepen om in de ondergrondse container te deponeren, berekend in functie van de gezinssamenstelling (toestand 1 januari):

 1 persoonsgezin: 440 liter, zijnde 20 openingen van de trommel

 2 persoonsgezin: 880 liter, zijnde 40 openingen van de trommel

 3 persoonsgezin: 1100 liter, zijnde 50 openingen van de trommel

 4 persoonsgezin: 1320 liter, zijnde 60 openingen van de trommel

Overdracht van resterende kilo's naar het jaar nadien kan maar gebeuren indien minimum 1 lediging in het dienstjaar is uitgevoerd en is geplafonneerd tot maximum 20 openingen.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil: wanneer het huisvuil moet worden gedeponeerd in een gezamelijke container van Limburg.net met een gesolidariseerd quotum (van toepassing in een wooncomplex met 8 wooneenheden of meer):

- de toegang tot een of meerdere containers waarnaar het jaarlijks quotum huisvuil (uitgedrukt in kilogram zoals hierboven omschreven) van meerdere gezinnen zijn omgezet.

- het jaarlijks recht van de gezamelijke container is de som van alle rechten waarop elk afzonderlijk gezin recht heeft volgens de gezinstoestand van 1 januari.

Overdracht van resterende kilo's is enkel mogelijk indien er in het dienstjaar minimum één lediging heeft plaatsgevonden en geplafoneerd op een maximum van 60 kg.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van het groente, fruit en tuinafval (gft):

wanneer het gft aan het ophaalpunt moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven gft container: de beschikking per gezin over standaard één gft container.

 

De basisdienst omvat voor de huis-aan-huisophaling van de volgens het afvalreglement te sorteren fracties van huishoudelijke afvalstoffen, die gescheiden huis-aan-huis worden ingezameld:

De huis-aan-huisinzameling op reguliere tijdstippen aan het ophaalpunt van het gezin van deze afzonderlijke fracties huishoudelijke afvalstoffen voor zover ze worden aangeboden in het aangepaste recipiënt en ongeacht of er voor het bekomen van dit recipiënt een contantbelasting verschuldigd is. Wanneer het recipiënt uitgerust is met een gegevens-chip, dan wordt deze gebruikt voor het verifiëren van de jaarlijkse verschuldigde contactbelasting voor het gft jaarabonnement vermeld in Artikel 3 - 10°. De gegevens worden gelezen bij de lediging.

 

De basisdienst omvat voor het aan huis ophalen op afroep:

De op afroep ophaling aan het ophaalpunt van het gezin van herbruikbare goederen, die conform het afvalreglement ter ophaling worden aangeboden. Onder herbruikbare goederen wordt verstaan de afgedankte huishoudelijke goederen, maar met uitzondering van enig elektrisch of elektronisch apparaat, die op zichzelf geen afvalstof zijn en waarvan de staat voldoende is om ze, eventueel na schoonmaken en een kleine herstelling, te hergebruiken voor hetzelfde doel als dat waarvoor ze waren bedoeld.

 

De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar de door LIMBURG.NET beheerde inzamelpunten:

Voor de straat- of wijkcontainers: het deponeren van de huishoudelijke afvalstoffen glas of textiel in de daartoe geëigende straat- of wijkcontainers.

 

De basisdienst omvat voor het brengen van huishoudelijke afvalstoffen naar het door de GEMEENTE beheerde containerpark: de toegang tot het gemeentelijke containerpark.

Het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het gemeentelijk containerpark, tot de maximumquota van specifieke fracties van huishoudelijke afvalstoffen. In de basisdienst conform punt 9° zijn m.b.t. het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen op het containerpark enkel de fracties begrepen die kunnen aangeboden worden aan 0,00 EUR of de fracties die onder de vastgelegde quota liggen:

 

Fracties Tarief/m³

Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, 0,00 EUR/m³

glas (vlak/hol), pmd, kga, aeea, verlichtingstoestellen, autobanden (max 4

per gezin/jaar,gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voor-

werpen in kurk, herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.

EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)

Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)

 

Afbraakhout en zuiver bouwpuin

- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³) 2,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³) 4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd

 

Tuinafval en snoeihout

- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³) 2,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³) 4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.

 

Asbest  Gratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Gemengd bouwpuin   7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:

 - hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³) 5,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³) 10,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,5 m³ 15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard

 

Grof vuil:

 - hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³) 5,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³) 10,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,5 m³ 15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard 

 

De pmd-fractie wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.

 

De vermelde basisdiensten omvatten telkens de inzameling en de verwerking van de vermelde huishoudelijke afvalstoffen.

 

10.  CARDS.

De databank waarin LIMBURG.NET per gezin of per onderneming registreert:

- de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming, zoals vermeld in Artikel 4.

- Indien van toepassing, de relevante DIFTAR-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

- alle andere geregistreerde gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen die nuttig zijn voor de toepassing van het belastingsreglement.

- de rekenstaat van het gezin of de onderneming.

- Indien van toepassing, de identificatiegegevens van de ophaalrecipiënten die verbonden zijn aan het ophaalpunt van het gezin of de onderneming.

- Indien van toepassing, de afsluiting van een gft jaarabonnement voor gechipte gft containers.

- Indien van toepassing, de verantwoordelijke persoon op wiens naam de gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum in een wooncomplex van 8 wooneenheden of meer geregistreerd wordt (bv. syndicus).

 

11.  Referentiepersoon.

De meerderjarige persoon die in de CARDS-databank als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld.

- als de registratie gebeurt voor een gezin wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als de referentiepersoon in CARDS.

- als de registratie gebeurt voor een onderneming kan de onderneming de referentiepersoon zijn; zo niet is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming te vertegenwoordigen.

 

12.  Rekenstaat.

De rekenstaat is de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de CARDS-databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven:

- de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting

- de volgens dit reglement verschuldigde contantbelastingen, indien van toepassing.

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het quotum en/of het voorschot is van het gezin of de onderneming.

 

Art. 4 - Bepalingen inzake de CARDS-databank

Om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening voor de inzameling en verwijdering van de aangeboden huishoudelijke afvalstoffen moeten de gezinnen of de ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren in de LIMBURG.NET CARDS-databank. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert LIMBURG.NET de registratie uit op basis van de gegevens in het rijksregister of vreemdelingenregister.

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in de databank een CARDS-formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan gemaakt worden, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, het nummer van de E-identiteitskaart en het LIMBURG.NET-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het CARDS-formulier wordt aangemaakt voor een gezin of voor een onderneming. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

In de CARDS databank worden tevens geregistreerd:

- het type en het aantal van de ter beschikking gestelde containers per ophaalpunt.

- de toegangspas(sen) tot het ondergrondse inzamelsysteem van Limburg.net (indien van toepassing).

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de CARDS-databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake ophaling, inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen te ontvangen.

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake huishoudelijke afvalstoffen en dit gemeld wordt aan LIMBURG.NET sluit LIMBURG.NET de CARDS-registratie voor het gezin of de onderneming. LIMBURG.NET vereffent de rekenstaat van het gezin of de onderneming door invordering van de nog openstaande schulden aan belastingen of door betaling van het onbestede voorschot op het rekeningnummer van de referentiepersoon, indien van toepassing. De aansluiting van de referentiepersoon wordt afgesloten.

 

Art. 5 - Het ter beschikking stellen van gft-containers

De containers te gebruiken als recipiënt voor gft-afval worden ter beschikking gesteld op basis van volgende bepalingen:

- het aantal containers wordt vastgesteld naar verhouding van één container van 120 liter per gezin of ophaalpunt

- uitzonderlijk kan een container van 120 liter vervangen worden door een container van 40 liter, op verzoek van de referentiepersoon van een gezin dat een pand bewoont waarin door bijzondere omstandigheden het gebruik van een container van 120 liter moeilijk of onmogelijk is.

 

Zelfstandige ondernemers hebben geen recht op een bijkomende container voor het afval uit hun zelfstandige activiteit.

De containers zijn verbonden aan het ophaalpunt. In geval van verhuis moeten de afvalcontainers in goede en gereinigde staat in een overdekt lokaal aan het ophaalpunt achtergelaten worden.

 

Art. 6 - Het ter beschikking stellen van (gezamelijke) huisvuilcontainers of toegangspassen voor een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net.

 Op specifieke adressen met meerdere woongelegenheden worden aangepaste inzamelrecipiënten voorzien:

- in samenspraak met Limburg.net kan een ondergronds inzamelstysteem voorzien worden door Limburg.net. In dat geval ontvangt het gezin standaard 1 toegangspas voor het ondergronds inzamelsysteem. Per extra toegangspas die geleverd moet worden aan het gezin wordt 15,00 EUR aangerekend.

- aan wooncomplexen vanaf acht woongelegenheden wordt, na aanvraag bij Limburg.net, een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum geplaatst.

Indien gewenst kan een hangslot worden voorzien op de container. Hiervoor wordt een bedrag aangerekend van 36,25 EUR per slot.

Een container (met slot) wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

 

Hoofdstuk 2 - De kohierbelasting

Art. 7 - Algemene beginselen

De verschuldigde kohierbelasting omvat, verrekend per belastingplichtige, alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de huishoudelijke afvalstoffen die aangeboden worden in het kader van de basisdienst, voor zover de afvalstoffen worden aangeboden volgens de bepalingen van het afvalreglement. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET. LIMBURG.NET brengt deze kostenberekening ter kennis aan de gemeente.

 

Zonder afbreuk te doen aan onderhavig reglement en de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn op de in dit reglement vastgestelde kohierbelasting volgende bepalingen nog van toepassing:

- de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek, voor zover deze bepalingen niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

- het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Art. 8 - De belastingplichtige

De kohierbelasting is verschuldigd door elk gezin dat op 1 januari van het belastingjaar volgens de opgave van het rijksregister is ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente of dat zonder in een register te zijn ingeschreven op 1 januari van het belastingjaar effectief en duurzaam verblijft op het grondgebied van de gemeente, daaronder niet begrepen het gezin dat op het grondgebied van de gemeente een tweede verblijfplaats heeft.

De kohierbelasting wordt geheven per gezin en is hoofdelijk verschuldigd door alle meerderjarige leden van het gezin.

 

Art. 9 - Het bedrag van de kohierbelasting

Het bedrag van de kohierbelasting wordt berekend in functie van het aantal personen die deel uitmaken van het gezin op 1 januari:

123,85 EUR voor een eenpersoonsgezin

136,35 EUR voor een tweepersoonsgezin

142,60 EUR voor een driepersoonsgezin

148,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.

 

In dit bedrag voorziet de gemeente een tussenkomst van 50,00 EUR zodat de aangerekende bedragen gelijk zijn aan:

73,85 EUR voor een eenpersoonsgezin

86,35 EUR voor een tweepersoonsgezin

92,60 EUR voor een driepersoonsgezin

98,85 EUR voor een vierpersoonsgezin en meer.

 

Art. 10 - Niet van toepassing

 

Art. 11 - Sancties bij niet-betaling

Wanneer de kohierbelasting niet betaald is binnen de gestelde termijn worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten uit artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Art. 12 - Ondeelbaarheid

De kohierbelasting is ondeelbaar verschuldigd voor het hele jaar. Met uitzondering van de hieronder uitdrukkelijk voorziene situaties zal het overlijden of het verhuizen uit de gemeente in de loop van het belastingjaar geen aanleiding geven tot enige belastingvermindering of -teruggave.

 

Volgende verhuissituaties worden uitdrukkelijk geregeld:

- Ingeval van een verhuizing van het gehele gezin binnen het bedieningsgebied, zal er geen nieuwe kohierbelasting verschuldigd zijn voor het jaar waarin de verhuizing plaatsvindt.

 Daarbij zal gelden:

- dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een daartoe voorgeschreven plastic zak naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer, de overeenkomstige waarde van de niet afgehaalde volledige verpakkingen plastic zakken die bij de GEMEENTE worden ingeruild, zal worden omgezet in een waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer onder de vorm van een quotum uitgedrukt in kilogram.

- dat wanneer een gezin verhuist uit een gemeente waar het huisvuil voor de huis-aan-huisophaling moet worden aangeboden in een huisvuilcontainer naar een gemeente waar het huisvuil moet worden aangeboden in de daartoe voorgeschreven plastic zak, de nog niet gebruikte waarde voor de huis-aan-huisophaling van het huisvuil met huisvuilcontainer per schijf van 30 kilogram zal worden omgezet in een quotum voor de belastingplichtige waarmee hij plastic zakken kan verwerven.

 

- Ingeval individuele personen uit een gezin verhuizen naar een andere vestigingsplaats blijft de basisdienst behouden voor het gedeelte van het gezin dat op het oorspronkelijk adres gevestigd blijft.

- De quota op het recyclagepark zijn berekend onafhankelijk van de gezinsgrootte en bijgevolg wordt het quotum recyclagepark niet overgedragen ingevolge een gedeeltelijke verhuizing van het gezin.

 

Indien het gezin op 1 januari woonachtig was op een adres waar de inzameling gebeurde met een gezamelijke container met gesolidariseerd quotum, kan het individueel verbruik niet meer achterhaald worden en zijn de bijzondere verhuissituaties niet meer van toepassing.

 

Art. 13 - De inkohiering en de inning

De kohierbelasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier, dat jaarlijks wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 2 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De ingekohierde belasting wordt in naam en voor rekening van de gemeente geïnd door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

Daartoe maakt de gemeentelijke financieel directeur het vastgesteld en uitvoerbaar verklaard kohier over aan LIMBURG.NET, die onverwijld instaat voor het opmaken en het versturen van de aanslagbiljetten aan de belastingplichtigen. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen.

Het aanslagbiljet wordt nauwkeurig in overeenstemming met het vastgestelde kohier opgesteld en bevat de vermeldingen uit artikel 4, § 3 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

De kohierbelasting is betaalbaar binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet door LIMBURG.NET.

 

Art. 14 - De mogelijkheid tot bezwaar

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingtoeslag of een administratieve geldboete een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn wordt vermeld.

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

Het bezwaar heeft geen schorsende werking voor het verschuldigd zijn van de ingekohierde belasting.

Het college van burgemeester en schepenen, of een gemeentelijk personeelslid dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding aan de belastingplichtige en verwittigt onmiddellijk LIMBURG.NET via de CARDS databank.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Art. 15 - Aanvangsmoment van het reglement wat de kohierbelasting betreft

Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2021.

 

Hoofdstuk 3 - De contantbelasting

Afdeling I - Beginselen

Art. 16 - Algemene beginselen

In de gemeente is een contantbelasting verschuldigd op het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de huis-aan-huisinzameling georganiseerd door LIMBURG.NET, op het aanbieden van afvalstoffen op het gemeentelijke containerpark of het aankopen van recipiënten om deze huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden, voor zover het inzamelen van deze afvalstoffen niet begrepen is in de basisdienst.

 

De toegang tot het gemeentelijk containerpark is enkel mogelijk mits voorleggen van een identificatiebewijs.

 

De contantbelasting wordt vastgelegd rekening houdend met het principe ‘de vervuiler betaalt’. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld rekening houdende met volgende beginselen:

- De minimum- en maximumbedragen zoals vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), bijlage 5.1.4.

- Er wordt geen contantbelasting geheven op de afvalstromen waarvoor een aanvaardingsplicht bestaat zoals gedefinieerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

- De contantbelasting voor het selectief ingezameld huishoudelijk verpakkingsafval waarvoor een terugnameplicht bestaat (papier/karton, holglas en pmd wordt vastgesteld rekening houdende met de richtlijnen zoals verstrekt door FOST Plus, erkend organisme voor de selectieve inzameling en financiering van het huishoudelijk verpakkingsafval.

- Voor alle bedragen van de contantbelasting wordt rekening gehouden met de richtlijnen van LIMBURG.NET, die streeft naar een uniforme prijs voor gelijke dienstverlening binnen het bedieningsgebied.

- De verschuldigde contantbelasting omvat alle kosten nodig voor de inzameling en verwerking van de fractie aan huishoudelijke afvalstoffen die worden aangeboden buiten het kader van de basisdienst en die werden omgeslagen naar een relevante hoeveelheidsparameter per fractie. Deze kosten worden berekend door LIMBURG.NET en weergegeven in een overzicht op te geven aan de gemeente.

- Het bedrag van de contantbelasting wordt bepaald ervan uitgaande dat de aangeboden afvalstoffen worden aangeboden conform de bepalingen van het afvalreglement.

 

Art. 17 - Afvalstoffen onderworpen aan de contantbelasting

Voor zover de aangeboden fractie huishoudelijke afvalstoffen niet valt onder de toepassing van de basisdienst, is er een contantbelasting verschuldigd door elk gezin of onderneming die in de gemeente één van de volgende fracties huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt:

 

- in te zamelen volgens de haalmethode (huis-aan-huisophaling):

- huisvuil (voor zover dit niet begrepen is in de basisdienst) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval);

- pmd;

- gft en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

- in te zamelen volgens de haalmethode (op afroep):

- grofvuil;

 

- in te zamelen volgens de brengmethode (naar het containerpark):

- alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: Papier/karton, glas (vlak + hol),pmd, kga, aeea, autobanden, gemengde kunststoffen, harde plastic ….

- asbest

- tuinafval, zuiver bouwpuin

- houtafval

- gemengd bouwpuin

- grofvuil, roofing

- EPS wit (verpakkingspiepschuim)

 

Afdeling II - De bedragen van de contantbelasting

Art. 18 - De bedragen voor de aan huis inzameling

Voor de inzameling en verwerking van de aan huis opgehaalde huishoudelijk afvalstoffen, die aan het ophaalpunt worden aangeboden volgens het afvalreglement in het aangepaste recipiënt en voor zover ze niet vallen onder de basisdienst, is de volgende contantbelasting verschuldigd:

- Contantbelasting huisvuil en gft:

- 1 rol van 10 huisvuilzakken van 44 liter/stuk: 12,50 EUR per rol

- 1 rol van 10 huisvuilzakken van 22 liter/stuk:   6,25 EUR per rol

- 120 liter container: jaarabonnement van 40,00 EUR/jaar

- 40 liter container: jaarabonnement van 15,00 EUR/jaar

 

Het gft wordt opgehaald door middel van respectievelijk een groene container van 120 l of 40 l.

- Indien de gemeente groene containers aanbiedt die voorzien zijn van een gegevenschip, dan zal het jaarabonnement gft na betaling van de contantbelasting geactiveerd worden op de gegevenschip. De ophaler zal bij iedere ophaling de gegevens op de gegevenschip uitlezen om te verifiëren dat het jaarabonnement actief is. Het jaarabonnement wordt geactiveerd op verzoek van het gezin. Indien de gemeente groene containers aanbiedt die niet voorzien zijn van een gegevenschip, dan zal het jaarabonnement gft geactiveerd worden zodra een gft sticker voor het lopende jaar gekleefd wordt op de deksel van de groene container.

 

Het gft jaarabonnement is geldig voor één kalenderjaar en dient jaarlijks vernieuwd te worden. Indien een gezin met een actief gft jaarabonnement tijdens het lopende jaar verhuist binnen dezelfde gemeente, dan kan het gft abonnement verdergezet worden op het nieuwe adres:

- hetzij door het bekomen van een gratis vervangsticker via de gemeente van aankoop van de initiële gft sticker (in geval van ongechipte groene container)

- hetzij door het verderzetten van het gft abonnement op het nieuwe adres (in geval van gechipte groene container). De verderzetting na verhuis binnen dezelfde gemeente gebeurt automatisch zodra de gegevens doorstromen vanuit het rijksregister (particuliere gebruikers).

 

Op specifieke adressen moet het huisvuil gedeponeerd worden in de ondergrondse container van Limburg.net. De contantbelasting bedraagt:

 

 Type container Afvalsoort EUR/aanbieding EUR/KG

 

 1.100 liter  huisvuil 3,21 EUR 0,18 EUR

 

 Container met gezamelijk quotum huisvuil 0,00 EUR 0,18 EUR

 (tarief van toepassing van zodra quotumkilo's opgebruikt zijn)

 

 Gezamelijk ondergronds inzamel-  huisvuil  0,63 EUR per  0,00 EUR

 systeem van Limburg.net     opening trommel

 

 

 

- Contantbelasting  pmd, textiel en lederwaren, papier en karton, hol glas en metaal.

 De contantbelasting bedraagt:

 

FRACTIE EENHEID CONTANTBELASTING

Pmd  1 rol van 20 zakken van 60 L   3,00 EUR per rol

 1 rol van 10 zakken van 120 L (enkel voor  3,00 EUR per rol

 scholen & verenigingen)

textiel- en lederwaren   0,00 EUR

papier en karton   0,00 EUR

hol glas   0,00 EUR

metaal   0,00 EUR

 

- Contantbelasting papieren zak voor gft container:

- papieren zak voor gft container van 120 liter (grote gft container): 0,50 EUR / papieren zak

(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 2,50 EUR per pakket)

- papieren zak voor gft container van 40 liter (kleine gft container): 0,20 EUR / papieren zak

(zakken aangeboden in een pakket van 5 zakken aan 1,00 EUR per pakket).

 

Art. 19 - De bedragen voor de inzameling op afroep

Voor het ophalen van het grofvuil op afroep wordt de contantbelasting vastgesteld op 20,00 EUR per ophaalbeurt. Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard.

 

Art. 20 - De bedragen van toepassing op het containerpark

 

Fracties Tarief/m³

Alle recycleerbare fracties + fracties met aanvaardingsplicht: papier/karton, 0,00 EUR/m³

glas (vlak/hol), pmd, kga, aeea, verlichtingstoestellen, autobanden (max 4

per gezin/jaar, gemengde zuivere kunststoffen, harde kunststoffen, voor-

werpen in kurk, herbruikbare goederen, textiel en lederwaren.

EPS wit (verpakkingspiepschuim, uitgezonderd van voedingswaren)

Afgevallen bladeren (periode tussen 1 oktober en 31 januari)

 

Afbraakhout en zuiver bouwpuin

- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³) 2,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³) 4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd

 

Tuinafval en snoeihout

- hoeveelheden tot 0,25 m³ (=1/4 van 1 m³) 2,00 EUR

- hoeveelheden tot 0,5 m³ (=1/2 van 1 m³) 4,00 EUR

Hoeveelheden vanaf 4 m³ worden geweigerd.

 

Asbest  Gratis quotum van 600 kg (ingeval aanwezigheid weegbrug) of 1 m³ of 10 asbestplaten/gezin /jaar, nadien 7,5 EUR per begonnen 0,5m³

 

Gemengd bouwpuin   7,5 EUR per  begonnen 0,5m³

 

Roofing en andere bitumineuze stoffen afkomstig van huishoudens:

 - hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³) 5,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³) 10,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,5 m³ 15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard

 

Grof vuil:

 - hoeveelheden tot 0,17 m³ (=1/3 van 0,5 m³) 5,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,34 m³ (=2/3 van 0,5 m³) 10,00 EUR

 - hoeveelheden tot 0,5 m³ 15,00 EUR

Vrachten groter dan 2 m³ worden niet aanvaard

 

De pmd-fractie wordt steeds aangeleverd in de voorgeschreven blauwe plastic zak.

 

Afdeling III - De heffing

Art. 21 - De heffing van de contantbelasting

Wanneer het afval wordt aangeboden in een daartoe bestemde zak of met de daartoe bestemde sticker, dan is de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop van de afvalzak of de sticker.

Wanneer het afval voor ophaling wordt aangeboden in een gft-container met gft jaarabonnement dan is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik van het ledigen van de container. Het gft jaarabonnement moet jaarlijks vernieuwd worden.

Voor het grofvuil (ophaling op afroep) is de contantbelasting verschuldigd op het ogenblik dat de grofvuilaanvraag via de website wordt geplaatst en betaald (of de overschrijving wordt betaald in de gevallen dat niet online kan worden besteld).

Wanneer de afvalstoffen op het containerpark worden afgeleverd zal de parkwachter een schatting maken van de aangebrachte hoeveelheid afval en de overeenstemmende contantbelasting berekenen. Het verschuldigde bedrag moet ter plaatse betaald worden tegen afgifte van een kwitantie, afgeleverd door de toezichthoudende parkwachter.

De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het containerpark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende contantbelasting.

 

Art. 22 - Belastingplichtige

Indien het afval wordt aangeboden voor een gezin dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

 

Indien het afval wordt aangeboden voor een onderneming of vereniging dan is de contantbelasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming zijnde iedere natuurlijke - of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Art. 23 - Voorschotaanrekening

§ 1 De contantbelasting voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, wordt aangerekend bij wijze van voorschotten volgens de in dit artikel opgenomen bepalingen.

De voorschotten worden aangerekend met betalingsuitnodigingen verstuurd aan de in de CARDS-databank geregistreerde referentiepersoon. De betalingen van de aangerekende voorschotten worden opgenomen in de rekenstaat.

De contantbelasting verschuldigd voor de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker, worden op de rekenstaat in mindering gebracht op de betaalde voorschotten.

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat. De kohierbelasting uit HOOFDSTUK 2 wordt nooit op de voorschotten aangerekend of vermengd met de verschuldigde contantbelastingen.

De voorschotten worden uitsluitend aangerekend in volgorde van de afname van de dienst.

De rekenstaat vermeldt uitdrukkelijk op welke datum en voor welke dienstverlening de aanrekening gebeurt.

De eerste betalingsuitnodiging kan verstuurd worden naar aanleiding van de opname van de verantwoordelijke (syndicus) van een wooncomplex met gesolidariseerd quotum in de CARDS-databank.

Voor zover het saldo van de rekenstaat positief is, zullen de betalingsuitnodigingen geen aanleiding kunnen geven tot herinneringen aan de betalingsuitnodigingen waarvoor kosten worden aangerekend. Evenmin  kunnen zij gedwongen worden ingevorderd.

 

§ 2 Voor elk gezin/onderneming/wooncomplex met gesolidariseerd quotum, wordt een voorschot aangerekend op basis van de aantallen en type containers die ter beschikking zijn gesteld:

- per gezamelijke container 1.100 liter: 180,00 EUR

- in geval van een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net: 30,00 EUR

 

§ 3 Wanneer het beschikbare saldo op de rekenstaat lager is dan een positief bedrag op de rekenstaat, drempelbedrag genoemd, wordt een betalingsuitnodiging voor een nieuw voorschot verstuurd. Het drempelbedrag wordt als volgt vastgesteld:

- een container van 1.100 liter: 40,00 EUR

- in geval van een ondergronds inzamelsysteem van Limburg.net: 10,00 EUR

 

Wanneer het gezin, de onderneming of een wooncomplex meerdere containers ter beschikking heeft is het drempelbedrag de optelsom van alle containers die het gezin of de onderneming ter beschikking heeft.

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal gelijk zijn aan het voorschot uit § 2 behalve wanneer het saldo van de rekenstaat negatief is. In dit laatste geval zal het bedrag van de betalingsuitnodiging gelijk zijn met het voorschot uit § 2 vermeerderd met het bedrag nodig om het negatief saldo aan te zuiveren.

 

§ 4 Voor betalingsuitnodigingen van de voorschotten geldt een betalingstermijn van 21 dagen.

 

§ 5 Een voor de huis-aan-huisinzameling aangeboden afvalcontainer zal enkel geledigd worden, voor zover het op de rekenstaat beschikbare voorschot niet lager is dan onderstaande bedragen:

- een container van 1.100 liter: 20,00 EUR

 

Het aanrekenen van de dienstverlening op de beschikbare voorschotten verloopt uitsluitend in volgorde van de datum van de afname van de dienst. Onder de datum van afname van de dienst wordt begrepen:

- de datum van ophaling van de huishoudelijke afvalstoffen, die niet aangeboden worden in een daartoe bestemde zak of met een daartoe bestemde sticker

- indien op het containerpark automatisch afgerekend wordt, de datum van het bezoek, met vermelding van de aangeboden fracties boven de quota

 

§ 6 De afname van de dienst, de aard en de datum ervan worden geregistreerd en vermeld in de rekenstaat. De rekenstaat vermeldt het bedrag dat voor de dienst werd aangerekend op het voorschot.

 

§ 7 Door de betaling van een voorschot verklaart de belastingplichtige zich akkoord met de aanwending van de voorschotten conform dit reglement.

 

Art. 24 - Overzicht van de stand van de rekenstaat

Op elke nieuwe voorschotbetalingsuitnodiging zal een overzicht gegeven worden voor de periode verstreken sedert de laatste betalingsuitnodiging, van de betaalde voorschotten en de bij het bezoek van het containerpark. En de aangerekende contant belasting voor de huis-aan-huisinzameling.

 

Indien de inzameling gebeurt op een adres met een gezamelijke container met een gesolidariseerd quotum worden de betalingsuitnodigingen voor de huis-aan-huis inzameling gestuurd aan de verantwoordelijke die hiervoor in CARD geregistreerd werd (bv. een syndicus).

 

De toerekening van de voorschotten wegens verschuldigde contantbelasting wordt nauwkeurig bijgehouden op de rekenstaat.

 

Afdeling IV - Diverse bepalingen inzake de contantbelasting

Art. 25 - Sociale correcties

In volgende gevallen worden extra huisvuilzakken ter beschikking gesteld:

§1 Omwille van medische redenen kunnen gratis huisvuilzakken bekomen onder volgende voorwaarden:

- de patiënt moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister van de gemeente Hoeselt en hier ook effectief verblijven;

- de patiënt mag niet verblijven in een rust- of verzorgingstehuis;

- de zakken worden per jaar toegewezen;

- de patiënt moet een medisch attest kunnen voorleggen.

Indien aan de voorwaarden is voldaan, kunnen gratis huisvuilzakken afgehaald worden in het gemeentehuis a rato van volgende hoeveelheden: 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l gratis per jaar.

 

§2 Onthaalmoeders, aangesloten bij de Landelijke Kinderopvang VZW en werkzaam op het grondgebied van de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.

De erkende kinderdagverblijven gevestigd in de gemeente Hoeselt, ontvangen jaarlijks per 10 kinderen gratis 20 zakken (2 rollen) van 44 l en 10 zakken (1 rol) van 22 l.

 

Art. 26 - De verkoop van afvalzakken

LIMBURG.NET wordt gemachtigd om een verkoopnet te organiseren voor afvalzakken via de kleinhandelaars. De verplichte verkoopprijs voor de afvalzak is gelijk aan de contantbelasting.

 

Art. 27 - Beschadiging of verlies van afvalcontainers of toegangspassen ondergrondse containers

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van een geleverde container wordt voor de vervanging volgende contantbelasting aangerekend:

- container 120 liter: 50,00 EUR

- container 40 liter: 50,00 EUR

- gegevenschip: 25,00 EUR

- container 1.100 liter: 235,50 EUR

 

Indien bij beschadiging de gegevenschip kan worden hergebruikt, wordt het bedrag van de container aangerekend minus het bedrag van de gegevenschip.

Bij beschadiging door oneigenlijk gebruik of bij verlies van de toegangspas voor de ondergrondse container wordt een bedrag van 15,00 EUR aangerekend voor de verzending van een nieuwe toegangspas. Bij beschadiging door normaal gebruik wordt kosteloos een nieuwe pas opgestuurd, nadat de beschadigde pas werd ingeleverd.

Voor het aanleggen van een hangslot op een container wordt een bedrag aangerekend van 36,25 EUR per slot. Een container met slot wordt toegekend aan een adres en kan niet worden meegenomen ingeval van verhuis.

De verschuldigde bedragen worden in mindering gebracht van de voorschottenrekening.

Indien gedurende een periode van meer dan één jaar geen ledigingen voor een afvalcontainer geregistreerd werd, kan Limburg.net of de gemeente de betrokken afvalcontainer terugvorderen.

 

Art. 28 - De inning

De voorschotten op de contantbelasting en de contantbelastingen kunnen in naam en voor rekening van de gemeente geïnd worden door LIMBURG.NET, die daartoe wordt gemachtigd overeenkomstig artikel 26 van het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

De inning van de contantbelasting door LIMBURG.NET verloopt volgens de verdere bepalingen.

 

Art. 29 - De mogelijkheid tot bezwaar

De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de aangerekende contantbelasting een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag vanaf de kennisgeving van een afrekening van een geheven contantbelasting.

Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in het bezwaar.

Het college van burgemeester en schepenen, of een personeelslid van het gemeentepersoneel dat daartoe bijzonder door het college van burgemeester en schepenen is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds aan de referentiepersoon of, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds aan LIMBURG.NET.

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

Een afschrift van de beslissing zal meegedeeld worden aan LIMBURG.NET.

 

Art. 30 - Omzetting in een kohierbelasting

Wanneer de rekenstaat een negatief saldo aan contantbelasting(en) vertoont wordt het volledige negatief saldo van contantbelasting(en) op de rekenstaat conform artikel 4,§ 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Art. 31 -  Het aanvangsmoment van het reglement wat de contantbelasting betreft

De contantbelasting krachtens dit reglement is van toepassing voor het afval dat buiten de basisdienst wordt aangeboden vanaf 1 januari 2021

 

Hoofdstuk 4 - De wijze waarop LIMBURG.NET de gereglementeerde belastingen int

Art. 32 - De aanrekening van de belastingen

LIMBURG.NET is verantwoordelijk en staat in voor:

- de correcte en tijdige aanrekening aan de belastingplichtigen van de belastingen die in dit reglement worden vastgesteld;

- het correct bijhouden van de rekenstaten;

- de correcte en tijdige aanrekening van de inningskosten waarmee de belastingen krachtens dit reglement kunnen worden verhoogd bij niet tijdige betaling van de verschuldigde belastingen.

 

Behoudens afwijkende bepalingen in de eerdere hoofdstukken, gebeurt de aanrekening van de belastingen volgens de bepalingen van dit hoofdstuk:

- De belastingen worden aan de belastingplichtige aangerekend door het verzenden van het aanslagbiljet wat de kohierbelasting betreft en het kennisgeven van het betalingsdocument wat de contantbelasting betreft (indien van toepassing). Het aanslagbiljet van de kohierbelasting en het betalingsdocument van de contantbelasting kunnen in een enkele verzending aan de belastingplichtige worden overgemaakt.

- De kennisgeving van het betalingsdocument voor een contantbelasting gebeurt in de regel op papier onder gesloten omslag verzonden per gewone post op het adres van de belastingplichtige (indien van toepassing). De aanrekening van de contantbelasting kan verzonden worden op het e-mailadres van de belastingplichtige indien hij zijn e-mailadres opgaf aan de CARDS databank. De kennisgeving mag vervangen worden door een overhandiging van het betalingsdocument aan de belastingplichtige.

 

Art. 33 - De vermeldingen op de betaaldocumenten

§ 1 Alle betaaldocumenten bevatten minstens volgende vermeldingen: de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, het bedrag dat moet worden betaald, de rekening waarop kan worden betaald, de referte die bij de betaling moet worden vermeld, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift.

Als bijlage aan de betalingsdocumenten voor belastingen wordt een beknopte samenvatting van het belastingreglement toegevoegd.

 

§ 2 Alle betaaldocumenten m.b.t. de kohierbelasting vermelden op de achterzijde de volgende tekst:

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

De aangerekende belasting is betaalbaar binnen een termijn van twee maanden na de verzending van dit document. Klachten of bezwaren moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het kohiernummer en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.

 

‘Eerste aanmaning’

Wanneer een aangerekende belasting niet binnen de vastgestelde termijn van twee maanden is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief de belastingplichtige aan de betaling herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de derde werkdag na de verzending van de aanmaning.

 

‘Tweede aanmaning’

Wanneer de aangerekende belasting  niet volledig betaald is  binnen de vastgestelde termijn van de eerste aanmaning, verstuurt LIMBURG.NET een tweede aanmaning aan de belastingplichtige. De tweede aanmaning verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien de belasting niet volledig binnen de betalingstermijn  wordt voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting niet te betwisten en zal de belasting met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

§ 3 De betaaldocumenten m.b.t. de contantbelasting waarmee aan de belastingplichtige een negatief saldo van de rekenstaat wordt meegedeeld, vermelden op de achterzijde volgende tekst:

‘Termijn van betaling en indienen van bezwaar’

Het op de voorzijde vermelde negatief saldo is betaalbaar binnen een termijn van 21 dagen na de kennisgeving van dit document. Klachten of bezwaren omtrent de aangerekende belastingen moeten schriftelijk worden meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen op het adres vermeld op de voorzijde van dit document, met vermelding van het nummer van dit document en het bedrag van de betwiste belasting. Het schrijven moet verzonden worden binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van dit document.

 

‘Eerste aanmaning’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig binnen de vastgestelde termijn van 21 dagen is betaald, zal LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail de belastingplichtige aan de betaling van het negatief saldo herinneren. De aangerekende belasting moet volledig betaald worden binnen een termijn van 14 dagen vanaf de verzending van de aanmaning.

 

‘Tweede aanmaning’

Wanneer een aangerekend negatief saldo niet volledig betaald is binnen de vastgestelde termijn van de eerste aanmaning, verstuurt LIMBURG.NET een tweede aanmaning aan de belastingplichtige. De tweede aanmaning  verleent een betalingstermijn van 31 dagen aan de belastingplichtige. Indien het negatief saldo niet volledig binnen de betalingstermijn  wordt voldaan, wordt de belastingplichtige geacht de aangerekende belasting niet te betwisten en zal het negatief saldo met een dwangbevel ingevorderd worden.

 

Art. 34 - De aanmaningen

§ 1 Indien het aanslagbiljet van de kohierbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald binnen 2 maanden na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een aanmaning voor het nog openstaande bedrag. De eerste aanmaning kent een betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de derde werkdag na verzending van de aanmaning.

 

Indien na de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig betaald wordt, verzendt LIMBURG. een tweede aanmaning met een betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen voormelde termijn.

LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) aanmaningen te sturen.

 

§ 2 Indien de contantbelasting niet tijdig en volledig wordt betaald of wanneer de rekenstaat meer dan 21 opeenvolgende dagen na de verzending of overhandiging van een betalingsdocument een negatief saldo vertoont, verzendt LIMBURG.NET per gewone brief of per e-mail een eerste aanmaning voor het nog openstaande bedrag. De eerste aanmaning kent een nieuwe bijkomende betaaltermijn van 14 dagen toe vanaf de derde werkdag na de  verzending van de aanmaning.

Indien na de termijn van de eerste aanmaning het openstaande bedrag niet tijdig en volledig wordt betaald, verzendt LIMBURG.NET een tweede aanmaning met een bijkomende betaaltermijn van 31 dagen.

Bijkomend vermeldt de tweede aanmaning dat in een volgende fase een dwangbevel wordt overgemaakt bij deurwaardersexploot indien het openstaand bedrag niet wordt vereffend binnen de voormelde termijn.

 

LIMBURG.NET kan te allen tijde beslissen om bijkomende (kosteloze) aanmaningen te sturen.

 

Art. 35 - De kostenaanrekening dwangbevelen

De kosten verbonden aan het dwangbevel worden aan de belastingplichtige aangerekend.

De kosten van het dwangbevel worden bepaald volgens opgave van de betekenende gerechtsdeurwaarder.

 

Art. 36 - De betaling

De betalingen gebeuren op de rekening van LIMBURG.NET onder vermelding van de referte vermeld in het betalingsdocument. 

Bij afwezigheid van een correcte referte tracht LIMBURG.NET op basis van de identiteit of het bedrag  te achterhalen op welke belastingschuld de betaling betrekking heeft.

Gedeeltelijke betalingen waarvan redelijkerwijze niet kan worden achterhaald op welke openstaand saldo ze betrekking hebben, worden, voor zover van toepassing, eerst toegerekend op de openstaande kosten, daarna op een openstaande kohierbelasting,  vervolgens op een negatief saldo van de contantbelastingen of tarieven, in functie van de ouderdom van de schuld en tenslotte op aangerekende voorschotten (indien van toepassing). Een eventuele rest wordt op de rekenstaat geboekt als een voorschot op de contantbelasting / tarieven.

Betalingen waarvan duidelijk is dat ze betrekking hebben op een niet verschuldigde belasting, worden teruggestort aan de betaler.

Betalingen die geboekt werden als voorschot, kunnen worden teruggevorderd.

 

Art. 37 - De aanrekening van intresten

De intresten over de niet-betaalde kohierbelasting of de intresten over een openstaand negatief saldo van de contantbelasting worden aangerekend conform artikel 14 van het wetboek van minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Art. 38 - Uitzondering op de inningsbevoegdheid

§ 1  Van zodra LIMBURG.NET of door de gemeente of door de belastingplichtige of door diens schuldbemiddelaar in kennis wordt gesteld dat de belastingplichtige een collectieve schuldenregeling is toegestaan teneinde zijn financiële toestand als schuldenaar te herstellen overeenkomstig de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen én de belastingplichtige een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, draagt LIMBURG.NET het inningsdossier van de belastingplichtige terug over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

§ 2  De belastingplichtige die niet voldoet aan de voorwaarden van §1 en die desondanks een afbetaling over verschillende termijnen wenst van de verschuldigde belastingen, toeslagen, kosten en/of nalatigheidsintresten, richt zijn vraag tot de gemeente. Indien de gemeente instemt met de afbetaling in verschillende termijnen stelt de gemeente LIMBURG.NET onverwijld in kennis van die beslissing. LIMBURG.NET draagt het inningsdossier met onmiddellijke ingang over aan de gemeente die voor de verdere inning zal instaan.

 

Hoofdstuk 5 - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 39 - Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2021.

 

Art. 40 - Opheffing

Dit reglement vervangt alle vorige reglementen betreffende deze inhoud.

 

Art. 41 - Bekendmaking

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Een eensluidend gewaarmerkt afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan:

- LIMBURG.NET;

- De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;

- Het Departement Omgeving, Afdeling Handhaving en/of de Vlaamse Minister van Omgeving;

- de technische dienst (dienst Omgeving, verantwoordelijke containerpark).

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

5

Financiën (gemeente) - Gemeentelijke dotatie aan de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst (boekjaar 2021) - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel 40 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, komt de begroting van een meergemeentezone ten laste van de verschillende gemeenten van de zone en de federale staat. Wanneer de meergemeentezone niet over voldoende middelen beschikt om de uitgaven te dekken, wordt het verschil gedragen door de gemeenten die er deel van uitmaken;

 

Overwegende dat de politiebegroting dienstjaar 2021 van de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst, ter goedkeuring zal worden voorgelegd op de Politieraad van 2 december 2020;

 

Uit de reeds ontvangen ontwerpbegroting blijkt dat de dotatie 2021 van de gemeente Hoeselt aan de politiezone 609.824,00 EUR bedraagt.

 

Gelet op de wettelijke bepalingen ter zake;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De gemeenteraad keurt de dotatie voor de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst voor boekjaar 2021 ten bedrage van 609.824,00 EUR goed.

 

Art. 2 - De gemeenteraad beslist om de nodige kredieten te voorzien in haar aangepast meerjarenplan 2020-2025, boekjaar 2021 op budgetsleutel 6493 2070 0400 (actie 111).

 

Art. 3 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Art. 4 - Afschriften van dit besluit over te maken aan de financieel directeur van de gemeente Hoeselt en aan de rekenplichtige van de politiezone.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

6

Financiën (gemeente) - Gemeentelijke dotatie aan de hulpverleningszone Oost-Limburg (boekjaar 2021) - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel 68 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele veiligheid, zoals gewijzigd;

 

Gelet op het KB van 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones;

 

Gelet op besluit 57 van de prezoneraad van 14 december 2014;

 

Gelet op besluit 58 van de prezoneraad van 12 september 2014 over de overdracht van personeel, patrimonium en goederen;

 

Gelet op besluit 10 van de zoneraad van 13 maart 2015 over de verminderde dotatie voor Opglabbeek en Riemst;

 

Gelet op besluit 20-032 van het zonecollege van 25 september 2020 houdende het begrotingsvoorstel 2021;

 

Overwegende een extra dotatie van 45.000,00 EUR van de stad Genk voor de wachtdiensten die door de brandweerzone worden uitgevoerd tijdens de wedstrijden van KRC Genk;

 

Overwegende dat de gemeente Riemst aanspraak kan maken op een korting op de financiële bijdrage omdat voor deze gemeente de opkomsttijd in de situatie DAG en de situatie ANW lager is dan de norm die de zoneraad vooropstelt;

 

Overwegende dat de parameters voor de berekening van de gemeentelijke dotaties (aantal inwoners en belastbaar KI) aangepast werden aan de actuele gegevens;

 

Overwegende dat iedere gemeenteraad zijn gemeentelijke dotatie voor 2021 dient goed te keuren;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Zonale verdeelsleutel.

 

De zonale verdeelsleutel voor de gemeenten is bepaald op 50% belastbaar KI + 50% aantal inwoners.

Jaarlijks op 1 juli wordt de verdeelsleutel op basis van de actuele gegevens aangepast. Hiervoor worden de gegevens gebruikt van de Studiedienst van de Vlaamse regering, www.statistiekvlaanderen.be.

 

Op 1 juli 2020 waren de meest actuele gegevens:

 

 Inwoners 2019 Belastbaar KI 2019 % voor dotatie 2021

As  8.202  3.460.254 2,21%

Bilzen  32.328  14.442.535 8,94%

Dilsen-Stokkem  20.590  10.850.574 6,14 %

Genk  66.227  54.762.830 25,14 %

Hoeselt  9.688  4.553.430 2,74%

Houthalen-Helchteren  30.655  15.815.428 9,05 %

Kinrooi  12.174  5.140.254 3,29 %

Lanaken  25.841  19.155.137 9,21 %

Maaseik  25.317  12.105.309 7,22 %

Maasmechelen  38.516  18.252.762 10,94 %

Oudsbergen  23.532 12.899.443 7,16 %

Riemst  16.755  6.882.464 4,47 %

Voeren   4.146  2.057.542 1,20 %

Zutendaal                 7.289            4.251.541             2,29 %

TOTAAL 321.260 184.629.503 100%

 

Art. 2 - De gemeenteraad neemt kennis van het totaal van alle gemeentelijke bijdragen dat is bepaald op 13.207.618,00 EUR, hetgeen is voorzien in de begroting van de brandweerzone voor 2021. De gemeente Hoeselt heeft binnen de brandweerzone een verdeelsleutel van 2,7409392 %.

Dit komt neer op een dotatie in 2021 van 362.013,00 EUR.

 

Art. 3 - De gemeenteraad gaat akkoord met de betaling van de dotatie van 362.013,00 EUR in 2021. Gespreid over 4 schijven wordt dit bedrag betaald voor de 10de dag van de eerste maand van het kwartaal. De eerste maal zal dit gebeuren voor 10 januari 2021.

 

Art. 4 - De gemeenteraad beslist om de nodige kredieten te voorzien in haar aangepast meerjarenplan 2020-2025, boekjaar 2021, op budgetsleutel 6493 2080 0410 (actie 112).

 

Art. 5 - Afschriften van dit besluit over te maken aan de voorzitter van de zoneraad van de hulpverleningszone Oost-Limburg en aan de minister van Binnenlandse Zaken.

 

Art. 6 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

7

Financiën (gemeente) - Verdeling corona-noodfonds - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat de coronacrisis de sectoren cultuur, jeugd en sport zwaar heeft getroffen;

 

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering om de lokale besturen te helpen om die sectoren bij te staan en met die bedoeling op 17 juni 2020 de decretale basis voor een bijkomende financiering heeft goedgekeurd;

 

Overwegende dat de gemeente Hoeselt 121.464,95 EUR heeft ontvangen uit het Vlaamse noodfonds;

 

Overwegende dat de schepenen bevoegd voor cultuur, sport en jeugd in onderling overleg hebben beslist om de bijkomende financiering als volgt te verdelen: 50.000,00 EUR aan vzw GC Ter Kommen, 50.000,00 EUR aan vzw Sportcentrum en 21.464,95 EUR te besteden aan de jeugdverenigingen en aan Jeugdhuis X ('t Fabriek);

 

Overwegende dat vzw GC Ter Kommen op advies van de Cultuurraad heeft getracht een grondige analyse te maken van de feiten a.d.h.v. een bevraging bij de aangesloten verenigingen.

Uit die analyse is gebleken dat de meeste verenigingen in 2020 nog geen financiële problemen ondervinden. Daarom zal in de loop van 2021 een nieuwe bevraging worden gehouden in de veronderstelling dat de situatie dan voor de meeste verenigingen duidelijker is. De Cultuurraad adviseert verder om bij de betoelaging rekening te houden met een aantal afgesproken parameters.

Een (eerste) uitbetaling gebeurt wellicht in de zomer van 2021;

 

Overwegende dat vzw Sportcentrum Ter Kommen op advies van de AAS&B heeft getracht een grondige analyse te maken van de feiten a.d.h.v. een bevraging bij de aangesloten verenigingen.

65 % van de geraadpleegde verenigingen heeft de vragenlijst ingediend.

De AAS&B adviseert verder om bij de betoelaging rekening te houden met een aantal afgesproken parameters. De uitbetalingen zullen gebeuren in de loop van 2021;

 

Overwegende dat de Jeugdraad van 30 september 2020 heeft beslist om 20.000,00 EUR te verdelen onder de jeugdverenigingen en Jeugdhuis X ('t Fabriek) op basis van het huidige subsidiereglement en rekening houdend met gemaakte kosten voor activiteiten die omwille van de corona-maatregelen niet hebben kunnen plaatsvinden. Daarnaast zal het resterende bedrag van 1.464,95 EUR besteed worden aan de aankoop van hygiënische beschermingsmiddelen. De uitbetaling van de toelagen en de aankoop van de middelen zullen gebeuren in de loop van 2021;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Met het oog op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 keurt de gemeenteraad voor het boekjaar 2021 een extra corona-noodfonds-toelage aan vzw GC Ter Kommen voor een bedrag van 50.000,00 EUR goed.

 

Art. 2 - Met het oog op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 keurt de gemeenteraad voor het boekjaar 2021 een extra corona-noodfonds-toelage aan vzw Sportcentrum voor een bedrag van 50.000,00 EUR goed.

 

Art. 3 - Met het oog op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 keurt de gemeenteraad voor het boekjaar 2021 extra corona-noodfonds-toelagen aan de verschillende jeugdverenigingen en aan Jeugdhuis X ('t Fabriek) voor een bedrag van 20.000,00 EUR goed.

 

Art. 4 - Met het oog op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 keurt de gemeenteraad voor het boekjaar 2021 de aankoop van hygiënische beschermingsmiddelen voor de jeugdverenigingen en voor Jeugdhuis X ('t Fabriek) voor een bedrag van 1.464,95 EUR goed.

 

Art. 5 - De gemeenteraad beslist om hiertoe de nodige kredieten te voorzien in haar aangepast meerjarenplan 2020-2025 voor het boekjaar 2021.

 

Art. 6 - Met het oog op een mogelijke controle door de toezichthoudende overheid, vraagt de gemeenteraad de vzw's genoemd in artikel 1 en artikel 2 om de uitbetaling van de toelagen te realiseren in boekjaar 2021, de individuele transacties te registreren en op verzoek van het gemeentebestuur een rapport voor te leggen van de bedeling van de middelen.

 

Art. 7 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

8

Financiën (gemeente) - Aanvraag huurvrijstelling cafetaria Ter Kommen - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 41, 11°;

 

Gelet op het schrijven van 26 oktober 2020 van dhr. D. Driesen, uitbater van het cafetaria op de site Ter Kommen conform de concessieovereenkomst van 1 april 1986, met het verzoek voor bijkomend 1 maand huurvrijstelling;

 

Overwegende dat de maatregelen van de hogere overheden ter bestrijding van het coronavirus tot gevolg hebben dat concessiehouder D. Driesen gedurende een bepaalde tijd zijn verplichting tot uitbaten van het cafetaria niet kan nakomen;

 

Overwegende dat het toekennen van een huurvrijstelling een afwijking betreft van de voorwaarden van een langlopende overeenkomst, en dus een bevoegdheid is van de gemeenteraad;

 

Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 30 april 2020 een huurvrijstelling van 1 maand voor de huur van de concessie ten bedrage van 1.720,05 EUR heeft goedgekeurd;

 

Overwegende dat de gemeenteraad in zitting van 25 juni 2020 een bijkomende huurvrijstelling van 1 maand voor de huur van de concessie ten bedrage van 1.720,05 EUR heeft goedgekeurd;

 

Overwegende dat met ingang van 19 oktober 2020 de horeca op bevel van de federale overheid verplicht moet sluiten tot en met 13 december 2020;

 

Gelet op de gegeven omstandigheden, kan het verzoek van de concessiehouder beschouwd worden als redelijk;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De gemeenteraad keurt in het lopende boekjaar 2020 een bijkomende huurvrijstelling van 1 maand voor de huur van de concessie ten bedrage van 1.720,05 EUR goed.

 

Art. 2 - De concessiehouder, D. Driesen, in kennis te stellen van deze beslissing van de gemeenteraad.

 

Art. 3 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

9

Personeelszaken - Verlofregeling 2021 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de algemeen directeur en de financieel directeur van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat de verlofregeling betreffende de jaarlijkse vakantiedagen, de dienstvrijstelling en de feestdagen wordt opgemaakt en uitgevoerd conform de bepalingen in de rechtspositieregeling;

 

Gelet op artikel 262§1 van de rechtspositieregeling waarbij het personeelslid recht heeft op volgende officiële feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december;

 

Gelet op artikel 262§1 van de rechtspositieregeling waarbij het personeelslid recht heeft op 3 bijkomende feestdagen: 2 november, 15 november en 26 december;

 

Gelet op artikel 262§2 van de rechtspositieregeling waarin luidt dat wanneer een feestdag samenvalt met een zaterdag of zondag deze vervangen wordt door een andere dag, die bepaald wordt door de gemeenteraad;

 

Overwegende dat er in het kalenderjaar 2021 5 feestdagen op een zaterdag of zondag vallen;

 

Gelet op het advies van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 3 november 2020;

 

Gelet op het advies van de representatieve vakorganisaties;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Goedkeuring te verlenen om zaterdag 1 mei 2021 (Dag van de Arbeid), zaterdag 25 december 2021 (Kerstmis) en zondag 26 december 2021 (Tweede Kerstdag) collectief in te zetten als brugdag op vrijdag 14 mei 2021, vrijdag 24 december 2021 en vrijdag 31 december 2021 naar aanleiding van respectievelijk O.L.H.-Hemelvaart, Kerstmis en Nieuwjaar.

 

Art. 2 - De overgebleven feestdagen (Feest van de Vlaamse Gemeenschap en O.L.V. Hemelvaart) die in het weekend vallen, worden toegevoegd aan het jaarlijks verlof en zijn bijgevolg vrij op te nemen door het personeelslid.

 

Art. 3 - Een verlofnota betreffende de vakantieregeling zal aan het personeel overgemaakt worden.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

10

Omgeving - Gratis grondafstand aan de gemeente Hoeselt van een perceel t.h.v. de Nederstraat 4 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;

 

Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2018/4 van 26 oktober 2018 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op art. 2.9.6.0.3 van het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;

 

Overwegende dat door dhr. P. Timmermans op 22-07-2020 een omgevingsvergunning werd aangevraagd voor het verkavelen van een perceel in één lot voor open bebouwing;

 

Overwegende dat het voetpad ter plaatse te smal is;

 

Overwegende dat om veiligheidsredenen wordt voorgesteld een deel van het perceel af te staan aan de gemeente Hoeselt om toe te voegen tot haar openbaar domein;

 

Overwegende dat het een grondafstand aan de gemeente Hoeselt betreft van:

-          een deel van perceel Hoeselt, 1ste afdeling sectie C 285 k of lot 4 van bijgevoegd verkavelingsplan d.d. 01-07-2020 opgemaakt door landmeter-expert R. Thijsen met een oppervlakte van 5 m²

-          perceel Hoeselt, 1ste afdeling sectie C 285 l met een oppervlakte van 9 m²;

 

Gelet op bijgevoegde bodemattesten;

 

Gelet op bijgevoegd kadastraal plan;

 

Overwegende dat het aangewezen is de gratis grondafstand te aanvaarden zodat het voetpad ter plaatse een gewenste breedte van 1,5 m bereikt;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De gratis grondafstand aan de gemeente Hoeselt van:

-          een deel van perceel Hoeselt, 1ste afdeling sectie C 285 k of lot 4 van bijgevoegd verkavelingsplan d.d. 1-07-2020 opgemaakt door landmeter-expert R. Thijsen met een oppervlakte van 5 m²

-          perceel Hoeselt, 1ste afdeling sectie C 285 l met een oppervlakte van 9 m²

goed te keuren.

 

Art. 2 - Perceel Hoeselt, 1ste afdeling sectie C 285 l en lot 4 van bijgevoegd verkavelingsplan worden ingelijfd in het openbaar domein.

 

Art. 3 - De overdracht geschiedt voor reden ten algemene nutte (Art. 2.9.6.0.3 decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit) o.m. voor de verbreding van het voetpad ter plaatse.

 

Art. 4 - Het college van burgemeester en schepenen is belast met de verdere uitvoering van dit besluit. Notaris Mia Knapen, Koning Albertlaan 22, 3620 Lanaken, wordt aangesteld als instrumenterende notaris. De voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur worden gemachtigd, samen met de financieel directeur, de akte, namens en voor de gemeente te ondertekenen.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

11

Omgeving - Reglement geldigheidsduur conformiteitsattest - Aanpassing besluit van 20 februari 2020 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

 

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op Artikel 23 §3 van de grondwet;

 

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode, inzonderheid artikel 7 betreffende het conformiteitsattest (vanaf 2021: boek 3, artikel 3.7 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021);

 

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode, inzonderheid artikel 10 betreffende de geldigheidsduur van het conformiteitsattest (vanaf 2021: boek 3, artikel 3.9 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021);

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de woningkwaliteitsbewaking van 24 mei 2019, inzonderheid artikel 1, 18° betreffende het technisch verslag (vanaf 2021: boek 1, artikel 1.2, 132° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021); 

 

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering over het lokaal woonbeleid, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 16 november 2018, verder genoemd het BVR Lokaal Woonbeleid (vanaf 2021: boek 2, deel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021);

 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 juni 2019 tot oprichting van het nieuwe intergemeentelijke samenwerkingsverband ‘IGSW Zuidoost-Limburg’ in het kader van het BVR lokaal woonbeleid (vanaf 2021: boek 2, deel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021);

 

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 juni 2019 tot goedkeuring van het projectplan voor de intergemeentelijke samenwerking ‘IGSW Zuidoost-Limburg’ in het kader van het BVR lokaal woonbeleid (vanaf 2021: boek 2, deel 2 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021);

 

Overwegende dat de gemeente aangesteld wordt als regisseur van het lokale woonbeleid in artikel 2 van het BVR lokaal woonbeleid  (vanaf 2021: Boek 2, deel 2, artikel 2.2 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021) ;

 

Overwegende dat de Vlaamse Wooncode voorziet in artikel 10, 5°, dat de gemeente de geldigheidsduur van het conformiteitsattest kan beperken (vanaf 2021: Boek 3, artikel 3.9, 5° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021);

 

Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering over het lokaal woonbeleid (vanaf 2021: het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, boek 2, deel 2) de taken en opdrachten vastlegt voor een gemeente en de voorwaarden vaststelt waaraan een intergemeentelijk samenwerkingsverband moet voldoen;

 

Overwegende dat in het door de gemeenteraad goedgekeurd projectplan van de intergemeentelijk samenwerking opgenomen werd dat de gemeente toezicht houdt op de kwaliteit van de woningen, o.a. door de geldigheidsduur van het conformiteitsattest te beperken;

 

Overwegende dat het beperken van de geldigheidsduur van het conformiteitsattest ertoe zal leiden dat woningen die conform zijn maar nog kleine gebreken hebben, korter opgevolgd kunnen worden;

 

Overwegende dat de beperking van de geldigheidsduur van een conformiteitsattest zal leiden tot een verhoogde waakzaamheid bij de verhuurders, omdat normale sleet al kan leiden tot opmerkingen bij de opmaak van een technisch verslag, en mogelijk regelmatiger onderhoud zal gebeuren in huurwoningen;

 

Overwegende dat dergelijke beperking volledig past in de wens van de gemeente om in een landelijke omgeving met een hoog aantal woningen met hoge ouderdom “de vinger aan de pols” te houden inzake woonkwaliteit van deze oudere woningen, dat deze beperking van de geldigheidsduur van een conformiteitsattest zal toelaten om als gemeente sneller handhavend op te treden bij huiseigenaars die geen aandacht hebben voor de kwaliteit van het verhuurde goed;

 

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de woningkwaliteitsbewaking van 24 mei 2019 (vanaf 2021: Boek 3, art. 3.1 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021) dat stelt dat vanaf 1 januari 2021 een nieuw technisch verslag gehanteerd zal worden om de gebreken in een woning vast te stellen;

 

Overwegende dat de Vlaamse regering vanaf 1 januari 2021 de regelgeving over het Vlaamse woonbeleid zal bundelen in de Vlaamse Codex Wonen en het Besluit Vlaamse Codex Wonen, waarbij een nieuwe structuur en een nieuwe nummering doorgevoerd wordt van de bestaande regelgeving;

 

Overwegende dat het besluit van de gemeenteraad van 20 februari 2020 betreffende de beperking van de geldigheidsduur van conformiteitsattesten dient aangepast te worden aan dit nieuwe technisch verslag en de nieuwe structuur;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Definities.

 

Conformiteitsattest: het attest zoals vastgelegd in artikel 7 van het Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 (vanaf 2021: boek 3, artikel 3.7 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021) en waaruit blijkt dat de woning conform is met de vereisten en normen zoals vastgelegd in hetzelfde decreet;

 

Technisch verslag: het verslag zoals vastgelegd in artikel 1, 18° van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de woonkwaliteitsbewaking van 24 mei 2019 en dat in werking treedt op 1 januari 2021 (vanaf 2021: boek 1, artikel 1.2, 132° van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021): het verslag dat in het kader van een conformiteitsonderzoek door een woningcontroleur is opgesteld aan de hand van de modellen die opgenomen zijn in de bijlagen van hetzelfde besluit.

 

Art. 2 -Toepassingsgebied.

 

Dit reglement is van toepassing op alle conformiteitsattesten die afgeleverd worden vanaf de inwerkingtreding van dit reglement, ongeacht de instantie die dit conformiteitsattest aflevert.

 

Art. 3 - Geldigheidsduur.

 

De geldigheidsduur van het conformiteitsattest wordt vastgelegd op:

- 5 jaar: indien er in het technisch verslag in de categorie I “klein gebrek” 3 of meer kleine gebreken worden vastgesteld;

- 10 jaar voor alle andere woningen.

 

Art. 4 - Inwerkingstreding.

 

Deze verordening gaat in na goedkeuring door de gemeenteraad en ten vroegste vanaf 1 januari 2021.

 

Art. 5 - Dit besluit vervangt het besluit van de gemeenteraad van 20 februari 2020 betreffende de beperking van de geldigheidsduur van het conformiteitsattest.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

12

Omgeving - Meerjarenbeleidsplan, samenwerkingsovereenkomst en begroting IOED Oost voor de periode 2021-2026 - Kennisgeving

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

 

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet voor de artikelen die nog van toepassing zijn;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het nieuwe erfgoeddecreet dat in werking getreden is op 1 januari 2015;

 

Gelet op art. 14 en art. 15 van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking van 2001, gewijzigd in 2006;

 

Gelet op de decretale erkenning van Zolad+ als IOED in 2015;

 

Gelet op de statuten van de projectvereniging IOED Oost-Haspengouw & Voeren;

 

Overwegende dat de aanwezigheid van een groot aantal erfgoedelementen op het grondgebied van de gemeente Hoeselt de gemeente verplicht tot een zorgzaam beleid in deze materie, dat deskundigheid hier aangewezen is, dat deze deskundigheid niet aanwezig is binnen het eigen personeelsbestand van de gemeente en dat dit positieve effecten genereert voor de werklast van de gemeente;

 

Overwegende dat het nieuwe erfgoeddecreet vanaf 1 januari 2015 meerdere bijkomende verplichtingen oplegt aan de gemeenten inzake erfgoed en archeologie; dat de rol van de IOED in deze nieuwe verplichtingen zeer belangrijk kan zijn in de zin dat deze vereniging de gemeente op deskundige wijze kan bijstaan in het vervullen van haar decretale verplichtingen;

 

Overwegende dat de projectvereniging IOED Oost-Haspengouw & Voeren met de gemeenten Bilzen, Riemst en Voeren reeds was opgericht voor een termijn van 6 jaar met als startdatum 1 januari 2016;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad in zitting van 29 december houdende de toetreding tot de projectvereniging IOED Oost-Haspengouw & Voeren voor een periode van 5 jaar vanaf 1 januari 2017, met name voor de jaren 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021;

 

Overwegende dat de dienstverlening van de IOED en het lidmaatschap van deze Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst (IOED) jaarlijks een bijdrage kost aan de gemeente; dat budgettaire restricties de gemeente nopen tot een zorgzaam omgaan met de beschikbare middelen, alles in verhouding tot haar verplichtingen en kerntaken;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad in zitting van 28 maart 2019 houdende de herbenoeming van de stemgerechtigde en raadgevende afgevaardigden en plaatsvervangers;

 

Gelet op de kennisname door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 29 september 2020 houdende de aanwerving van mevr. G. Kaszas als erfgoedconsulent ondergronds erfgoed;

 

Overwegende dat ter kennisgeving aan de gemeenteraad worden voorgelegd:

- het meerjarenbeleidsplan van IOED Oost voor de periode 2021-2026 dewelke werd goedgekeurd door het agentschap Onroerend Erfgoed,

- een nieuwe ondertekende subsidieovereenkomst met AOE voor de periode 2021-2026,

- een geactualiseerde meerjarenbegroting in navolging van de beslissing van de aangesloten gemeenten om de twee medewerkers opnieuw voltijds in te zetten voor IOED Oost en de aanwerving van mevr. G. Kaszas als erfgoedconsulent ondergronds erfgoed;

 

Overwegende dat de samenwerkingsperiode loopt tot en met 2021 dienen de cijfers voor de resterende jaren onder voorbehoud van een nog goed te keuren verlenging van de samenwerking te worden beschouwd;

 

Besluit,

 

Art. 1 - Kennis te nemen van het meerjarenbeleidsplan, de samenwerkingsovereenkomst en de meerjarenbegroting van de Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst (IOED) Oost.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

13

Overheidsopdrachten - Aanstelling ontwerper openbare infrastructuur 'Sportpark' - Lastvoorwaarden en gunningswijze - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 EUR niet), en inzonderheid  artikels 2, 36° en 48 die een gezamenlijke realisatie van de opdracht in naam en voor rekening van meerdere aanbesteders toelaat;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de aanbestedende overheden, gesloten op 20 december 2018;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aanstellen van een ontwerper voor de realisatie van de openbare infrastructuur 'Sportpark'” een bestek met nr. 2020-052 werd opgesteld door de dienst Overheidsopdrachten i.s.m dienst Omgeving, dienst Vrije Tijd en Technische Dienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 66.115,70 EUR excl. btw of 80.000,00 EUR incl. 21% btw;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat het een gezamenlijke opdracht betreft waarbij het aangewezen is dat gemeente Hoeselt de procedure zal voeren en in naam van Fluvius System Operator cvba bij de gunning van de opdracht zal optreden;

 

Overwegende dat gezamenlijk aankopen kan leiden tot aanzienlijke besparingen en administratieve vereenvoudiging;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2020, op budgetcode 22400007/02/0610 (actie/raming AC000009/MJP000575);

 

Besluit,

 

19 stemmen voor: Werner Raskin (VLD-plus), Bert Vertessen (NVA-nieuw), Yves Croux (VLD-plus), Johan Schoefs (NVA-nieuw), Linda Verjans (VLD-plus), Serge Voncken (Best-Groen), Michel Vanroy (VLD-plus), Carine Moors (Best-Groen), Wim Hellinx (VLD-plus), Wendy Bollen (VLD-plus), Rudi Coenegrachts (NVA-nieuw), Christiaan Hex (Best-Groen), Mieke Claesen (Best-Groen), Heidi Berx (VLD-plus), Liesbeth Werelds (VLD-plus), Marc Bamps (Best-Groen), Stanny Crommen (VLD-plus), Jasper Goffin (Best-Groen) en Jordi Boulet (NVA-nieuw).
2 stemmen tegen: Alfons Capiot (WIJ Hoeselt) en Eddy Vandecaetsbeek (WIJ Hoeselt).
 

Art. 1 - Goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr. 2020-052 en de raming voor de opdracht “Aanstellen van een ontwerper voor de realisatie van de openbare infrastructuur 'Sportpark'. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 66.115,70 EUR excl. btw of 80.000,00 EUR incl. 21% btw.

 

Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Art. 3 - Gemeente Hoeselt wordt gemandateerd om de procedure te voeren en in naam van Fluvius System Operator cvba bij de gunning van de opdracht op te treden.

 

Art. 4 - In geval van een juridisch geschil omtrent deze overheidsopdracht, is elk deelnemend bestuur mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot zijn aandeel in de opdracht.

 

Art. 5 - Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de deelnemende besturen.

 

Art. 6 - De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2020, op budgetcode 22400007/02/0610 (actie/raming AC000009/MJP000575).

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

14

Secretariaat (gemeente) - Contract tussen de Kruispuntbank en de gemeente Hoeselt - Kennisgeving

 

De gemeenteraad,

 

Overwegende dat in zitting van 24 september 2020 de gemeenteraad haar goedkeuring verleende aan de toekenning van consumptiebonnen in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2020 tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeenten, OCMW's en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen;

 

Overwegende dat voor de automatische toekenning van deze consumptiebonnen bepaalde gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid noodzakelijk zijn;

 

Overwegende dat de gemeente Hoeselt een machtiging verkrijgt van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid om mededeling te bekomen van de lijst met inwoners van de gemeente Hoeselt die op 01 juli 2020 recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

 

Gelet op de 'OVEREENKOMST NR.20/030' inzake de mededeling van persoonsgegevens door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de gemeente Hoeselt voor de automatische toekenning van aanvullende rechten, met toepassing van beraadslaging nr.16/008 van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, overeenkomstig artikel 11bis van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 3 november 2020;

 

Overwegende dat volgens artikel 7 van bovenvermelde overeenkomst, de burgemeester er zich toe verbindt alle gemeenteraadsleden van de gemeente Hoeselt in kennis te stellen van deze overeenkomst;

 

Besluit,

 

Art. 1 - Kennis te nemen van de 'OVEREENKOMST NR. 20/030' inzake de mededeling van persoonsgegevens door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) aan de gemeente Hoeselt voor de automatische toekenning van aanvullende rechten, met toepassing van beraadslaging nr. 16/008 van het sectoriaal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid, overeenkomstig artikel 11bis van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

Deze overeenkomst beoogt de mededeling, door de KSZ aan de gemeente Hoeselt, van de inwoners die, omwille van hun socialezekerheidsstatuut (of dat van hun rechthebbenden), recht hebben op één of ander voordeel binnen of buiten de sociale zekerheid, uitsluitend met het oog op de automatische toekenning van aanvullende rechten vastgesteld in het besluit van de gemeenteraad van 24 september 2020.

 

Art. 2 - Afschrift van dit raadsbesluit over te maken aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

15

Secretariaat (gemeente) - Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg (IGL) - Agenda algemene vergadering van 10 december 2020 en bepaling mandaat gemeentelijke afgevaardigde - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt deelnemer is van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg;

 

Gelet op artikel 35 van de gecoördineerde statuten van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg;

 

Gelet op de oproepingsbrief van 21 oktober 2020 voor de gewone vergadering van de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg die op 10 december 2020 om 18.00 uur plaats heeft in de refter van IGL - Ter Heide te Genk, Klotstraat 125;

 

Gelet op de verantwoordingsstukken en de toelichtingsnota’s betreffende de punten vermeld op de agenda van de gewone vergadering d.d. 10 december 2020 van de Algemene Vergadering;

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

Overwegende dat er geen bezwaren voorhanden zijn om goedkeuring van de agenda te weigeren;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg d.d. 10 december 2020:

1. Financieel rapport over het eerste semester 2020, balans, resultaat en saldo per 30 juni 2020: kennisneming;

2. Begroting 2021: goedkeuring;

3. Woon-en leefkosten in Ter Heide vanaf 2021: kennisneming;

4. IGL na de verlenging wordt IGL 2.0 (werknaam): kennisneming.

 

Art. 2 - De vertegenwoordiger van de gemeente Hoeselt of bij belet de plaatsvervanger die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg op 10 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg., ter attentie van het secretariaat.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

16

Secretariaat (gemeente) - Limburg.net - Agenda algemene vergadering van 16 december 2020 en bepaling mandaat gemeentelijke afgevaardigde - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het feit dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 398, §2, 3° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

 

Gelet op de statuten van Limburg.net;

 

Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij Limburg.net;

 

Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt per (aangetekend) schrijven van 22 oktober 2020 werd opgeroepen om deel te nemen aan de algemene vergadering van Limburg.net die op 16 december 2020 plaats heeft en waarvan de vergaderlocatie en/of vergaderwijze, gezien de coronacrisis, nog later zal bepaald worden;

 

Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering;

 

Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van Limburg.net van 21 oktober 2020 tot goedkeuring van de agenda van de algemene vergadering van Limburg.net van woensdag 16 december 2020 om 18 uur;

 

Gelet dat er geen bezwaren voorhanden zijn om de goedkeuring van de agenda te weigeren;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Algemene Vergadering van de Opdrachthoudende Vereniging Limburg.net d.d. 16 december 2020:

1) Welkom door de voorzitter

2) Goedkeuring verslag van de vorige algemene vergadering

3) Aanduiding secretaris en stemopnemers (art. 38 statuten)

4) Begroting 2021, te ontwikkelen activiteiten en strategie

Bijlagen: Begroting 2021 - PowerPoint Begroting 2021

5) Benoeming leden algemeen comité

Op het moment van het uitsturen van de agenda zijn geen vervangingen bekend.

6) Varia

 

Art. 2 - De vertegenwoordiger van de gemeente Hoeselt die zal deelnemen aan de Algemene Vergadering van Limburg.net op 16 december 2020 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.

 

Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en in het bijzonder met het in kennis stellen daarvan aan de opdrachthoudende vereniging middels het bezorgen van een afschrift in tweevoud aan Limburg.net.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

17

Secretariaat (gemeente) - Mandaten raadsleden 2020 - Kennisgeving

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel 8 van de deontologische code voor lokale mandatarissen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 oktober 2019;

 

Gelet dat ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, een lokale mandataris aan de algemeen directeur meldt welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur;

 

Gelet dat de algemeen directeur hierover jaarlijks de raadsleden informeert;

 

Overwegende dat het bijgevoegd overzicht is opgesteld op basis van de meldingen van de raadsleden aan de algemeen directeur betreffende de mandaten die zij in 2020 vervullen;

 

Overwegende dat de plaatsvervangende mandaten niet werden opgenomen in dit overzicht;

 

Besluit,

 

Art. 1 - Kennis te nemen van het overzicht (in bijlage) van de betaalde en onbetaalde mandaten die de raadsleden vervullen in het jaar 2020.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

18

Secretariaat (gemeente) - Bekrachtiging burgemeestersbesluit tot het organiseren van de OCMW- en gemeenteraad van 29 oktober 2020 via videoconferentie - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de uitbraak van het coronavirus Covid-19;

 

Gelet op ministerieel besluit van 13 maart 2020 houdende de afkondiging van de federale fase van het nationaal noodplan betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 23 oktober 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 18 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

 

Gelet op artikel 134, §1 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet;

 

Gelet op artikel 63 van het Decreet Lokaal Bestuur;

 

Overwegende dat het aangewezen is om de OCMW- en gemeenteraad digitaal te laten plaatsvinden gelet op de huidige gezondheidssituatie;

 

Gelet op de richtlijnen van Binnenland Vlaanderen aangaande de raadszittingen en het coronavirus op www.lokaalbestuur.vlaanderen.be;

 

Gelet op het burgemeestersbesluit d.d. 27 oktober 2020 om de vergadering van de OCMW- en gemeenteraad van 29 oktober 2020 te laten plaatsvinden via videoconferentie;

 

Gelet dat dergelijk besluit van de burgemeester aan de eerstvolgende gemeenteraad ter kennis gebracht dient te worden en daar te worden bekrachtigd;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Kennis te nemen van het besluit van de burgemeester d.d. 27 oktober 2020 inzake de organisatie van de vergadering van de OCMW- en gemeenteraad van 29 oktober 2020 via videoconferentie en dit te bekrachtigen.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

19

Secretariaat (gemeente) - Notulen en zittingsverslag gemeenteraad van 29 oktober 2020 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Overwegende dat conform art. 32 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering steeds samen met de agenda van de gemeenteraad ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld worden aan de gemeenteraadsleden;

 

Overwegende dat ieder raadslid het recht heeft opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering;

 

Gelet op het ontwerp van de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 29 oktober 2020 in bijlage;

 

Overwegende dat ter zake geen op- of aanmerkingen geformuleerd werden;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid het artikel 32 betreffende de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 29 oktober goed te keuren en namens de gemeenteraad ter ondertekening voor te leggen aan de voorzitter en de algemeen directeur.

Publicatiedatum: 23/12/2020
Overzicht punten

Bijkomende punten:

 

20

Secretariaat (gemeente) - Gemeentelijk onderwijs. Leerkracht Islam - Kennisgeving

 

Raadslid Fons Capiot heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Wij Hoeselt een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van 26 november 2020. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:

 

Gemeentelijk onderwijs. Leerkracht Islam

 

Hoe gebeurt de aanwerving van de leerkracht Islam? Welk diploma is vereist?

 

Fractie Wij Hoeselt vraagt hierop een antwoord van de schepen van onderwijs.

 

Raadslid Fons Capiot licht het agendapunt toe.

 

Schepen Linda Verjans antwoordt dat wanneer er ouders zijn die een erkende godsdienst aanvragen dit gemeld wordt aan de desbetreffende inspecteur. Het is de inspecteur die instaat voor de aanwerving en niet de school zelf.

 

Raadslid Fons Capiot vraagt welk diploma een leerkracht islam moet hebben.

 

Schepen Linda Verjans verduidelijkt dat deze leerkracht geen diploma moet hebben, maar wel een mandaat. Het onderwijzen van een godsdienst is niet gekoppeld aan een diploma. De leermeesters moeten over een mandaat beschikken. Vandaar dat het de desbetreffende inspecteur is die de godsdienstleerkracht voordraagt. En die worden voor islam gewoonlijk voorgedragen door een imam.

 

Raadslid Fons Capiot merkt op dat de gemeente Hoeselt - zoals alle gemeenten - een lokaal integraal veiligheidscomité (LIVC) heeft. Dat is opgericht in 2016 en daar zit ook de directeur van de gemeenteschool in samen met de burgemeester. Voor de aanwerving van een islamleerkracht is het nodig dat dit comité samen komt. Raadslid Fons Capiot heeft navraag gedaan en kwam tot de vaststelling dat dit in 2016 niet één keer is samen gekomen. Hoe is dan de screening gebeurd?

 

Burgemeester Werner Raskin antwoordt dat het LIVC in 2016 nog niet bestond en toen dus ook niet is samengekomen. In alle jaren daarna is dit wel gebeurd en is het LIVC zelfs aangevuld met een afgevaardigde van de politie, met de jeugdconsulent, met een afgevaardigde van het secundair onderwijs, etc. Iedereen kan daar melding doen van een onderwerp dat hij of zij wil bespreken. Ook raadslid Eddy Vandecaetsbeek heeft - vanuit zijn toenmalige job - daar nog deel van uit gemaakt. Het LIVC komt samen als er zich iets belangrijks voordoet. Burgemeester Werner Raskin geeft aan te willen navragen of dergelijke screening gebeurd is in Bilzen of een andere gemeente waar men deze godsdienstleraar heeft aangenomen. Het LIVC komt sowieso op regelmatige basis samen. Van zodra de directeur van een school of een ambtenaar iets meldt, wordt het LIVC dringend en dadelijk samen geroepen. Betreffende leerkracht zal allicht al dikwijls gescreend zijn. Hij geeft immers niet alleen les in Hoeselt. In de veiligheidscomités van de andere gemeenten waar deze man werkt, zal hij ook aan de orde geweest zijn. En tot nu toe heeft het gemeentebestuur geen informatie ontvangen waaruit zou blijken dat er aan die man iets zou schelen. Misschien dat raadslid Fons Capiot denkt dat deze man radicaal is of zo... Daar heeft burgemeester Werner Raskin alleszins geen kennis van. Hij heeft hier niets van gehoord, maar zal eventueel navraag doen bij de andere gemeenten waar hij is gescreend. Op een volgend comité kan dit besproken worden. Maar er moet van een mug geen olifant gemaakt worden.

 

Raadslid Fons Capiot benadrukt dat hij van een mug helemaal geen olifant maakt. Hij stelt vast dat burgemeester Werner Raskin zelfs niet weet dat het een vrouw is die les geeft in de gemeenteschool en geen man. Hij vindt dit toch wel heel straf. In welke taal geeft die mevrouw les? Is dat Turks? Is dat Arabisch? Is dat Nederlands? Mogen er ook meisjes die les volgen? Hij vindt dit belangrijk. En raadslid Fons Capiot wil ook weten wat er onderwezen wordt. Dat lijkt hem heel normaal. Het gemeentebestuur is toch baas van deze school. Zo komt men hier vertellen dat die leerkracht ook in andere scholen les geeft. Waar dan? Waar geeft die nog les? Raadslid Fons Capiot denkt dat het bestuur dit niet weet. Net zoals er niet geantwoord kon worden op de vraag bij agendapunt 2 over de leegstandsbelasting die kwijt gescholden moet worden. Gaat dit over 1.000,00 EUR of over 500.000,00 EUR? Men weet het niet. Telkenmale er een serieuze vraag gesteld wordt, weet men het niet.

 

Schepen Linda Verjans herhaalt dat de gemeenteschool verplicht is om in te gaan op iedere vraag naar een erkende godsdienst. Er zijn trouwens nog 6 andere erkende godsdiensten. Momenteel is er één kind dat 2 uur per week islamitische godsdienst volgt. En deze lessen worden inderdaad gegeven door een vrouw. Zij geeft ook nog les in andere scholen en sowieso ook binnen de eigen scholengemeenschap in de school van Mal (Tongeren) en die van Herderen (Riemst).

 

Raadslid Fons Capiot geeft aan dat de islam evenmin bestaat als het christendom. Je werft geen leerkracht christendom aan. Je hebt ofwel katholieke godsdienst, of jehova, of orthodoxe, of protestantse, of evangelische kerk. En bij de islam is dat ook zo. Hij zou dan ook willen weten of het soennitisch is, of sjiiittisch, of salafistisch, of vanwege Erdogan z'n school. Hij zou willen weten over wat daar les wordt gegeven. En het bestuur weet dit niet. Het gemeentebestuur is bevoegd voor onderwijs, maar weet niet wat in de gemeenteschool onderwezen wordt. Wordt de evolutietheorie daar nog onderricht? Dat weet men blijkbaar ook niet.

 

Schepen Linda Verjans benadrukt dat ze alles heeft uitgelegd en op alles duidelijk heeft geantwoord.

 

Raadslid Fons Capiot zegt dat ze van toeten of blazen weet en dat dat levensgevaarlijk is.

 

Burgemeester Werner Raskin meent dat raadslid Fons Capiot weer hetzelfde spelletje speelt en dat hij dit moe aan het worden is. Dat is alles wat hij nog wil zeggen hierover. Hij is hem zo gewend.

 

Raadslid Fons Capiot stelt enkel vast dat de burgemeester en schepen op niks kunnen antwoorden.

 

Schepen Linda Verjans benadrukt nogmaals dat ze duidelijk geantwoord heeft op de 2 vragen die raadslid Fons Capiot gesteld heeft en dat ze nog extra uitleg heeft gegeven. Zij meent dat dit volstaat.

Publicatiedatum: 23/12/2020