NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD

 

VERGADERING VAN 28 november 2019

 

Aanwezig:

Jordi Boulet, voorzitter

Werner Raskin, burgemeester

Bert Vertessen, Yves Croux, Johan Schoefs, Linda Verjans, schepenen

Alfons Capiot, Serge Voncken, Carine Moors, Wim Hellinx, Wendy Bollen, Rudi Coenegrachts, Christiaan Hex, Mieke Claesen, Heidi Berx, Liesbeth Werelds, Marc Bamps, Stanny Crommen, Eddy Vandecaetsbeek, Jasper Goffin, raadsleden

Geert Rouffa, algemeen directeur

 

Verontschuldigd:

 

Michel Vanroy, raadslid

 

Vanaf punt 19 verlaat schepen Yves Croux de zitting.

Vanaf punt 20 is schepen Yves Croux aanwezig.

Vanaf punt 21 verlaat raadslid Alfons Capiot de zitting.

Vanaf punt 21 verlaat raadslid Eddy Vandecaetsbeek de zitting.

Vanaf punt 23 is raadslid Eddy Vandecaetsbeek aanwezig.

 

Overzicht punten

 

In openbare vergadering

 

01

Financiën (gemeente) - Goedkeuring jaarrekening 2018 door de Gouverneur - Kennisgeving

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het besluit van de Gouverneur van 23 oktober 2019 houdende goedkeuring van de jaarrekening van de gemeente Hoeselt over het financiële boekjaar 2018, vastgesteld met de volgende saldi:

budgettair resultaat boekjaar108.245 EUR

gecumuleerd budgettair resultaat boekjaar8.386.980 EUR

resultaat op kasbasis8.123.770 EUR

balanstotaal34.298.869 EUR

overschot van het boekjaar131.577 EUR

 

Overwegende dat de Gouverneur de jaarrekening zonder wijzigingen heeft goedgekeurd zoals ze werd vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 27 juni 2019;

 

Besluit,

 

Art. 1 - Kennis te nemen van het besluit van de Gouverneur van 23 oktober 2019 houdende goedkeuring van de jaarrekening van de gemeente Hoeselt over het financiële boekjaar 2018.

 

Art. 2 - Dit besluit over te maken aan de financieel directeur.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

02

Financiën (gemeente) - Gemeentelijke toelagen boekjaar 2019 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 40 en 265;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de OCMW's en de provincies, in het bijzonder titel 4, artikel 107 (vastleggingen) en artikel 108 (aanrekeningen);

 

Gelet op de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, meer bepaald de artikelen 3 en 7;

 

Overwegende dat op de 'Lijst met nominatief toegekende subsidies', welke deel uitmaakt van budget 2019, een aantal toelagen werden ingeschreven op het exploitatiebudget;

 

Overwegende dat het aangewezen is bepaalde toelagen afzonderlijk door de gemeenteraad te laten goedkeuren;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De gemeenteraad keurt de toekenning van volgende toelagen (exploitatiebudget) voor het boekjaar 2019 goed (bedragen in EUR):

Limburgs Landschap340,00 EUR6494 0000 0340

Jeugdbond voor Natuur en Milieu Zuid-Limburg1.020,00 EUR6494 0000 0340

Natuurvereniging Orchis vzw2.720,00 EUR6494 0000 0340

Natuurpunt Zuidoost Limburg3.400,00 EUR6494 0000 0340

 

Art. 2 - De uitgaven zullen vastgelegd en aangerekend worden op de budgetsleutels aangeduid in Art. 1 hierboven.

 

Art. 3 - Ingevolge artikel 9, 2de lid, van de wet van 14 november 1983 inzake de voorgeschreven verplichtingen betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, worden de bovenvermelde begunstigden volledig vrijgesteld van de door deze wet opgelegde verplichtingen, met dien verstande dat de bepalingen van artikel 3 en artikel 7, 1ste lid, van toepassing blijven (zie hiervoor artikelen 4 en 5 van dit besluit).

 

Art. 4 - De begunstigden zijn, op straffe van gehele terugbetaling van het toegekende bedrag, gehouden de toelagen aan te wenden tot betaling van werkingskosten van hun vereniging.

 

Art. 5 - De begunstigden van de toelagen zijn gehouden de aanwending van de toelagen te verantwoorden en de controle erop door het college van burgemeester en schepenen te dulden.

 

Art. 6 - Afschriften van dit besluit te hechten aan de betreffende aanrekeningen.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

03

Financiën (gemeente) - Gemeentelijke dotatie aan de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst (boekjaar 2020) - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel 40 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, komt de begroting van een meergemeentezone ten laste van de verschillende gemeenten van de zone en de federale staat. Wanneer de meergemeentezone niet over voldoende middelen beschikt om de uitgaven te dekken, wordt het verschil gedragen door de gemeenten die er deel van uitmaken;

 

Overwegende dat de politiebegroting dienstjaar 2020 van de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst, ter goedkeuring zal worden voorgelegd op de Politieraad van 4 december 2019;

 

Uit de reeds ontvangen ontwerpbegroting blijkt dat de dotatie 2020 van de gemeente Hoeselt aan de politiezone 610.366,00 EUR bedraagt;

 

Gelet op de wettelijke bepalingen ter zake;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De gemeenteraad keurt de dotatie voor de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst voor boekjaar 2020 ten bedrage van 610.366,00 EUR goed.

 

Art. 2 - De gemeenteraad beslist om de nodige kredieten te voorzien in haar meerjarenplan 2020-2025, boekjaar 2020 op budgetsleutel 6493 2070 0400 (actie 111).

 

Art. 3 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

 

Art. 4 - Afschriften van dit besluit over te maken aan de financieel directeur van de gemeente Hoeselt en aan de rekenplichtige van de politiezone.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

04

Financiën (gemeente) - Gemeentelijke dotatie aan de hulpverleningszone Oost-Limburg (boekjaar 2020) - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel 68 § 2 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele veiligheid;

 

Gelet op besluit 57 van de prezoneraad van 14 december 2014;

 

Gelet op besluit 58 van de prezoneraad van 12 september 2014 over de overdracht van personeel, patrimonium en goederen; wat betekent dat er geen afrekening meer is vanaf boekjaar 2020;

 

Gelet op nota 10 van het zonecollege van 13 maart 2015 over de verminderde dotatie voor Opglabbeek en Riemst;

 

Gelet op de geplande start van de post Oudsbergen, is er geen verminderde dotatie voor Oudsbergen;

 

Gelet op nota 19-031 van het zonecollege van 27 september 2019 over het begrotingsvoorstel 2020;

 

Overwegende een extra dotatie van de stad Genk voor de prestaties van BWOL tijdens wedstrijden van KRC Genk;

 

Overwegende dat de parameters aantal inwoners en belastbaar KI aangepast worden aan de actuele gegevens;

 

Overwegende dat iedere gemeenteraad zijn gemeentelijke dotatie voor 2020 dient goed te keuren;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Zonale verdeelsleutel.

 

De zonale verdeelsleutel voor de gemeenten is bepaald op 50% belastbaar KI + 50% aantal inwoners.

Jaarlijks op 1 juli wordt de verdeelsleutel op basis van de actuele gegevens aangepast.

Hiervoor worden de gegevens gebruikt van de Studiedienst Vlaamse Regering die terug te vinden zijn op http://regionalestatistieken.be.

Op 1 juli 2019 waren de meest actuele gegevens:

 

Inwoners 2018Belastbaar KI 2018% voor dotatie 2020

As 8.190 3.397.817 2,19%

Bilzen 32.318 14.247.113 8,87%

Dilsen-Stokkem 20.454 10.738.844 6,08 %

Genk 66.110 57.679.924 25,82 %

Hoeselt 9.685 4.500.664 2,72%

Houthalen-Helchteren 30.623 15.642.464 8,99 %

Kinrooi 12.233 5.164.568 3,30 %

Lanaken 25.818 19.004.863 9,14 %

Maaseik 25.201 11.784.875 7,10 %

Maasmechelen 38.193 17.987.071 10,80 %

Oudsbergen 23.423 12.760.552 7,09 %

Riemst 16.665 6.825.261 4,44 %

Voeren 4.160 2.018.666 1,19 %

Zutendaal 7.234 4.250.512 2,27 %

TOTAAL320.307186.004.194100%

 

Art. 2 - De gemeenteraad neemt kennis van de totale gemeentelijke bijdrage van 12.948.645,00 EUR die is voorzien in de begroting van de brandweerzone voor 2020. De gemeente Hoeselt heeft binnen de brandweerzone een verdeelsleutel van 2,72 %. Dit komt neer op een dotatie in 2020 van 352.418,00 EUR.

 

Art. 3 - De gemeenteraad gaat akkoord met de betaling van de dotatie van 352.418,00 EUR in 2020. Gespreid over 4 schijven wordt dit bedrag betaald voor de 10de dag van de eerste maand van het kwartaal. De eerste maal zal dit gebeuren voor 10 januari 2020.

 

Art. 4 - De gemeenteraad beslist om de nodige kredieten voor de dotatie te voorzien in haar meerjarenplan 2020-2025, boekjaar 2020 op budgetsleutel 6493 2080 0410 (actie 112).

 

Art. 5 - Afschriften van dit besluit over te maken aan de voorzitter van de zoneraad van de hulpverleningszone Oost-Limburg en aan de minister van Binnenlandse Zaken.

 

Art. 6 - Van dit besluit wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur. Het besluit wordt overeenkomstig de artikelen 285 (lijst) en 287 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

05

Financiën (gemeente) - Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen - Aanpassing van het besluit van 30 november 2017 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op art 170 §4 van de Grondwet;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het ministerieel besluit van 15 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor IGS Woonfocus;

 

Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;

 

Overwegende dat in het projectplan voor IGS Woonfocus de volgende aanvullende activiteiten opgenomen werden: “2.5: De gemeente spoort verwaarloosde gebouwen en woningen op, inventariseert ze en pakt ze aan” en “2.7: De gemeente stelt een gemeentelijk heffingsreglement rond leegstand en/of verwaarlozing van gebouwen en woningen vast en past het heffingsreglement toe”;

 

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 27 juni 2019 om de intergemeentelijke samenwerking rond lokaal woonbeleid verder te zetten in de periode 2020-2025, zij het in een gewijzigde samenstelling met de gemeenten Riemst en Voeren, in het samenwerkingsverband "IGSW Zuidoost-Limburg";

 

Overwegende dat in het projectplan voor IGSW Zuidoost-Limburg de volgende aanvullende activiteit opgenomen werd: "LWBVBPO2: De gemeente werkt aan de kwaliteit van het woningpatrimonium en de woonomgeving: Verwaarloosde gebouwen en woningen opsporen, registreren en aanpakken";

 

Overwegende dat verwaarlozing van woningen en gebouwen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden om de verloedering van de leef- en woonomgeving tegen te gaan;

 

Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt;

 

Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

 

1.Beveiligde zending:

één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a. een aangetekend schrijven;

b. een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

2.Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

 

3.Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet;

 

4.Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;

 

5.Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3 van dit reglement;

 

6.Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

7.Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

 

8.Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 § 1 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;

 

9.Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;

 

10.Zakelijk gerechtigde:

de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a. de volle eigendom;

b. het recht van opstal of van erfpacht;

c. het vruchtgebruik;

 

11.Renovatienota: is een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota die door het college van burgemeester en schepenen wordt goedgekeurd en waarin minstens volgende elementen zijn opgenomen:

a. een overzicht van de voorgenomen werken;

b. een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning bewoonbaar wordt gemaakt;

c. offertes en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken van waarin de verschillende onderdelen duidelijk vermeld worden. Deze offertes/facturen mogen niet ouder zijn dan 1 jaar;

d. fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen;

 

Art. 2 - Vaststelling van de verwaarlozing.

De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden of de door het college van burgemeester en schepenen aangestelde medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking, stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor achttien punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 9 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

Art. 3 - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

1.het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

2.de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

3.de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

4.het nummer en de datum van de administratieve akte;

5.de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

6.de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

7.de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert.

 

Art. 4 - Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§1. De registratiebeheerder neemt een woning of een gebouw, waarvan vastgesteld is dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, d. of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

 

§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 5 - Kennisgeving van de voorgenomen registratie.

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Deze kennisgeving bevat:

-de genummerde administratieve akte;

-het technisch verslag;

-informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

-informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

-informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht via aangetekend schrijven en/of tegen ontvangstbewijs in kennis stellen van de opname van het gebouw of de woning in de inventaris.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per aangetekend schrijven aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken. Deze bevat minstens de volgende gegevens:

-naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;

-datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

-nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw;

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Art. 6 - Bezwaar tegen de voorgenomen registratie.

§1. Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 5, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

a.ondertekend en gemotiveerd zijn;

b.met een beveiligde zending worden ingediend;

c.minimaal de volgende gegevens bevatten:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

- de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

d.worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 5.

 

§2. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

 

§3. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§4. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§5. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van een bezwaarschrift een ontvangstbevestiging.

 

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

 

§8. Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 7 - Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§1. De registerbeheerder schrapt een woning of een gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 9 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.

 

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

a.ondertekend en gemotiveerd zijn;

b.een beveiligde zending worden ingediend;

c.minimaal de volgende gegevens bevatten:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

 

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt dat datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

§3. Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging.

 

§5. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De registerbeheerder doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 8 - Beroep tegen weigering tot schrapping.

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

 

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

a.ondertekend en gemotiveerd zijn;

b.met een beveiligde zending worden ingediend;

c.minimaal de volgende gegevens bevatten:

- de identiteit en het adres van de indiener;

- de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

- de weigeringsbeslissing;

d.worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

 

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

 

§3. Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging.

 

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

 

§6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

 

§7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Art. 9 - Belastingstermijn en belastbare grondslag.

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

Art. 10 - Belastingplichtige.

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum. 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Indien er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

Art. 11 - Tarief van de belasting.

De belasting bedraagt:

Op de eerste verjaardag van de opname in het register verwaarloosde gebouwen en woningen:

1.200,00 EUR voor een woning;

1.200,00 EUR een gebouw.

 

Op de tweede en elke volgende verjaardag van de opname in het register verwaarloosde gebouwen en woningen:

2.400,00 EUR voor een woning;

2.400,00 EUR voor een gebouw.

De belasting is ondeelbaar verschuldigd per opnamejaar.

 

Indien er een vrijstelling toegekend werd zoals omschreven in artikel 12, is de eerste heffing na afloop van de toegekende vrijstellingstermijn dezelfde als die verschuldigd is op de eerste verjaardag na de opname in het register verwaarloosde gebouwen en woningen.

 

Art. 12 - Vrijstelling.

§1. Een vrijstelling van de belasting kan aangevraagd worden via beveiligde zending bij de registerbeheerder. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling zoals hieronder vermeld, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

 

§2. Een beroep tegen de beslissing over een aanvraag tot vrijstelling kan ingediend worden bij de beroepsinstantie overeenkomstig de procedure, vermeld in artikel 15.

 

§3. Een vrijstelling wordt verleend:

1.aan de heffingsplichtige die het zakelijk recht heeft op één enkele woning, bij uitsluiting van enig ander gebouw of enige andere woning, en die als houder van het recht de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats. De vrijstelling geldt uitsluitend voor de belasting die verschuldigd is bij de eerste verjaardag na opname, ongeacht of om een andere reden een vrijstelling verleend werd;

2.aan de heffingsplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht. De heffingsplichtige levert hiervoor de nodige bewijzen, zie artikel 5. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan:

- vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10% van het aandeelhouderschap;

- bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament.

 

Vrijstellingen vermeld in deze paragraaf zijn persoonsgebonden. Zij worden toegekend overeenkomstig het aandeel van de woning of het gebouw waarvan deze persoon zakelijk gerechtige is. De overige zakelijk gerechtigden blijven heffingsplichtig voor het resterende deel van de heffing. De heffing zal hoofdelijk gebeuren en het vrijgestelde deel zal daarvan worden afgetrokken.

 

§4. Een vrijstelling wordt verleend als:

1.Het gebouw of de woning gerenoveerd wordt. Er kunnen twee gevallen van renovatie onderscheiden worden:

- wanneer het gaat over handelingen die om een omgevingsvergunning vragen: er moet een niet vervallen omgevingsvergunning worden voorgelegd, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van deze omgevingsvergunning én dat deze vrijstelling maar één keer aan dezelfde houder van het zakelijk recht kan worden toegekend;

- wanneer het gaat over handelingen die geen omgevingsvergunning vragen: er moet een renovatienota worden voorgelegd met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van één jaar volgend op de goedkeuring van de renovatienota door het college van burgemeester en schepenen. Deze vrijstelling kan maximaal 2 maal verlengd worden met één jaar mits voorlegging van een nieuwe renovatienota;

Slechts 1 van bovenstaande vrijstellingen kan worden toegekend binnen een periode van 10 jaar.

 

2.Het gebouw of de woning gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid (voorlopig) goedgekeurd onteigeningsplan. De periode van vrijstelling duurt tot twee jaar nadat het onteigeningsplan eventueel ongedaan gemaakt wordt of de onteigening effectief wordt.

 

§5. Er wordt wegens overmacht een vrijstelling van de heffing verleend aan de zakelijk gerechtigde die aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register om redenen onafhankelijk van zijn wil.

 

Art. 13 - Inkohiering.

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar. Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de financieel directeur die onverwijld zorgt voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtigen. Het aanslagbiljet bevat naast de gegevens vermeld in het kohier ook de verzendingsdatum, de uiterste betalingsdatum, de termijn waarbinnen bezwaar kan worden ingediend, de benaming, het adres en de contactgegevens van de instantie die bevoegd is om het bezwaarschrift te ontvangen, evenals de vermelding dat de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden, zulks uitdrukkelijk moet vragen in het bezwaarschrift. Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van onderhavig reglement.

 

Art. 14 -  Betalingstermijn.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Wanneer de belasting niet betaald is binnen de gestelde termijn, worden de regels toegepast betreffende de nalatigheidsintresten inzake de rijksbelastingen op de inkomsten.

 

Art. 15 - Bezwaar.

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat door het college van burgemeester en schepenen speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige (en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger) en anderzijds naar de financieel directeur.

 

Art.16 - Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

 

Art. 17 - Het reglement betreffende de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen van 30 november 2017 wordt opgeheven op 31 december 2019. Woningen en gebouwen die reeds werden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen blijven opgenomen in het register met hun oorspronkelijke opnamedatum. Vrijstellingen die reeds eerder werden toegekend volgens de bepalingen van vorige reglementen, blijven behouden met dezelfde duur en/of einddatum. Na afloop van deze vrijstelling gelden de bepalingen van het huidige reglement.

 

Art. 18 - Kennisgeving toezicht.

Van dit belastingreglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het belastingreglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

06

Financiën (gemeente) - Retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het feit dat de gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;

 

Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;

 

Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;

 

Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;

 

Gelet op de actualisatie van de code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP…;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met verwijzing naar de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

-alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit- e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

-telecommunicatie,

-radiodistributie en kabeltelevisie,

-de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

-alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.

 

Art. 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken.

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 0,78 EUR, voor werken in voetpaden 0,60 EUR en voor werken in aardewegen 0,36 EUR.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een idexatie toegepast.

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Art. 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen.

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 EUR per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 EUR per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Art. 4 - De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Art. 5 - Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

07

Financiën (gemeente) - Uitlenen gemeentelijk materiaal: vaststellen van het kader en de bijzondere voorwaarden en machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het vaststellen van retributies - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op artikel 173 van de Grondwet;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Overwegende dat de bevoegdheid inzake het vaststellen van een retributie en de wijze van de inning door de gemeenteraad kan gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen;

 

Overwegende dat in zulk geval de gemeenteraad nog enkel zelf moet beslissen over het kader en de bijzondere voorwaarden van de retributie;

 

Overwegende dat dergelijke delegatie raadzaam is in het geval van het uitlenen van gemeentelijk materiaal om op geregelde tijdstippen de lijst van het uit te lenen materiaal te kunnen aanpassen aan nieuwe producten en nieuwe hoeveelheden;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Vanaf 1 januari 2020 wordt voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een retributie geheven op het uitlenen van gemeentelijk materiaal.

 

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied.

 

Art. 2 - Dit reglement geldt voor materialen en voorwerpen die eigendom zijn van het gemeentebestuur en die worden uitgeleend aan:

-verenigingen aangesloten bij een erkende gemeentelijke adviesraad

-activiteiten die door de gemeente worden gesubsidieerd of in samenwerking met een gemeentelijke dienst worden georganiseerd

-straat- en buurtcomités in Hoeselt

-de erkende gemeentelijke adviesraden

-de scholen gevestigd op het grondgebied van de gemeente Hoeselt

-de gemeentelijke diensten

-het gemeentepersoneel en de gemeenteraadsleden

-andere gemeentebesturen

-de rusthuizen van Hoeselt

-de vriendenkring van Brandweer Hoeselt

-de Hoeseltse kerkfabrieken en parochieraden.

 

Art. 3 - Aanvragen van entiteiten, andere dan deze vermeld in artikel 2, moeten door het college van burgemeester en schepenen besproken worden.

 

Hoofdstuk 2 - Aard van de hulp

 

Art. 4 - De gemeenteraad verleent machtiging aan het college van burgemeester en schepenen voor het vaststellen van een lijst met beschikbaar materiaal en de bijhorende retributie.

Enkel de materialen te vinden op deze materiaallijst kunnen door het gemeentebestuur uitgeleend worden mits het betalen van de vastgestelde vergoedingen door de ontlener.

Het college van burgemeester en schepenen kan de materiaallijst steeds aanvullen of wijzigen door nieuwe aankopen of vervangingen. Ook voor deze nieuwe materialen is dit reglement van toepassing.

 

Art. 5 - De levering van materialen gebeurt op een overdekte plaats op het gelijkvloers. De gemeente kan, zowel bij het leveren als bij het ophalen van de materialen, de aanwezigheid en/of hulp van één of meerdere personen eisen.

Geleverde materialen worden niet opgesteld door de gemeentelijke diensten.

 

Hoofdstuk 3 - Aanvraagmodaliteiten en overdracht materialen.

 

Art. 6 - Materialen kunnen maximum 1 jaar voor de start van de activiteit gereserveerd worden. Dit geldt niet voor gemeentelijke activiteiten.

 

Art. 7 - Alle materialen kunnen naar keuze aangevraagd worden bij de cultuurdienst, de sportdienst, en de jeugddienst, via de gemeentelijke website of via het evenementenformulier. Bij de aanvraag wordt er een overeenkomst opgemaakt. Deze moet ondertekend worden door de huurder, ten laatste bij afhaling of levering van de materialen. Door ondertekening van de overeenkomst, verklaart de huurder zich akkoord met dit reglement.

 

Art. 8 - Het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier moet minstens één maand voor de activiteit op de cultuur-, sport- of jeugddienst toekomen. Laattijdige aanvragen kunnen enkel toegewezen worden in de mate van beschikbaarheid van de materialen en de mogelijkheden, rekening houdende met de noodwendigheden inzake continuïteit van de gemeentediensten.

 

Art. 9 - De overdracht van materialen aan de ontlener gebeurt door middel van het aanvraagformulier/huurovereenkomst. De overeenkomst vermeldt o.a. de uitgeleende materialen, de hoeveelheid, wanneer ze dienen teruggebracht te worden en mogelijk de beschadigingen die er aan zijn.

De huurder dient eventueel vastgestelde gebreken of beschadigingen binnen de drie uur na levering of afhaling te melden aan de cultuur-, sport- of jeugddienst, zoniet wordt ervan uitgegaan dat de beschadiging door de huurder zelf werd veroorzaakt. De huurder verklaart zich na levering akkoord dat de gevraagde materialen in het juiste aantal geleverd werden.

Kosten van beschadigingen of diefstal te wijten aan de huurder zullen in rekening gebracht worden van de huurder.

 

Hoofdstuk 4 - Financiële bepalingen.

 

Art. 10 - Voor alle materialen die uitgeleend worden, wordt er een huurprijs per dag gevraagd zoals vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen in een lijst met beschikbaar materiaal en de overeenkomstige retributie. Een weekend (van vrijdag t.e.m. zondag) wordt als één dag beschouwd.

 

Art. 11 - De gemeentelijke diensten en de erkende Hoeseltse adviesraden kunnen gratis gebruik maken van de materialen.

 

Art. 12 - De huurgelden, al dan niet verhoogd met bijkomende kosten conform onderhavig reglement, moeten betaald worden aan de met de inning belaste diensten en dit ten laatste bij het terugbrengen van de materialen of na vervaldag van de factuur.

 

Art. 13 - Het tijdstip van inleveren wordt vermeld op de huurovereenkomst.

Per dag dat de materialen te laat worden ingeleverd, worden evenveel dagen huur aangerekend per materiaal.

 

Hoofdstuk 5 - Toewijzingscriteria

 

Art. 14 - Wie eerst komt, eerst maalt.

 

Hoofdstuk 6 - Aansprakelijkheden en verplichtingen

 

Art. 15 - De materiële steun wordt geleverd aan de ondertekenaar van het aanvraagformulier, die zich als verantwoordelijke voor de aanvragende vereniging opgeeft. De ondertekenaar van de aanvraag is een meerderjarige. De ondertekenaar blijft tot na het nazicht bij de terugname van de materialen persoonlijk verantwoordelijk voor schade en foutief gebruik.

 

Art. 16 - De ondertekenaar van het aanvraagformulier verplicht zich ertoe in voorkomend geval alle kosten voor reparatie of vervanging ten gevolge van beschadiging, verlies of diefstal van materiaal, te vergoeden.

 

Art. 17 - Voor materialen die geleverd worden, neemt de aanvrager minstens één week voor de activiteit contact op met de technische dienst tijdens de openingsuren, dit voor het afspreken van de plaats en het uur van leveren en ophalen.

Indien de materialen op een andere locatie moeten opgehaald worden dan waar ze geleverd werden, dan moet de technische dienst hiervan verwittigd worden.

 

Art. 18 - Geleverde materialen moeten voor het ophalen teruggeplaatst en/of -gestapeld worden zoals ze geleverd werden. Indien dit niet gebeurt, wordt er een extra vergoeding aangerekend naargelang het aantal personen en het aantal uren extra werk dat hiervoor nodig is.

De materialen moeten in dezelfde staat terugkomen als bij de aanvang van de verhuurperiode.

 

Hoofdstuk 7 - Vermelding logo gemeentebestuur

 

Art. 19 - Iedereen die gebruik maakt van de gemeentelijke uitleendienst verplicht zich ertoe in ruil het gemeentebestuur als sponsor te vermelden op al het promotiemateriaal (affiches, flyers, programmaboekjes, uitnodigingen,…) en/of op de activiteit zelf door het aanbrengen van het ter beschikking gestelde promotiemateriaal van het gemeentebestuur.

 

Hoofdstuk 8 - Slotbepalingen.

 

Art. 20 - Indien de gemeente materialen moet ontlenen bij andere gemeenten, zijn deze materialen te verkrijgen volgens het reglement van deze uitlenende gemeente.

 

Art. 21 - Indien naburige gemeenten materialen willen lenen, gebeurt dit onder dezelfde voorwaarden behalve dat zij enkel podiumelementen en nadar kunnen lenen en de aanvraag gebeurt ten vroegste één maand voor de activiteit.

 

Art. 22 - Het herhaaldelijk negeren of niet nakomen van de bepalingen van dit reglement kan leiden tot het weigeren van een volgende aanvraag.

Wanneer blijkt dat de materialen onrechtmatig voor privé-doeleinden gebruikt worden, zal er een extra vergoeding van 200,00 EUR worden aangerekend, bovenop de normale huurprijs. Indien deze aanvraag gebeurde op naam van een vereniging, kan deze vereniging een jaar lang het recht op ontlenen ontzegd worden.

 

Art. 23 - Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het retribuitiereglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

08

Financiën (gemeente) - Retributiereglement op begraafplaatsen - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op artikel 173 van de Grondwet;

 

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 20 juli 1971 en latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;

 

Gelet op de omzendbrief betreffende de toepassing van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, verschenen in het staatsblad op 10 februari 2004;

 

Gelet op het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen van 28 november 2019;

 

Gelet op het politiereglement op de begraafplaatsen van 28 november 2019;

 

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Het gemeenteraadsbesluit van 28 april 2016 betreffende het retributiereglement op de begraafplaatsen wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2020.

Vanaf 1 januari 2020 wordt voor een termijn eindigend op 31 december 2025 een retributie geheven op begraafplaatsen.

 

Art. 2 - De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Art. 3 - Concessies worden verleend voor een duur van vijfentwintig (25) jaar. De concessie vangt aan op datum van de begraving.

 

Art. 4 - Het bedrag van de retributie bedraagt:

-concessie in volle grond of in een grafkelder: 500,00 EUR

-leveren en plaatsen van een grafkelder: 275,00 EUR

 

-concessie in een urnenkelder: 125,00 EUR

-leveren en plaatsen van een urnenkelder met een afdekplaat in jasberggraniet zonder ets, gravure of versiering: 275,00 EUR

 

-concessie in een columbarium: 125,00 EUR

-leveren en plaatsen van een columbariumnis met een afdekplaat in jasberggraniet zonder ets, gravure of versiering: 275,00 EUR

 

-openen en sluiten van een graf, grafkelder, urnenkelder of columbarium, bij een begraving of bijzetting van elk volgend niet verast stoffelijk overschot of asurne: 125,00 EUR

 

Art. 5 - Een bijkomende retributie van 250,00 EUR wordt vastgesteld voor begravingen van personen, welke op het ogenblik van hun overlijden niet ingeschreven waren in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente Hoeselt.

Deze retributie is niet verschuldigd voor mensen die gedurende minstens vijfentwintig (25) jaar in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente Hoeselt ingeschreven waren maar wegens ouderdom of gezondheidsredenen Hoeselt verlaten hebben om in een rusthuis, een psychiatrisch ziekenhuis of bij familie te gaan wonen.

 

Art. 6 - Een retributie van 125,00 EUR wordt geheven voor ontgravingen welke worden toegestaan.

De retributie is verschuldigd door de persoon die de ontgraving aanvraagt.

Deze retributie is niet verschuldigd voor:

-ontgravingen op bevel van gerechtelijke of burgerlijke overheden

-de ontgraving die verricht wordt voor het overbrengen van de stoffelijke resten die begraven waren in een geconcedeerd perceel naar een ander deel van de begraafplaats wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden.

 

Art. 7 - Uitstrooiingen zijn gratis. Voor iedere overledene die uitgestrooid wordt voorziet de gemeente een uniform herdenkingsplaatje op de begraafplaats.

Deze herdenkingsplaatjes worden aan de strooiweide van de begraafplaats geplaatst.

Ook aan de graven waarop geen concessie rust voorziet de gemeente een herdenkingsplaatje.

Voor het herdenkingsplaatje wordt 60,00 EUR aangerekend.

 

Art. 8 - De hernieuwing van een concessie voor opnieuw vijfentwintig (25) jaar kan op aanvraag, hetzij voor bijzettingen in volle grond, hetzij voor bijzettingen in een grafkelder, hetzij voor bijzettingen in een urnenkelder of in een columbariumnis.

Ook bij het verstrijken van de concessietermijn is er een verlenging voor de duur van vijfentwintig (25) jaar mogelijk.

 

De hernieuwing van een bestaande concessie geeft aanleiding tot het heffen van een retributie gelijk aan de retributie voor het toekennen van een concessie op het ogenblik van de hernieuwing. Deze retributie wordt echter verminderd met een bedrag in verhouding tot de nog te lopen termijn, uitgedrukt in maanden.

Deze herberekening kan nooit aanleiding geven tot een financiële teruggave door de gemeente.

 

Art. 9 - De hernieuwing van de concessie gaat in op de datum van de bijzetting, of indien er een hernieuwing is zonder bijzetting op de dag van de vervaldag van de bestaande concessie.

 

Art. 10 - Op de begraafplaats zijn afzonderlijke plaatsen voorzien voor kinderen en voor levenloos geboren kinderen.

Kinderen tot 12 jaar kunnen gratis begraven of bijgezet worden in een kindergraf.

Levenloos geboren kinderen na een zwangerschapstermijn van 180 dagen worden op vraag van de ouders gratis begraven of uitgestrooid.

Levenloos geboren kinderen na een zwangerschapstermijn tot en met 179 dagen kunnen op vraag van de ouders gratis en naamloos begraven of uitgestrooid worden.

 

Art. 11 - De grondwerken voor het plaatsen van grafkelders op de gemeentelijke begraafplaatsen worden uitsluitend uitgevoerd door toedoen van de gemeentelijke diensten.

 

Art. 12 - Er wordt een vordering toegezonden die betaalbaar is binnen 30 dagen na datum. Bij gebrek aan contante betaling, wordt de retributie volgens de burgerlijke rechtspleging ingevorderd.

 

Art. 13 - Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessies te verlenen conform de modaliteiten van het huishoudelijk reglement en conform de tarieven in dit retributiereglement.

 

Art. 14 - Van dit retributiereglement wordt melding gemaakt bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

09

Burgerzaken - Huishoudelijk reglement op begraafplaatsen - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 20 juli 1971, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer

van begraafplaatsen en crematoria, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief van 10 februari 2004 betreffende de toepassing van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Overwegende dat de gemeenteraad het tarief en de voorwaarden voor het verlenen van concessies vaststelt;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

CONCESSIES

 

Art. 1 - De beslissing van 28 april 2016 inzake het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen op te heffen met ingang van 1 januari 2020.

Het nieuwe huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen is van toepassing van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 2 - Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden concessies verleend voor vijfentwintig jaar die betrekking hebben op:

- ofwel in volle grond;

- ofwel in een grafkelder;

- ofwel in een columbariumnis;

- ofwel in een urnenkelder.

 

Art. 3 - De retributies voor het verlenen van concessies en voor het vernieuwen van concessies worden bepaald in het retributiereglement.

 

Art. 4 - Er worden geen concessies verleend vóór het overlijden.

Iedere belanghebbende kan een concessie aanvragen. Na het overlijden van de concessiehouder kan elke natuurlijke of rechtspersoon een aanvraag tot hernieuwing doen.

 

Art. 5 - Eenzelfde concessie mag slechts dienen voor de aanvrager, zijn echtgenoot, zijn bloed- of aanverwanten en voor personen daartoe aangewezen door de concessiehouder en die daartoe bij de gemeentelijke overheid hun wil te kennen hebben gegeven.

 

Art. 6 - Concessies worden enkel toegestaan op de plaatsen daarvoor aangewezen op de begraafplaatsen volgens de door het gemeentebestuur goedgekeurde plannen. De begravingen worden in regelmatige volgorde uitgevoerd.

In geen geval mag er een concessie verleend worden op de plaats bestemd voor niet-vergunde gronden.

 

Art. 7 - Concessies mogen niet aangewend worden voor andere bestemmingen.

 

Art. 8 - De aanvragen voor het bekomen, het hernieuwen en het terugnemen van een concessie worden schriftelijk gesteld aan het college van burgemeester en schepenen dat erover beslist.

De aanvragen vermelden:

- de identiteit van de aanvrager;

- de identiteit van de persoon of van de personen voor wie de concessie wordt aangevraagd;

- de identiteit van de concessiehouder;

- de aanduiding van het soort concessie.

 

Art. 9 - Het verlenen van een concessie door de gemeentelijke overheid houdt geen verhuring noch verkoop in. De concessie verleent slechts een recht van genot en van gebruik voor begravingen overeenkomstig de bepalingen van dit reglement en van de bepalingen van de betekende vergunning. De concessies zijn niet overdraagbaar.

 

Art. 10 - Bij de aanvraag tot begraving van een overledene in een concessie mogen maximum drie naast elkaar liggende percelen of drie aaneengrenzende columbariumnissen of drie aan elkaar grenzende urnenkelders in concessie gegeven worden.

Behalve voor wat betreft de verschuldigde retributie, worden deze percelen of columbariumnissen of urnenkelders slechts als één concessie beschouwd.

 

Art. 11 - De gemeente is niet verplicht een concessie te verlenen.

 

Art. 12 - De beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt meegedeeld aan de aanvrager, samen met een afschrift van de reglementen op de begraafplaatsen.

 

Art. 13 - Naar aanleiding van elke nieuwe bijzetting, kunnen de concessies op uitdrukkelijke aanvraag voor een nieuwe periode van vijfentwintig jaar hernieuwd worden. De nieuwe termijn neemt aanvang op datum van de bijzetting.

 

Art. 14 - De concessiehouder of enig andere belanghebbende zal op de hoogte gebracht worden van de concessie die vervalt, vóór hun vervaldatum. De aanvraag om hernieuwing kan gedaan worden vóór het verstrijken van de vastgestelde termijn. De nieuwe termijn van vijfentwintig jaar begint te lopen vanaf de datum van de vervaldag.

 

Art. 15 - De concessiehernieuwingen worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen onder de voorwaarden vastgesteld in het desbetreffende huishoudelijk reglement, het politiereglement en het desbetreffende retributiereglement, die gelden op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing.

Als er geen hernieuwing wordt aangevraagd tussen de datum van de laatste bijzetting in de concessie en het verstrijken van de periode waarvoor deze werd verleend, blijft het graf bestaan gedurende een termijn van 10 jaar die begint te lopen op de datum van het overlijden, indien dit overlijden zich minder dan 10 jaar voor het verstrijken van de concessie heeft voorgedaan.

 

Art. 16 - De retributie voor de hernieuwingen wordt proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de vorige concessie overschrijdt. Deze herberekening kan nooit aanleiding geven tot een financiële teruggave door de gemeente.

 

Art. 17 - Bij het aanvragen van de concessie of van een hernieuwing wordt een vordering verzonden aan de concessiehouder. De verschuldigde bedragen worden vastgesteld in het retributiereglement.

 

Art. 18 - In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis, wegens openbaar belang of noodwendigheden hebben de concessiehouders recht op het bekomen van een perceel van dezelfde oppervlakte of een nis van dezelfde grootte, op dezelfde of op een andere begraafplaats van de gemeente.

De kosten van de overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens en eventueel de vervangende grafkelder zijn ten laste van de gemeente.

 

Art. 19 - Op geconcedeerde grond moet uiterlijk vanaf het einde van de negende maand na aanvang van de concessie een grafteken aangebracht worden door toedoen van de concessiehouder.

Indien binnen de voorziene termijn de plaatsing van het grafteken niet is uitgevoerd, of wanneer de verdere duur van de concessie niet langer aan deze voorwaarden is voldaan, kan dit aanleiding geven tot het treffen van maatregelen als deze die ingevolge het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging zijn voorzien bij verwaarlozing van graven.

 

CONCESSIES IN VOLLE GROND

 

Art. 20 - Een concessie in volle grond kan verleend worden voor één of twee begravingen, zijnde:

- ofwel één of twee niet-veraste stoffelijke overschotten;

- ofwel één of twee asurnen;

- ofwel één niet verast stoffelijk overschot en één asurn.

De bestemming hiertoe dient bij de aanvraag aangeduid.

 

Art. 21 - Is de concessie toegestaan voor twee begravingen, dan dient de eerste begraving te gebeuren op een diepte van één meter en tachtig centimeter, en een tweede op een diepte van één meter en dertig centimeter.

 

CONCESSIES IN EEN GRAFKELDER

 

Art. 22 - Een concessie in grafkelder kan verleend worden voor één of twee begravingen, zijnde:

- ofwel één of twee niet-veraste stoffelijke overschotten;

- ofwel één of twee asurnen;

- ofwel één niet verast stoffelijk overschot en één asurn.

De bestemming hiertoe dient bij de aanvraag aangeduid.

 

Art. 23 - Er mogen slechts grafkelders geplaatst worden met twee boven elkaar liggende lagen.

 

Art. 24 - De grafkelders moeten zo ingericht zijn, dat er een afzonderlijk vak bestaat voor elk stoffelijke overschot.

Het bovenstuk van de grafkelders zal minstens dertig centimeter onder het maaiveld worden geplaatst. In grafkelders worden de stoffelijke overschotten bijgezet op een diepte van minstens tachtig centimeter. De percelen voor het plaatsen van een grafkelder hebben een oppervlakte van twee meter en dertig centimeter op één meter.

 

Art. 25 - Om in een grafkelder te kunnen mag een kist maximum volgende afmetingen hebben:

- twee meter en twintig centimeter lang;

- zeventig centimeter breed;

- zestig centimeter hoog.

Deze maten zijn inclusief de opzetstukken.

 

Art. 26 - Het gemeentebestuur zorgt voor het plaatsen van de grafkelders.

 

Art. 27 - Het openen en sluiten van grafkelders gebeurt in opdracht van de betrokken families. De verantwoordelijke van de begraafplaatsen is belast met het bijzetten van het stoffelijk overschot in de geconcedeerde grafkelder. Enkel de verantwoordelijke opent en sluit de grafkelders.

Vooraleer wordt overgegaan tot de bijzetting van een stoffelijk overschot in een grafkelder, dient er een toelating te worden afgeleverd door het gemeentebestuur en dient de concessiehouder, op zijn kosten alles te verwijderen wat het openen van de grafkelder kan bemoeilijken.

 

CONCESSIES IN COLUMBARIUMNIS

 

Art. 28 - Concessies worden verleend in gesloten columbariumnissen.

 

Art. 29 - Een concessie voor bijzetting in een columbariumnis kan verleend worden voor het bijzetten van maximum twee asurnen. De bestemming hiertoe dient bij de aanvraag aangeduid.

 

Art. 30 - De afmetingen van de asurnen worden als volgt bepaald:

- maximum hoogte: vijfentwintig centimeter;

- maximum doorsnede in het breedste deel: zestien centimeter.

 

Art. 31 - De columbariumnissen worden geopend en gesloten door de verantwoordelijke van de begraafplaatsen. Nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt deze laatste door de zorgen van de aangestelde van de gemeente afgesloten en van een naamplaat voorzien. De originele afdekplaat van de columbariumnis kan in samenspraak met de verantwoordelijke van de begraafplaatsen gegraveerd worden. De kosten voor de gravure zijn ten laste van de nabestaanden.

 

CONCESSIES IN URNENKELDER

 

Art. 32 - Een concessie voor bijzetting in een urnenkelder kan verleend worden voor het bijzetten van maximum vier asurnen. De bestemming dient bij de aanvraag aangeduid.

 

Art. 33 - De afmetingen van de asurnen worden als volgt bepaald:

- maximum hoogte: vijfentwintig centimeter;

- maximum doorsnede in het breedste deel: zestien centimeter.

 

Art. 34 - De urnenkelders worden geopend en gesloten door de verantwoordelijke van de begraafplaatsen. Nadat de asurn in de urnenkelder is geplaatst wordt deze laatste door de zorgen van de aangestelde van de gemeente afgesloten en van een voorlopige naamplaat voorzien De originele afdekplaat van de columbariumnis kan in samenspraak met de verantwoordelijke van de begraafplaatsen gegraveerd worden. De kosten voor de gravure zijn ten laste van de nabestaanden.

 

BEËINDIGING VAN DE CONCESSIES VOOR HET EINDE VAN DE VERGUNDE TERMIJN

 

Art. 35 - Indien een geconcedeerd perceel of columbariumnis of urnenkelder dient teruggenomen wegens openbaar belang voor dienstnoodwendigheden:

- kan de concessiehouder geen aanspraak maken op enige vergoeding;

- heeft hij slechts recht op het kosteloos bekomen van een ander perceel van dezelfde omvang op een ander deel van de begraafplaats voor de resterende duur van de lopende concessie;

- zijn de kosten voor eventuele overbrenging van de stoffelijke overschotten, alsmede van de graftekens, en deze voor het eventueel plaatsen van een vervangende grafkelder ten laste van de gemeente.

 

Art. 36 - Op schriftelijk verzoek van de concessiehouder of belanghebbende kan de gemeente in de loop van de concessie een geconcedeerde grafplaats of columbariumnis of urnenkelder voortijdig beëindigen wanneer de concessie in onbruik is gebleven, of wanneer het graf of de concessie in onbruik raakt door de overbrenging van de stoffelijke overblijfselen.

 

BEGRAVING ZONDER CONCESSIE

 

Art. 37 - Zonder concessie kunnen begraven worden:

- personen die op datum van hun overlijden ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente Hoeselt;

- personen die overleden zijn op het grondgebied van de gemeente Hoeselt;

- stoffelijke overschotten, ontdekt op het grondgebied van de gemeente Hoeselt;

- personen die gedurende minstens vijfentwintig (25) jaar in het bevolkings- of vreemdelingenregister van de gemeente Hoeselt ingeschreven waren maar wegens ouderdom of gezondheidsredenen Hoeselt verlaten hebben om in een rusthuis, een psychiatrisch ziekenhuis of bij familie te gaan wonen.

 

Een niet-geconcedeerde begraving is steeds voor een termijn van 10 jaar. De aanvraag van een niet-geconcedeerde begraving gebeurt via schriftelijke aanvraag door een familielid of door een aangestelde. Een omvorming naar een concessie is niet toegelaten. Na deze termijn van 10 jaar kan de gemeente overgaan tot ontruiming, mits bekendmaking van deze ontruiming gedurende 1 jaar aan het graf en aan de ingang van de betrokken begraafplaats.

 

GRAFTEKENS

 

Art. 38 - Graftekens dienen de volgende verplichte gegevens te bevatten: naam, voornaam, geboorte- en sterfjaar van de overledene.

 

Art. 39 - Wanneer graftekens geplaatst worden dient de burgemeester hiervoor voorafgaandelijk verwittigd te worden. Men dient zich bij de plaatsing van graftekens te schikken naar de desbetreffende bepalingen van het gemeentelijke reglementen op de begraafplaatsen.

Een grafteken moet gedurende de ganse tijd van de concessie blijven staan. Voor alle werken die dienen uitgevoerd te worden op de geconcedeerde begraafplaatsen treedt de concessiehouder op als lastgever en uitsluitend voor zijn rekening.

De concessiehouder zal onmiddellijk alle beschadigingen dienen te herstellen veroorzaakt door de werken die hij uitvoert of laat uitvoeren, of door het niet uitvoeren van noodzakelijke werken.

Bij niet-herstelling zal het gemeentebestuur de herstelling van ambtswege en op kosten van de concessiehouder laten uitvoeren.

 

Art. 40 - Ingeval twee of drie aaneengrenzende percelen volle grond of grafkelder in éénzelfde concessie worden gegeven moet hierboven één grafmonument worden geplaatst.

 

Art. 41 - Bij beëindiging van de concessies in volle grond of grafkelder, worden de gedenktekens door de belanghebbende verwijderd binnen een termijn van drie maanden.

Bij gebreke van dien worden zij van ambtswege verwijderd. De van ambtswege verwijderde gedenktekens en de ondergrondse constructies worden eigendom van de gemeente.

 

Art. 42 - Bij de beëindiging van een concessie in een columbariumnis of urnekelder, worden de naamplaten verwijderd binnen de drie maanden en aan enig belanghebbende overhandigd.

Bij gebreke van dien worden de naamplaten en de ondergrondse constructies van rechtswege eigendom van de gemeente. De as zal worden uitgestrooid op de strooiweide.

 

SLOTBEPALINGEN

 

Art. 43 - De concessiehouder zal de huidige en toekomstige wetten, besluiten en reglementen betreffende de begraafplaatsen en de begravingen dienen na te leven.

 

Art. 44 - Het huishoudelijk reglement wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt. Dit reglement wordt zoals bepaald in artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet overgemaakt aan de bestendige deputatie van de provincieraad en aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

10

Burgerzaken - Politiereglement op begraafplaatsen - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 20 juli 1971, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het decreet van de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004, zoals tot op heden gewijzigd;

 

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer

van begraafplaatsen en crematoria, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de omzendbrief van 10 februari 2004 betreffende de toepassing van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

 

Overwegende dat de gemeentelijke overheid krachtens artikel 135§2 van de nieuwe gemeentewet moet instaan voor een goede politie en ondermeer openbare reinheid, gezondheid, veiligheid en rust moet waarborgen;

 

Overwegende dat de gemeentelijke begraafplaatsen en crematoria onderworpen zijn aan het gezag, de politie en het toezicht van de gemeentelijke overheden die ervoor moeten zorgen dat er geen wanorde heerst, dat er geen handelingen verricht worden die strijdig zijn met de aan de overledenen verschuldigde eerbied en dat er geen ontgravingen gebeuren zonder dat er daartoe verlof werd verleend;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De beslissing van 28 april 2016 betreffende het politiereglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging op te heffen met ingang van 1 januari 2020.

Het nieuwe politiereglement op de begraafplaatsen is van toepassing van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

 

Art. 2 - De gemeente beschikt over volgende begraafplaatsen:

- Alt-Hoeselt;

- Hoeselt centrum;

- Romershoven;

- Schalkhoven;

- Sint-Huibrechts-Hern;

- Werm.

 

PLEEGVORMEN DIE AAN DE BEGRAVINGEN OF CREMATIES VOORAFGAAN

 

Art. 3 - Elk overlijden in de gemeente wordt zonder verwijl aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit geldt eveneens in geval van ontdekking van een menselijk lijk op het grondgebied van de gemeente.

 

Art. 4 - Diegene die voor de begraving of crematie instaat, regelt met het gemeentebestuur de formaliteiten betreffende de begraving of crematie. Bij ontstentenis daarvan wordt door het gemeentebestuur het nodige gedaan.

 

Art. 5 - Tenzij in speciale gevallen en op advies van de behandelende geneesheer, vindt ten vroegste 24 uur na het overlijden de begraving van niet-gecremeerde stoffelijke overschotten of de crematie met daaropvolgend de begraving, de berging of de verstrooiing van de as plaats. De begraving, de bijzetting in een columbarium of verstrooiing van de as heeft plaats binnen de zeven dagen volgend op de aangifte van het overlijden.

 

Art. 6 - Op zon-, feestdagen vinden er geen begravingen, bergingen of asverstrooiingen plaats.

 

Art. 7 - Tot kisting mag slechts worden overgegaan nadat het overlijden werd vastgesteld door de ambtenaar van de burgerlijke stand, op voorlegging van het daartoe nodige doktersattest.

De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen.

Een balseming of enige andere conserverende behandeling, voorafgaand aan de kisting, kan in de door de Vlaamse regering bepaalde gevallen toegelaten worden.

 

Art. 8 - De kisting van het te cremeren of naar het buitenland (met uitzondering van Luxemburg en Nederland), te vervoeren stoffelijk overschot heeft plaats in aanwezigheid van de burgemeester of diens afgevaardigde, die de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen nagaat.

 

Art. 9 - Het gebruik van doodskisten, foedralen, doodswaden, producten en procedés die de natuurlijke en normale ontbinding van het lijk of de crematie beletten, is verboden.

 

Art. 10 - Behalve om te voldoen aan een rechterlijke beslissing mag de kist na de kisting niet meer geopend worden.

 

LIJKENVERVOER

 

Art. 11 - De niet-gecremeerde lijken moeten individueel met een lijkwagen of op een passende wijze vervoerd worden. Het vervoer van gecremeerde lijken is vrij, maar moet verlopen volgens de regels van de welvoeglijkheid.

 

Art. 12 - Als stoffelijke overschotten van de in België overleden personen naar het buitenland vervoerd moeten worden, is het vervoer, naar gelang van het geval, onderworpen aan de formaliteiten, vermeld in:

- het koninklijk besluit van 8 maart 1967, als het lijk vervoerd moet worden naar Luxemburg of Nederland;

- het akkoord van Straatsburg van 26 oktober 1973, als het lijk vervoerd moet worden naar een ander land dan vermeld is onder a) en dat het akkoord van Straatsburg ondertekend heeft;

- het besluit van 20 juni 1947 van de Regent, in alle andere gevallen.

 

MORTUARIUM

 

Art. 13 - De mortuaria dienen voor:

- het bewaren, in afwachting van de begraving, van de gevonden lijken die nog dienen geïdentificeerd te worden;

- het ontvangen van het stoffelijk overschot van overleden personen die niet kunnen bewaard worden op de plaats van overlijden of hun woonplaats;

- het opnemen van lijken waarop ingevolge rechterlijke beslissing een lijkschouwing moet worden verricht;

- het bewaren van stoffelijke overschotten voor vrijwaring van de openbare gezondheid;

- het bewaren van lijken waarvan de overbrenging is gevraagd door de familie of, bij ontstentenis door elke belanghebbende, na machtiging van het gemeentebestuur.

 

BEGRAVINGEN

 

Art. 14 - De gemeentelijke begraafplaatsen zijn bestemd voor de begraving, de bijzetting in een columbarium en de asverstrooiing van:

- personen die op het grondgebied van de gemeente overleden zijn of er dood zijn aangetroffen;

- personen die buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn of daar werden aangetroffen maar die in haar bevolkingsregister zijn ingeschreven;

- personen begunstigd van een recht van begraving in een geconcedeerd graf of de bijzetting in een geconcedeerde nis;

- ten uitzonderlijke titel en voor zover de overledene een bijzondere relatie heeft gehad met de gemeente, kan de burgemeester toestemming geven tot begraving op een gemeentelijke begraafplaats, zoals omschreven in artikel 5 van het retributiereglement;

- personen die dit in hun laatste wilsbeschikking te kennen hebben gegeven.

 

Art. 15 - Bij het bezorgen van stoffelijke overschotten op de gemeentelijke begraafplaats:

- moeten de gemeentelijke diensten ten minste 2 werkdagen vooraf verwittigd zijn, daarbij moet vermeld worden of het gaat om een begraving, een bijzetting in het columbarium of een uitstrooiing. Die verplichting berust bij de naaste verwanten of de gemachtigde;

- rijdt de lijkwagen de begraafplaats op tot aan de begroetingsplaats, waar de familie de laatste begroeting aan de overledene kan brengen.

De rouwenden zijn gerechtigd bij het hele verloop van de begrafenis aanwezig te zijn.

 

Art. 16 - De begravingen worden volgens plan, in regelmatige volgorde uitgevoerd. Dit plan wijst de percelen aan voor begraving in volle grond, grafkelders, kindergraven, alsook voor bijzetting in de nissen van het columbarium of in het urnenveld.

De begraving, bewaring in een columbarium of uitstrooiing van de as op de gemeentelijke begraafplaats met nauwkeurige aanduiding van de plaats ervan, wordt opgetekend in een bestand dat bijgehouden wordt door de gemeente. Voor de uitstrooiing van de as beperkt de nauwkeurige aanduiding van de plaats zich tot de vermelding van de strooiweide.

 

Art. 17 - Levenloos geboren kinderen kunnen op verzoek van de ouders begraven of uitgestrooid worden op een voorbehouden gemeenschappelijke ruimte op de gemeentelijke begraafplaats.

De naaste verwante meldt deze begraving aan de dienst der begraafplaatsen, ten minste twee werkdagen vooraf, via het geëigende formulier. Op deze ruimte mogen geen individuele aanduidingen worden geplaatst. Enkel losse natuurlijke bloemen zijn toegelaten.

 

ONTGRAVINGEN

 

Art. 18 - Behoudens de ontgravingen door de gerechtelijke overheid bevolen, mag geen ontgraving worden verricht dan met een schriftelijke toelating van de burgemeester.

Het verlenen van toestemming tot ontgraving door de burgemeester kan enkel om ernstige redenen. Het recht verschuldigd bij ontgraving wordt vastgesteld door het retributiereglement. Alle kosten zijn ten laste van de aanvragers.

 

Art. 19 - De ontgraving is slechts toegelaten:

- om een stoffelijk overschot of urn over te brengen van een al dan niet-geconcedeerd graf naar een geconcedeerd graf;

- op bevel van de gerechtelijke overheid;

- wegens een bestuurlijke beslissing.

 

Art. 20 - De aanvraag tot ontgraving dient door de nabestaanden, zijnde de overlevende echtgenoot/echtgenote en de bloedverwanten eerste graad, schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende schikkingen worden nageleefd:

- dag en uur waarop de ontgraving zal geschieden worden in overleg met de dienst van de begraafplaatsen vastgesteld;

- het grafteken, de beplantingen en alle voorwerpen die het openleggen van het graf kunnen bemoeilijken of beletten moeten verwijderd worden vooraleer tot de ontgraving wordt overgegaan;

- het openleggen van het graf, het openen van de grafkelders, het lichten van de kist uit het graf en het vullen van de kuil geschieden door de zorgen van de gemeente;

- het openen van de nis, het uitnemen van de urn uit de nis en het terug sluiten van de nis, geschieden door de zorgen van de gemeente.

 

Art. 21 - Tijdens de ontgraving wordt de plaats ervan visueel afgeschermd.

Er wordt tot een ontgraving overgegaan in tegenwoordigheid van de grafmaker, een lid of een afgevaardigde van de familie en een gemachtigde door de burgemeester aangesteld die er verslag van opmaakt. Zij kunnen de vernieuwing van de kist voorschrijven indien zij zulks nodig achten en elke andere maatregel nemen die van aard is dat de welvoeglijkheid en de openbare gezondheid worden beschermd, zulks op kosten van de aanvrager.

 

Art. 22 - Indien het op te graven lijk naar een andere begraafplaats op het grondgebied of naar dit van een andere gemeente moet overgebracht worden, is het verplicht de opgegraven kist in een hermetisch gesloten omhulsel te plaatsen alvorens zij mag vervoerd worden.

 

GRAFTEKENS, BOUW- EN BEPLANTINGSWERKZAAMHEDEN, ONDERHOUD VAN DE GRAVEN

 

Art. 23 - Tenzij de overledene anders heeft beschikt of zijn verwanten zich ertegen verzetten, heeft eenieder het recht op het graf van zijn verwante of vriend een grafteken te doen plaatsen zonder afbreuk te doen aan plicht van de concessiehouder zoals omschreven in artikel 19 van het huishoudelijk reglement.

 

Art. 24 - Het is niet toegestaan graftekens of andere gedenktekens te plaatsen die door hun vorm, afmetingen, hun opschriften of de aard van de materialen de zindelijkheid, gezondheid, veiligheid en rust op de begraafplaatsen kunnen verstoren.

 

Art. 25 - De afmetingen van de graftekens worden bepaald als volgt:

- graven in volle grond en grafkelders:

80 cm bij 180 cm,

de opstaande tekens mogen 100 cm niet overschrijden;

- kindergraven:

50 cm bij 100 cm,

de opstaande tekens mogen 50 cm niet overschrijden;

- urnenkelders:

nadat de asurn in de urnenkelder is geplaatst, wordt deze door de zorgen van de aangestelde van de gemeente afgesloten,

de aangestelde van de gemeente plaatst een afdeksteen in jasberggraniet met een afmeting van 50 cm bij 50 cm,

op deze afdeksteen dient een gravure en/of versiering in jasberggraniet, glas of inox te worden aangebracht die de omtrek van de granieten plaat niet mag overschrijden en niet hoger mag zijn dan 50 cm,

de kosten van de gravure en/of versiering zijn ten laste van de nabestaanden;

- columbariumnissen:

nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt deze door de zorgen van de aangestelde van de gemeente afgesloten,

de aangestelde van de gemeente plaatst een afdeksteen in jasberggraniet met een afmeting van 47 cm bij 42 cm,

op deze afdeksteen dient een gravure en/of versiering in jasberggraniet, glas of inox te worden aangebracht die de omtrek van de granieten afdeksteen niet mag overschrijden,

de kosten van de gravure en/of versiering zijn ten laste van de nabestaanden;

- niet-geconcedeerde graven:

op graven waarop geen concessie rust wordt door toedoen van de gemeente een grafteken geplaatst met een maximum afmeting van 50 cm bij 50 cm, dit grafteken bevat een naamplaatje met daarop de gegevens zoals vermeld in artikel 38 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen, op het grafteken mag geen gravure of versiering worden aangebracht;

- niet-geconcedeerde columbariumnis:

nadat de asurn in de nis is geplaatst, wordt deze door de zorgen van de aangestelde van de gemeente afgesloten,

de aangestelde van de gemeente plaatst een afdeksteen in jasberggraniet met een afmeting van 47 cm bij 42 cm,

de afdeksteen bevat een naamplaatje met daarop de gegevens zoals vermeld in artikel 38 van het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen,

op de afdeksteen mag geen gravure of versiering worden aangebracht.

 

Art. 26 - De maximum afmetingen van de urnen zijn:

- Hoogte: 25 cm;

- Breedste deel: 16 cm (doorsnede).

 

Art. 27 - De graftekens moeten zodanig opgericht en onderhouden worden dat ze de veiligheid en doorgang niet belemmeren en dat ze geen schade aanbrengen aan de aangrenzende graftekens en graven.

 

Art. 28 - Voor ze op de begraafplaatsen worden toegestaan, moeten de voor de grafteken bestemde materialen volledig afgewerkt en gekapt zijn en gereed om onmiddellijk geplaatst te worden.

Geen enkel hulpmateriaal of restmateriaal mag binnen de omheining van de begraafplaats worden achtergelaten. Na een zonder gevolg gebleven ingebrekestelling wordt er op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot het wegnemen van de materialen op kosten van de overtreder.

 

Art. 29 - De bloemen en planten die op de graven zijn aangebracht moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Kronen uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn. Kronen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels die geheel of gedeeltelijk bestaan uit breekbaar glas.

Individuele aanplantingen op graven mogen een hoogtegroei van 50 cm niet overschrijden.

Bij gebreke hiervan zullen de opruiming en de verwijdering geschieden door de zorgen van het gemeentebestuur.

 

Art. 30 - Rond de graven mogen:

- geen afsluitingen of omheiningen gemaakt worden;

- geen kniel- of bidbanken geplaatst worden;

- geen gaten of putten gemaakt worden om bloempotten of andere versieringen te plaatsen.

 

Art. 31 - De belanghebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van de graven. Wanneer een graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt er een akte van verwaarlozing opgesteld door de burgemeester of zijn gemachtigde. Die akte blijft een jaar bij het graf en aan de ingang van de begraafplaats aangeplakt. Na het verstrijken van die termijn en bij niet-herstelling wordt op bevel van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak of tot het wegnemen van de materialen op kosten van de in gebreke blijvende familie. Daarenboven kan een einde gesteld worden aan het recht op een betaalde concessie.

De scheefstaande en omgevallen of andere graftekens moeten door toedoen van de nabestaanden opnieuw recht gezet of verwijderd worden.

De aangevoerde graftekens die drie werkdagen vóór Allerheiligen niet geplaatst zijn, moeten door toedoen van de betrokken nabestaanden de dag ervoor vóór 10 uur ’s morgens verwijderd worden. Zo niet zullen graftekens en andere voorwerpen op risico en ten laste van de overtreder en zonder enig verhaal opgeruimd worden door de zorgen van de gemeente.

 

Art. 32 - Twee werkdagen vóór Allerheiligen, alsmede twee werkdagen voor de kermissen in het centrum en de respectievelijke deelgemeenten is het verboden:

- om het even welk grafteken of bijhorigheid op een graf te plaatsen of ervan te verwijderen; dit omvat niet het aanbrengen van bloemen en kransen, bloempotten en medaillons;

- enigerlei beitel- of schilderwerk uit te voeren, graftekens te reinigen en bijhorigheden op te voegen of recht te zetten;

- zich met voertuigen, emmers of andere reinigingsgereedschappen op de begraafplaatsen te begeven.

 

Art. 33 - De graven en grafmonumenten, opgenomen op de lijst van graven met lokaal historisch belang worden onderhouden door de gemeente overeenkomstig de voorschriften van artikel 26§2 van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging.

 

Art. 34 - Uitsluitend de gemachtigde van de gemeente is ertoe bevoegd te zorgen voor:

- het aanhechten van een volgnummer aan de kist of de urn;

- het uitstrooien van de as;

- het delven van een graf voor begravingen of bijzettingen in volle grond en het vullen van de kuil;

- het plaatsen van de kist of de urn in de kuil, de grafkelder of het columbarium;

- het openen en sluiten van bestaande grafkelders;

- het openen, plaatsen en afsluiten van een nis in een columbarium.

 

CREMATIE – COLUMBARIUM – URNENVELD - ASVERSTROOIING

 

Art. 35 - De crematie is onderworpen aan de formaliteiten bepaald bij het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.

 

Art. 36 - Voor crematie is toestemming vereist van de ambtenaar van de burgerlijke stand waar het overlijden werd vastgesteld, indien dat overlijden in een gemeente van het Vlaamse Gewest heeft plaats gehad.

Ingeval van overlijden buiten een gemeente van het Vlaams Gewest is een verlof tot crematie vereist van de procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar zich ofwel het crematorium ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene bevindt.

 

Art. 37 - De urnen met de as van de gecremeerde stoffelijke overschotten kunnen binnen de omheining van de begraafplaats:

- worden begraven op de plaats van de gewone begravingen;

- worden bijgezet in een columbariumzuil in gesloten nissen;

- worden bijgezet in een grafkelder of urnenkelder;

De begraving of de bijzetting van de asurn gebeurt aansluitend op de crematie.

 

Art. 38 - De as van de gecremeerde stoffelijke overschotten kan:

- worden uitgestrooid op het daartoe bestemde perceel van de begraafplaats door middel van een strooitoestel dat alleen door de gemeentelijke aangestelde mag worden bediend;

- worden uitgestrooid op de aan het grondgebied van de aan België grenzende territoriale zee onder de voorwaarden die de Vlaamse regering bepaalt;

- indien de overledene dit schriftelijk heeft bepaald of, bij gebrek aan schriftelijke bepaling door de overledene, op gezamenlijk schriftelijk verzoek, vooraleer de crematie plaatsvindt, van zowel de echtgenoot of van diegene met wie de overledene een feitelijk gezin vormde als van alle bloed of aanverwanten van de eerste graad of, indien het om een minderjarige gaat, op verzoek van de ouders of de voogd, worden uitgestrooid op een andere plaats dan de begraafplaats.

Deze uitstrooiing kan evenwel niet gebeuren op het openbaar domein, uitgezonderd de begraafplaats. Indien het een terrein betreft dat niet eigendom is van de overledene of zijn nabestaanden, is een voorafgaande schriftelijke toestemming vereist van de eigenaar van het betrokken terrein.

De asverstrooiing gebeurt aansluitend op de crematie.

 

Art. 39 - Onverminderd hetgeen is bepaald in artikel 37 en artikel 38 kan, op verzoek van de echtgenoot en van de bloed- of aanverwanten tot de tweede graad, een symbolisch gedeelte van de as van het gecremeerde lijk aan hem worden meegegeven.

 

Art. 40 - De asurnen van een gecremeerde, die gratis bewaard wordt op de begraafplaats, kan ten allen tijde op vraag van de nabestaanden, ofwel verstrooid worden, ofwel bijgezet worden via een concessie.

Voor het opgraven van de urnen is de toestemming van de burgemeester vereist overeenkomstig artikel 19 van deze verordening.

 

Art. 41 - Zowel aan de strooiweide als aan het columbarium, wordt een plaats voorbehouden voor het aanbrengen van herdenkingsvoorwerpen.

 

Art. 42 - Het bijzetten van de urn op de plaats van de geconcedeerde gronden of in een geconcedeerde nis in het columbarium is onderworpen aan de reglementering betreffende het huishoudelijk reglement en het retributiereglement op de begraafplaatsen.

 

POLITIE

 

Art. 43 - De gemeentelijke begraafplaats is vrij toegankelijk.

De toegang tot de begraafplaats is verboden vóór zonsopgang en na zonsondergang, en op tijden waarop werkzaamheden worden uitgevoerd, die de aanwezigheid van het publiek niet dulden.

 

Art. 44 - De gemeente is niet belast met de bewaking van de op de graven geplaatste voorwerpen.

Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstallen of beschadigingen welke op de begraafplaatsen ten nadele van de nabestaanden zouden gepleegd worden aan de graven, graftekens en alle erop aangebrachte hulde- en versieringsvoorwerpen.

 

Art. 45 - Op de begraafplaatsen zijn alle handelingen verboden waardoor de orde of de aan de doden verschuldigde eerbied verstoord wordt.

Het is in het bijzonder verboden:

- aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in gevallen die bepaald zijn in het decreet van 16 januari 2004 of in deze politieverordening;

- goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden;

het verbod om goederen te koop aan te bieden geldt niet voor handelaars in bloemen en planten op de door het college van burgemeester en schepenen bepaalde plaatsen en tijdstippen.

- de grafperken en de aanplantingen van de begraafplaats en de aanhorigheden te betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen;

- de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te beschadigen;

- binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen;

- om zich op de begraafplaats of de aanhorigheden te gedragen op een wijze die niet overeenstemt met de ernst en de stilte van de plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden;

- met voertuigen de begraafplaatsen binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen waartoe de toestemming wordt verleend door de burgemeester;

- vergezeld te zijn van honden of andere dieren, met uitzondering van visueel gehandicapten of andere andersvaliden met hun geleidehond, politiediensten en erkende bewakingsondernemingen met waak-, speur- en verdedigingshonden;

- opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoeglijkheid, de orde en de aan de doden verschuldigde eerbied verstoren.

 

Art. 46 - Voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen in geen andere straffen voorzien en voor zover de artikel 315, 340, 353 en 526 van het strafwetboek niet van toepassing zijn, worden de inbreuken op deze verordening bestraft met politiestraffen.

 

Art. 47 - Deze politieverordening wordt overeenkomstig de artikelen 285, 286, 287 en 288 van het Decreet over het Lokaal Bestuur.afgekondigd en bekendgemaakt. Dit regelement wordt zoals bepaald in artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet overgemaakt aan de bestendige deputatie van de provincieraad en aan de griffies van de rechtbank van eerste aanleg en van de politierechtbank.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

11

Personeelszaken - Verlofregeling 2020 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de algemeen directeur en de financieel directeur van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen;

 

Gelet op artikel 262§1 van de rechtspositieregeling waarbij het personeelslid recht heeft op volgende officiële feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december;

 

Gelet op artikel 262§1 van de rechtspositieregeling waarbij het personeelslid recht heeft op 3 bijkomende feestdagen: 2 november, 15 november en 26 december;

 

Gelet op artikel 262§2 van de rechtspositieregeling waarin luidt dat wanneer een feestdag samenvalt met een zaterdag of zondag deze vervangen wordt door een andere dag, die bepaald wordt door de gemeenteraad;

 

Overwegende dat er in het kalenderjaar 2020 5 feestdagen op een zaterdag of zondag vallen;

 

Overwegende dat zaterdag 11 juli (Feest van de Vlaamse Gemeenschap) collectief zal worden ingezet als brugdag naar aanleiding van O.L.H.-Hemelvaart;

 

Overwegende dat zaterdag 15 augustus (O.L.V.-Hemelvaart), zondag 1 november (Allerheiligen), zondag 15 november (Koningsfeest) en zaterdag 26 december (tweede kerstdag) zullen toegevoegd worden aan het jaarlijks verlof en bijgevolg vrij op te nemen zijn;

 

Overwegende dat de representatieve vakorganisaties per e-mail geraadpleegd werden en geen bezwaar hadden;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Goedkeuring te verlenen om vrijdag 22 mei vast te leggen als vervangingsdag voor het Feest van de Vlaamse Gemeenschap (11 juli).

 

Art. 2 - De overgebleven feestdagen (O.L.V.- Hemelvaart, Allerheiligen, Koningsfeest en tweede kerstdag) die in het weekend vallen, worden vrij naar keuze van het personeelslid genomen.

 

Art. 3 - Een verlofnota betreffende de vakantieregeling zal aan het personeel overgemaakt worden.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

12

Overheidsopdrachten - Wegenwerken Jeugdkapel & Tramstraat - Lastvoorwaarden en  gunningswijze - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

 

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 144.000,00 EUR niet);

 

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

 

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Wegenwerken Jeugdkapel en Tramstraat” een bestek met nr. 2019-040 werd opgesteld door de Technische Dienst;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 34.710,74 EUR excl. btw of 42.000,00 EUR incl. 21% btw;

 

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

 

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2019, op budgetcode 22400007/0200 (actie 1419/002/002/001/018), investeringsenveloppe 1419 16-004;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr. 2019-040 en de raming voor de opdracht “Wegenwerken Jeugdkapel en Tramstraat”, opgesteld door de Technische Dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 34.710,74 EUR excl. btw of 42.000,00 EUR incl. 21% btw.

 

Art. 2 - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Art. 3 - De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2019, op budgetcode GEM/22400007/0200 (actie 1419/002/002/001/018), investeringsenveloppe 1419 16-004.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

13

Secretariaat (gemeente) - Vaststelling politieverordening betreffende clubhuizen van motorclubs - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder op artikel 40 en 41 inzake de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikelen 119, 119bis, 134quater en 135e;

 

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties en de uitvoeringsbesluiten;

 

Gelet op het gemeenteraadsbesluit houdende vaststelling van een politieverordening in verband met de openbare orde, zeden, rust, veiligheid, reinheid, gezondheid en hinderlijke gedragingen d.d. 18 december 2008;

 

Overwegende dat de gemeenten instaan voor de bewaking van de openbare rust, veiligheid en reinheid;

 

Overwegende dat het bestuur zich bewust is geworden van de noodzaak van een goed georganiseerd bestuur, hetgeen o.a. betekent dat men over de nodige degelijke reglementen en verordeningen beschikt en dat er op de naleving ervan wordt gehandhaafd;

 

Overwegende dat het nodig is om de risico's die de inplanting en de exploitatie van deze inrichtingen met zich kunnen meebrengen (o.a. af- en aanrijden van lawaaierige motoren ook 's nachts, wild parkeren,...) te controleren ter vrijwaring van de openbare rust en veiligheid;

 

Overwegende dat het doel van deze politieverordening eveneens is om motorbendes te weren uit de gemeente;

 

Overwegende de historische rivaliteit tussen de motorbendes, hun supportclubs en sympathisanten en andere motorbendes;

 

Overwegende dat in zowel Belgisch als in Nederlands Limburg evenals in de Duitse

Deelstaat Nordrein-Westfalen, recentelijk zware incidenten hebben plaatsgevonden tussen

motorbendes:

- mei 2014: Heers (B);

- oktober 2014: Weert (NL);

- oktober 2014: Overpelt (B) Lichaam lid Satudarah in het kanaal aangetroffen;

- februari 2015: Gevangenis Hasselt (B);

- maart 2015: Poppel (B) en Susteren (NL);

- mei 2015: Sittart (NL);

- mei 2017: Tongeren (B): ontvoering gelinkt aan clubhuis motorbende;

- juni 2017: Genk (B): aanslag met granaten aan pand ex-clublid;

- juli 2017: Genk (B): brandstichting aan auto van een clublid;

- augustus 2017: Genk (B): brandstichting aan auto van een clublid;

- augustus 2017: Genk (B): molotov-cocktail gegooid naar stamcafé van een motorbende;

 

Overwegende dat uit de aard en plaats van de bovenvermelde incidenten blijkt dat de leden van criminele motorbendes confrontaties op plaatsen en evenementen -publiek dan wel besloten- niet schuwen en mekaar met wapens bevechten. Het risico op provocatie of confrontatie tussen rivaliserende motorclubs is gezien het huidige spanningsveld in de Euregio zeer reëel;

 

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De goedkeuring te hechten aan de politieverordening betreffende clubhuizen van motorclubs, met volgende inhoud:

 

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder:

1. Uitbater: de natuurlijke persoon of personen, de vereniging, of de rechtspersoon, ongeacht hun eventuele hoedanigheid van handelaar, voor wiens rekening en/of risico de inrichting wordt uitgebaat;

2. Uitbatingsvergunning: een vergunning die aan de uitbater het recht verleent op het aangeduide adres de inrichting uit te baten;

3. Motorclub: club voor motorliefhebbers;

4. Clubhuis: een inrichting waar leden (en sympathisanten) van een motorclub regelmatig bijeenkomsten houden en waar al dan niet de symbolen van de club duidelijk worden tentoongesteld (foto's, clubemblemen,…);

5. Organen van de rechtspersoon: alle personen die enige bevoegdheid hebben tot het nemen van beslissingen of het vertegenwoordigen van de rechtspersoon;

6. Brandveiligheidsonderzoek: dit is een onderzoek naar de brandveiligheid, alwaar een verslag werd opgesteld door de brandweer overeenkomstig de toepasselijke regelgeving;

7. Stedenbouwkundig onderzoek: dit onderzoek omvat een screening van de stedenbouwkundige vergunningen afgeleverd voor het onroerend goed (of van de vergund geachte toestand van het onroerend goed - bij ontstentenis van stedenbouwkundige vergunningen) waarbij de focus ligt op de functie van het goed. Een positieve uitkomst van dit onderzoek heeft echter geen regulariserende waarde en kan ook niet aangewend worden om mogelijke stedenbouwkundige overtredingen te rechtvaardigen;

8. Onderzoek naar de milieuwetgeving: dit onderzoek omvat een screening van de milieuvergunningen afgeleverd voor het onroerend goed. Een positieve uitkomst van dit onderzoek heeft echter geen regulariserende waarde en kan ook niet aangewend worden om mogelijke milieuovertredingen te rechtvaardigen;

9. Onderzoek naar de vestigingsformaliteiten: dit onderzoek omvat een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer en/of vzw (zoals de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen, beroepskaart, nodige kennis van het bedrijfsbeheer, nodige beroepskennis) en/of enige andere vergunningen of attesten die wettelijk voorgeschreven zijn;

10. Moraliteitsonderzoek: Een onderzoek naar de gerechtelijke en politionele antecedenten1.

Dit omvat ook een onderzoek gebaseerd op feiten of gebaseerd op een proces-verbaal, of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de huidige of vroegere private doch voor het publiek toegankelijke plaatsen, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden of plaatsgevonden hebben, die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komt. Het moraliteitsonderzoek wordt, al naar gelang het geval, uitgevoerd op de inrichting, op de uitbater, op de organen en/of vertegenwoordigers, alsook op de aangestelde(n) van de uitbater. Het moraliteitsonderzoek wordt in voorkomend geval ook uitgevoerd op de personen vermeld op de ledenlijst;

 

1 Bij arrest nr. 193.442 van 19/05/2009 heeft de Raad van State geoordeeld: 'Er bestaat geen bezwaar tegen dat het bestuur bij de beoordeling van het gevaar dat iemands wapenbezit voor de openbare orde en veiligheid kan opleveren, rekening houdt met feiten die niet tot een strafrechtelijke veroordeling hebben geleid. Het strafrechtelijk vermoeden van onschuld staat daar niet aan in de weg. Dit belet evenwel niet dat het bestuur zijn beslissing moet steunen op werkelijk bestaande en concrete feiten die relevant zijn en met de vereiste zorgvuldigheid werden vastgesteld.' M.a.w. in een moraliteitsonderzoek is er geen bezwaar om rekening te houden met feiten waarvoor een proces-verbaal werd opgesteld, maar die nog niet geleid hebben tot een strafrechtelijke veroordeling. Dit werd nogmaals bevestigd in het arrest nummer 203.093 van 20/04/2010 van de Raad van State.

 

11. Financieel onderzoek bestaat uit:

- een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde gemeentelijke facturen, van welke aard ook;

- een onderzoek gebaseerd op feiten of gebaseerd op een proces-verbaal, of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;

- een onderzoek naar de herkomst van gelden waarmee investeringen worden gedaan in de inrichting, en/of waarmee de aankoop gefinancierd wordt.

Het financieel onderzoek wordt uitgevoerd op de uitbater. Indien de uitbater een rechtspersoon is, wordt het financieel onderzoek uitgevoerd op de organen van de exploitant en/of de vertegenwoordigers.

Voor het financieel onderzoek kan het advies ingewonnen worden van de financiële dienst van de gemeente, de lokale politie, de federale gerechtelijke politie, het parket en FOD Financiën².

 

2 De administratie der directe belastingen kan deze inlichtingen verstrekken op grond van de artikelen 337 en 329 W.I.B.

 

Artikel 2 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle clubhuizen van motorbendes op het grondgebied van de gemeente Hoeselt.

 

HOOFDSTUK II - UITBATINGSVERGUNNING

Artikel 3 Algemene verplichting

§1. Onverminderd de hogere wetgeving en onverminderd andere politieverordeningen en reglementen, moet een uitbater van een clubhuis voor het openen, het openhouden of het heropenen van een clubhuis in het bezit zijn van een uitbatingsvergunning afgeleverd door de burgemeester.

§2. De bestaande clubhuizen krijgen 3 maanden de tijd, te rekenen vanaf ingangsdatum van dit reglement, voor het indienen van hun aanvraag tot het bekomen van een vergunning.

Het bewijs van aanvraag geldt als tijdelijke uitbatingsvergunning tot de definitieve vergunning wordt verleend of geweigerd, voor zover het aanvraagdossier ook ontvankelijk is. Bij weigering heeft de uitbater 6 maanden de tijd om zich in orde te stellen.

§3. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in het clubhuis die een verandering uitmaken ten opzichte van de veiligheid, en alle wijzigingen van gegevens opgegeven in de aanvraag onmiddellijk te melden aan de burgemeester.

§4. Bij iedere wijziging van locatie of wijziging met betrekking tot de uitbater dient er een nieuwe uitbatingsvergunning aangevraagd te worden.

§5. In de volgende gevallen is er alleszins sprake van een wijziging met betrekking tot de uitbater:

- de overdracht naar een andere (rechts)persoon of vereniging of de uitbreiding met een bijkomend persoon;

- een wijziging van de vennoten, wijziging van rechtsvorm of de overdracht van de rechtspersoon naar een andere of de fusie met of overname door een andere rechtspersoon.

 

Artikel 4 Aanvraag

§1. Voor het verkrijgen of hernieuwen van een uitbatingsvergunning dient de uitbater minstens 30 dagen voor de voorziene openingsdatum/wijziging een aanvraag in.

Deze aanvraag dient te gebeuren via de dienst Lokale economie en aan de hand van het daartoe voorziene aanvraagformulier, aangetekend of tegen ontvangstbewijs, vergezeld van alle nodige documenten zoals aangegeven in het aanvraagformulier.

 

De vergunningsaanvraag verloopt in twee stappen.

 

§2. Bij de aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning dient te worden gevoegd:

- een kopie van de identiteitskaart van hetzij de uitbater-natuurlijke persoon, hetzij de bestuurders van de vereniging als uitbater, hetzij de organen van de rechtspersoon als uitbater;

- een kopie van de identiteitskaart van de aangestelde(n) van de uitbater;

- het telefoonnummer en e-mailadres waarop de uitbater te bereiken is;

- de naam van de motorclub;

- het juiste adres, telefoonnummer en e-mailadres van het clubhuis;

- in voorkomend geval, een ondernemingsnummer uitgereikt door een ondernemingsloket;

- in voorkomend geval, een kopie van de statuten van de vennootschap of vzw;

- een bewijs van goed gedrag en zeden van de uitbater, van de organen en/of vertegenwoordigers van de uitbater, alsook van de aangestelde(n) van de uitbater (voor het moraliteitsonderzoek);

- in voorkomend geval een uittreksel uit het strafregister van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document desgevallend behoorlijk vertaald door een beëdigd vertaler (voor het moraliteitsonderzoek);

- verzekering burgerlijke aansprakelijkheid.

§3. Op basis van deze stukken vraagt de burgemeester een advies aan de politie en eventueel aan andere diensten.

De politie adviseert aan de burgemeester om:

- ofwel de vergunning af te leveren, op voorwaarde van een positieve beoordeling betreffende o.a. het brandveiligheidsonderzoek, het stedenbouwkundig onderzoek, het onderzoek naar de milieuwetgeving en het onderzoek naar de vestigingsmodaliteiten;

- ofwel een verder moraliteitsonderzoek en financieel onderzoek te laten uitvoeren;

- ofwel de vergunning te weigeren.

§4. In geval van verder moraliteitsonderzoek en financieel onderzoek, zal de burgemeester bij de aanvrager volgende bijkomende stukken opvragen:

- de ledenlijst van de motorclub (naam, voornaam, geboortedatum, adres);

- in voorkomend geval, een kopie van de aankoopakte van het pand;

- in voorkomend geval, een kopie van de huurovereenkomst van het pand;

- in voorkomend geval, een opgave van de geraamde investeringen in het pand, met bijhorend(e) plan(nen);

- in voorkomend geval, indien de investeringen gefinancierd worden met eigen middelen van de uitbater: een kopie van het aanslagbiljet van de directe belastingen van de voorbije zeven jaar, alsmede eventueel andere documenten waaruit blijkt dat de exploitant over voldoende financiële draagkracht beschikt om de investering te financieren;

- in voorkomend geval, indien de investeringen gefinancierd worden met een lening: een kopie van de leningsovereenkomst.

 

Het moraliteitsonderzoek en financieel onderzoek zullen uitgevoerd worden zoals beschreven in artikel 1.10° en artikel 1.11°.

 

§5. Het aanvraagdossier is slechts ontvankelijk wanneer alle hiervoor vermelde documenten bij de aanvraag gevoegd zijn. Zo nodig worden ontbrekende stukken opgevraagd. Van zodra het dossier ontvankelijk is, beschikt de burgemeester over een termijn van zestig dagen om de vergunning af te leveren, dan wel deze te weigeren.

 

Artikel 5 Voorwaarden

Onverminderd de hogere wetgeving en andere politieverordeningen en reglementen die ook hier van toepassing zijn, kan de vergunning enkel worden toegekend na een voorafgaand administratief onderzoek en een positieve beoordeling betreffende volgende onderdelen:

- een brandveiligheidsonderzoek;

- een stedenbouwkundig onderzoek;

- een onderzoek naar de milieuwetgeving;

- een onderzoek naar de vestigingsmodaliteiten;

- een moraliteitsonderzoek;

- een financieel onderzoek.

De vereiste van de positieve beoordeling van deze voorwaarden geldt gedurende de ganse

duur van de exploitatie.

 

Artikel 6 Beslissing

§1. Indien voldaan is aan alle voorwaarden en er geen redenen van openbare orde zijn tot weigering, zal de burgemeester overgaan tot het afleveren van de uitbatingsvergunning op basis van de ingediende aanvraag. In het andere geval zal de burgemeester deze weigeren af te leveren.

§2. De burgemeester kan beslissen om in de vergunning bijzondere voorwaarden op te nemen afhankelijk van de specifieke omstandigheden, zoals de aard of de ligging van het clubhuis.

Bijzondere voorwaarden kunnen ondermeer zijn: de verplichte installatie van één of meerdere bewakingscamera's, de inzet van bewakingsagenten, het instellen van een toegangscontrole op basis van een lidkaart en voldoende parkeergelegenheid.

§3. De beslissing van de burgemeester zal overgemaakt worden aan de aanvrager.

 

Artikel 7 Geldigheid van de vergunning

§1. De uitbatingsvergunning is geldig vanaf de datum zoals vermeld in de vergunning zelf.

§2. Tenzij er redenen zijn waardoor de vergunning vervalt, blijft de vergunning geldig voor de duur vermeld in de vergunning zelf.

§3. De uitbatingsvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid. De uitbatingsvergunning kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater of naar een andere vestigingseenheid.

§4. De vergunning vervalt van rechtswege:

- op het moment dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan één jaar feitelijk is onderbroken;

- in geval van faillissement;

- in geval van veroordeling tot gerechtelijke verzegeling;

- in geval van ontbinding van de rechtspersoon;

- in geval van wijziging van de organen van de rechtspersoon;

- in geval van schrapping van de uitbater of van de betrokken vestiging uit de kruispuntbank voor ondernemingen en vzw's;

- in geval van wijziging met betrekking tot de uitbater zoals vermeld in artikel 3;

- in geval van een administratieve sluiting.

 

HOOFDSTUK III- VERPLICHTINGEN TIJDENS DE UITBATING

Artikel 8 Algemene verplichtingen

§1. Alle voorwaarden en verplichtingen opgenomen in deze politieverordening en in de vergunning zelf moeten steeds nageleefd worden.

§2. De uitbatingsvergunning, attesten en het brandweerverslag dienen steeds aanwezig te zijn in de inrichting en moeten steeds op het eerste verzoek van een bevoegde controlerende ambtenaar ter inzage worden voorgelegd.

§3. Evenementen dienen aangemeld te worden conform de betreffende regelgeving.

 

Artikel 9 Wijzigingen melden

§1. Iedere wijziging in het kader van de uitbating van het clubhuis dient onmiddellijk, via de dienst Lokale economie, meegedeeld te worden aan de burgemeester. Zo ook de wijziging in de organen van de rechtspersoon als uitbater.

§2. Afhankelijk van de gemelde wijzigingen zullen de nodige onderzoeken uitgevoerd worden.

 

Artikel 10 Camerabewaking

Indien camerabewaking opgelegd is in de uitbatingsvergunning, moet de uitbater of zijn aangestelde tijdens het openhouden van het clubhuis minstens één bewakingscamera in werking hebben die duidelijk herkenbare beelden opneemt van iedere toekomende bezoeker. Een automatische tijdsregistratie is hierbij verplicht.

De regelgeving inzake camerabewaking is integraal van toepassing.

 

HOOFDSTUK IV - HANDHAVING

Artikel 11 Overtredingen

Overtredingen tegen bepalingen die zijn opgenomen in deze politieverordening worden door de lokale politie vastgesteld en gesanctioneerd.

 

HOOFDSTUK V - OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 28 november 2019.

 

Artikel 13 Bekendmaking

§1. Deze verordening zal bekendgemaakt worden overeenkomstig de artikelen 285 t.e.m. 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.

§2. Afschrift van deze verordening zal, conform artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur, worden verzonden aan de bestendige deputatie van de provincie, de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de politierechtbank te Tongeren.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

14

Secretariaat (gemeente) - Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg (IGL) - Agenda algemene vergadering van 11 december 2019 en bepaling mandaat gemeentelijke afgevaardigde - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het feit dat de gemeente Hoeselt deelnemer is van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg;

 

Gelet op artikel 35 van de gecoördineerde statuten van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg;

 

Gelet op de oproepingsbrief van 17 oktober 2019 voor de gewone vergadering van de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg op woensdag 11 december 2019 om 18.00 uur die de volgende agendapunten bevat:

1. Financieel rapport over het eerste semester 2019, balans, resultaat en saldo per 30 juni 2019: kennisneming;

2. Begroting 2020: goedkeuring;

3. De definitieve verkiezing van twee bestuurders;

4. Toetreding tot CIPAL DV: goedkeuring;

 

Gelet op de toelichtingsnota’s betreffende de punten vermeld op de agenda van de gewone vergadering d.d. 11 december 2019 van de Algemene Vergadering;

 

Overwegende dat er geen bezwaren voorhanden zijn om goedkeuring van de agenda te weigeren;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - Op basis van de bekomen documenten en toelichtingsnota’s in te stemmen met de voorstellen opgenomen in de agenda van de gewone vergadering d.d. 11 december 2019 van de Algemene Vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.

 

Art. 2 - De vertegenwoordiger of bij belet de plaatsvervanger wordt gemandateerd om op de vergadering (of op iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) te handelen en te beslissen zoals vermeld in de artikelen 1 tot en met 40 en verder al het nodige te doen voor afwerking van de volledige agenda.

 

Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavige beslissing en zal onverwijld een afschrift bezorgen van deze beslissing aan de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

15

Secretariaat (gemeente) - Limburg.net - Agenda algemene vergadering van 19 december 2019 en bepaling mandaat gemeentelijke afgevaardigde - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;

 

Gelet op het feit dat Limburg.net een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid is, en meer bepaald een opdrachthoudende vereniging zoals bedoeld in artikel 398, §2, 3° van het Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur (verder ‘DLB’);

 

Gelet op het lidmaatschap van de gemeente Hoeselt bij Limburg.net;

 

Gelet op de statuten van Limburg.net (verder ‘de Statuten’);

 

Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van Limburg.net van 6 november 2019 tot goedkeuring van de agenda van de algemene vergadering van Limburg.net van donderdag 19 december 2019 om 18 uur;

 

Gelet dat de volgende agendapunten werden vastgesteld:

1. Welkom door de voorzitter;

2. Goedkeuring verslag van de vorige algemene vergadering;

3. Aanduiding secretaris en stemopnemers (art. 38 statuten);

4. Begroting 2020, te ontwikkelen activiteiten en strategie;

Bijlagen: Begroting 2020 – PowerPoint Begroting 2020;

5. De invoering van een uniform inzamelsysteem ‘Optimo’ in Limburg en Diest in de loop van 2021;

Bijlagen: PowerPoint Optimo DEF – Modelgemeenteraadsbesluit – Samenvattende nota Optimo – Interactieve pdf;

6. Benoeming leden algemeen comité;

De stad Bilzen draagt mevr. Maike Meijers voor als afgevaardigde voor het algemeen comité;

7. Varia;

 

Overwegende dat er geen bezwaren voorhanden zijn om de goedkeuring van de agenda te weigeren;

 

Gelet op het feit dat de gemeenteraad een inhoudelijk standpunt dient in te nemen aangaande agendapunt 5, de invoering van het Optimo inzamelsysteem in Limburg en Diest;

 

Gelet dat enerzijds de Statuten (artikel 3) bepalen dat ingevolge de beheersoverdracht elke deelnemende gemeente er zich toe verbindt zich te schikken naar de richtlijnen van de vereniging betreffende de aard van het afval, de wijze van ophaling, alsook de aflevering en het transport ervan;

 

Gelet dat anderzijds artikel 35 van de Statuten bepaalt dat alle beslissingen die een zware weerslag hebben op het bestaan van de vereniging, op haar werking of op de verbintenissen van de deelnemers, door de algemene vergadering dienen te worden behandeld;

 

Gelet dat de raad van bestuur d.d. 6 november 2019 groen licht gaf betreffende de invoering van het Optimo systeem en besliste tegelijk dit agendapunt aan de algemene vergadering voor te leggen, die hierover conform artikel 39 van de Statuten een beslissing zal nemen;

 

Gelet op de uitgebreide toelichtingen van het Optimo systeem zoals gegeven door Limburg.net tijdens de Optimo inlichtingenvergaderingen d.d. 21 oktober 2019 te Borgloon, d.d. 13 november 2019 te Lummen en d.d. 25 november 2019 te Genk;

 

Overwegende dat Optimo een nieuwe en innovatieve manier is om afval te sorteren, in te zamelen en te verwerken, waarbij de burger het afval sorteert in verschillende kleuren zakken, die allemaal op dezelfde dag en met 1 wagen om de 2 weken worden opgehaald. De huidige voorziene afvalsoorten zijn huisvuil, pmd, zachte plastics (deze 2 kunnen op termijn ook in 1 zak worden opgehaald), keukenafval, tuinafval en textiel. De ingezamelde zakken worden nadien via een optische sorteerinstallatie automatisch terug gescheiden om van daaruit naar de verschillende verwerkingen gebracht te worden;

 

Overwegende dat al van bij de fusie van Limburgse afvalintercommunales in 2006 de wens van een uniform inzamelsysteem in Limburg werd geformuleerd en werd gewerkt aan de uniformering van de bestaande systemen. Zo werd door het ‘Plan010’ gerealiseerd dat binnen eenzelfde inzamelsysteem dezelfde kosten voor dezelfde dienstverlening worden aangerekend (zie bijvoorbeeld identieke (huisvuil)zakken aan dezelfde prijs voor alle gemeenten die met zakken werken). Historische investeringen en de uiteenlopende voordelen van de bestaande systemen (lagere kostprijs zakkeninzameling versus hogere service containerinzameling) lieten verdere stappen voorlopig niet toe;

 

Gelet dat in het beleidsplan 2013-2018, goedgekeurd op de algemene vergadering d.d. 9 oktober 2013, de bijsturing van de bestaande inzamelsystemen en het onderzoek naar nieuwe inzamelsystemen als prioriteit naar voor werd geschoven en unaniem goedgekeurd;

 

Overwegende dat in 2014 en 2015 door Limburg.net belangrijke knowhow werd opgebouwd door de oprichting van een eigen inzameldienst van Limburg.net en in 2016 werd gestart met een testcase Optimo in de gemeente Lommel;

 

Overwegende dat in het Ondernemingsplan 2019-2025 van Limburg.net, zoals goedgekeurd door de algemene vergadering d.d. 27 juni 2019, als doelstelling de uitrol van een uniforme inzameling binnen Limburg en Diest opnieuw expliciet werd benoemd (strategische doelstelling 2/ operationele doelstelling 4);

 

Overwegende dat er met Optimo thans een uniform, toekomstgericht, prijs- en milieubewust en flexibel inzamelsysteem wordt voorgesteld;

 

Gelet op de verschillende voordelen van het Optimo inzamelsysteem:

1. Belangrijke milieu- en mobiliteitswinsten:

De Optimo inzameling impliceert dat er slechts met 1 vrachtenwagen wordt opgehaald, die optimaler kan gevuld worden (betere mix van zware en lichte fracties), met als gevolg dat er in heel Limburg en Diest in totaal 27% minder kilometers moeten afgelegd worden. Bovendien worden er meer afvalsoorten ingezameld (6 in plaats van 3 huidig). Het grootste deel van de minder gereden kilometers situeert zich in de ophaalkilometers in dichtbevolkte gebieden, met een positief effect op mobiliteit. De uitstoot ligt in deze gebieden ook hoger dan bij de afvoer naar de verwerking (veel stoppen en optrekken), zodat de CO2-winst zelfs oploopt tot 40 %.

 

In het kader van Limburg klimaatneutraal is de doelstelling geformuleerd om in 2020 de broeikasemissies met 30% te doen dalen en om tegen 2050 volledig klimaatneutraal te zijn.

 

De gemeente heeft deze doelstelling onderschreven. Met de invoering van Optimo wordt betreffende het gedeelte verminderde (afval)transporten, een significante bijdrage aan deze doelstelling geleverd.

 

2. De afvalprijs blijft onder controle:

Op basis van gemaakte simulaties en afspraken, zal bij de invoering van het Optimo systeem de prijs van de basisdienstverlening (exclusief quotum) aan 92,09 EUR per gezin worden aangerekend. Dit is momenteel de prijs van de inzameling in de gemeenten met zakken en groenafval (West). Dit betreft bovendien een belangrijke prijsdaling ten aanzien van de huidige gezinskost van resp. 111,35 EUR (gemeenten Zuid), 110,29 EUR (gemeenten Oost en Bilzen) en 109,84 EUR (Bree en Maaseik).

Het Optimo syteem zorgt dus voor een stabiele prijszetting in de toekomst (zie interactieve PowerPoint voor concrete berekening voor uw gemeente).

 

3. Oplossing voor verwerking van de organische fractie:

De prijs van de verwerking van het gft-afval ligt zeer hoog, met name op 85,00 EUR/ton. Door deze fractie in de toekomst gescheiden in te zamelen, geeft dit 2 voordelen tegelijk:

- Zowel keukenafval als tuinafval kan aan een veel lager tarief worden verwerkt. Voor tuinafval bedraagt dit momenteel 35,00 EUR/ton en ook voor keukenafval kan de prijs aanzienlijk naar beneden.

- De gescheiden inzameling van keukenafval zal mensen er eerder toe aanzetten dit uit het huisvuil te halen. Dit geeft een potentieel van zo’n 10 à 15 kg daling van de huisvuilcijfers in de gemeenten van Oost en West.

 

Bovendien geeft de gescheiden inzameling een antwoord op de (Europese) vraag om toekomstgericht zoveel mogelijk organisch afval uit het huisvuil te halen en selectief in te zamelen. Ook het Vlaams regeerakkoord vermeldt dat Vlaanderen sterk wil inzetten op de inzameling van organisch-biologisch afval, zodat dit zo hoogwaardig mogelijk wordt verwerkt. 

 

Bionerga nv, die instaat voor de verwerking van de verschillende afvalsoorten, zoals de verbranding van het huisvuil en ook de compostering van het gft- en tuinafval, geeft aan dat de gft-composteringen op de huidige locaties moeilijk houdbaar zullen blijven in de toekomst. De site in Maasmechelen moet op termijn verplicht sluiten omwille van natuurgebied (zonevreemde plek binnen Nationaal Park). In Bilzen geraakt de site meer en meer ingesloten door handel (baanwinkels). De installatie daar zou nog wel kunnen worden aangewend voor groencompostering waardoor het risico op geuroverlast kleiner wordt.

 

De omschakeling van de huidige gft-inzameling naar een doorgedreven gescheiden inzameling in heel Limburg en Diest is bijgevolg omwille van diverse redenen wenselijk en zelfs noodzakelijk.

 

In de 16 gemeenten waar vandaag geen gft-inzameling bestaat, krijgen de inwoners door Optimo de kans om op een laagdrempelige en goedkope manier ook keukenafval (dat vandaag soms verdwijnt in de huisvuilzak) selectief aan te bieden voor hoogwaardige recyclage.

 

Voor het ‘verlies’ van de gft-bak in de overige gemeenten zijn er verschillende en afdoende alternatieven voor de burger:

­ Preventie door thuiscomposteren, kippen, mulchmaaiers,…;

­ Keukenafval en tuinafval van kleine tuinen via zakken met de Optimo inzameling meegeven;

­ Afvoer naar de recyclageparken;

­ Optioneel voor de burger die dit wenst:

- tuinbak van 240 L via Limburg.net: 12 ophalingen aan 60,00 EUR/jaar;

- ophaling snoeihout op afroep / 12 keer per jaar aan 15,00 EUR/keer met maximum 2 m².

 

De omschakeling zal zeer goed moeten gecommuniceerd en begeleid worden. Hiertoe zal Limburg.net een plan uitwerken op maat van de gemeenten, waarin bijkomende flankerende maatregelen zullen worden voorgesteld om de omschakeling zo goed mogelijk te laten verlopen (bv. mogelijkheid tot omruiling gft container voor compostvat / compostbak, tips en mogelijkheden inzake bijhouden van (keuken)afval in kleine ruimtes, desgevallend aanbod uitwerken van recipiënten, enz…).

 

4. Flexibiliteit:

Een groot voordeel aan de inzameling via zakken is dat er flexibel kan ingespeeld worden op wijzigende omstandigheden, zoals bv. reverse logistics of extra fracties waarvoor het niet haalbaar is een aparte ophaalwagen door alle straten te laten rijden. In het Optimo syteem kan een extra fractie ingezameld worden zonder dat dit een grote impact heeft op mobiliteit (geen extra vrachtwagen) en bijgevolg aan marginale meerkost.

Dit geeft de mogelijkheid om op een gemakkelijke manier in te spelen op de noden van de toekomst.

 

5. Betere dienstverlening door extra fracties en alles op 1 dag in te zamelen:

Het inzamelsysteem wordt sinds 2016 reeds uitgebreid getest in Lommel, tot uitermate tevredenheid (<90%) van de inwoners.

 

Een eerste groot voordeel is dat er meer fracties aan huis worden ingezameld. Vooral de inzameling van zachte plastics wordt zeer positief onthaald. Maar bijvoorbeeld ook textiel kan meegegeven worden indien gewenst, of tuin- en/of keukenafval, allemaal in 1 beweging met het huisvuil en het pmd. Ook wordt het als een enorm voordeel ervaren dat alle afvalsoorten op dezelfde dag worden ingezameld.

 

Ook in 2 (deel)gemeenten met containers werd gedurende een jaar een test gedaan met Optimo. Hieruit blijkt dat de burger het afgeven van de gft- en/of huisvuilcontainer wel als een gemis ervaart.

 

Wat betreft de gft-inzameling wordt verwezen naar punt 2 en 3 betreffende de financiële en ecologische winsten, de noodzaak van de omschakeling, evenals de alternatieven voor de burger.

 

Wat betreft de huisvuilinzameling via containers, organiseert Limburg.net voor de 8 gemeenten die momenteel van dit systeem gebruik maken (As, Bilzen, Bocholt, Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maasmechelen en Oudsbergen) een marktbevraging voor 6 jaar (4+2), ingaande van 2021 om in deze periode nog gebruik te kunnen maken van de grijze container. De marktbevraging wordt opgezet met een perceel per gemeente en de mogelijkheid van toekenning van kortingen mits samenvoeging van verschillende percelen. Van zodra de definitieve prijs gekend is, kan elk van deze 8 gemeenten (afzonderlijk) beslissen om al dan niet over te schakelen op een huisvuilzak en de onmiddellijke implementatie van het volledige Optimo systeem, dan wel om de grijze diftarcontainer te behouden. In dit laatste geval wordt de meerkost van het systeem doorgerekend via een verhoging op de basisdienstverlening per gezin.

Indien een gemeente in het voorjaar 2020 beslist om verder gebruik te maken van de diftar huisvuilcontainer, is zij door deze beslissing gehouden voor de volledige periode van 6 jaar. 

 

Wat verandert niet?

De invoering van Optimo heeft geen invloed op de inzameling van papier/karton, glas, textiel via containers of de inzameling via de recyclageparken.

De basisgezinskost van 92,09 EUR gaat evenwel uit van huidige quota op de parken en bestaande inzamelsystemen.

Het gebruik van het quotum huisvuil staat eveneens los van het Optimo syteem, elke mogelijke wijziging hieraan in de toekomst wordt 1 op 1 doorgerekend via de afvalbelasting aan de burger (voor de gemeenten die hier gebruik van maken).

Uiteraard wordt een gemeente door de invoering van het nieuwe inzamelsysteem niet verplicht de inning van de afvalbelasting via Limburg.net te laten lopen. Voor de gemeenten die reeds de machtiging gegeven hebben aan Limburg.net om de afvalbelasting te innen, blijft deze machtiging doorlopen. Bij de goedkeuring van de belastingreglementen beslissen zij over de gemeentelijke tussenkomsten, vrijstellingen en/of verminderingen op de afvalbelasting.

 

Opschortende voorwaarden:

De invoering van Optimo is gepland in 2021 maar is afhankelijk van de bouw van de sorteerinstallatie door Bionerga en het behoud van de geraamde prijzen na marktbevragingen van de bouw van de Optimo-installatie door Bionerga en van de ophaalcontracten.

Het systeem zal, bij goedkeuring van de algemene vergadering, cf. de bepalingen in het Uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval (2016) worden voorgelegd aan de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM);

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De agenda van de Bijzondere Algemene Vergadering van 19 december 2019 van de opdrachthoudende vereniging Limburg.net goed te keuren.

 

Art. 2 - De gemeente Hoeselt verwijst naar de uitgebreide PowerPoint in bijlage betreffende het uniform inzamelsysteem ‘Optimo’ waarin Limburg.net voorstelt om het Optimo-systeem uit te rollen.

Gezien de financiële en milieuwinsten die dit nieuwe systeem met zich meebrengt, verklaart de gemeente Hoeselt zich principieel akkoord dat Limburg.net verdere stappen onderneemt om dit systeem in te voeren in alle gemeenten van Limburg.net, met name:

­ Limburg.net start met de nieuwe marktbevragingen voor de inzameling volgens het Optimo-systeem vanaf 2021 in heel Limburg en Diest, met uitzondering van de fractie huisvuil in de 8 gemeenten die momenteel deze fractie met een diftar container inzamelen. Voor deze gemeenten wordt voor de fractie huisvuil een aparte marktbevraging met diftarcontainers georganiseerd.

­ Bionerga start met de marktbevraging en voorbereidende werkzaamheden voor de Optimo-sorteerinstallatie.

 

De definitieve invoering zal maar plaatsvinden onder volgende voorwaarden:

1. De prijs van de basisdienstverlening van het volledige Optimo-syteem voor de burger bedraagt 92,08 EUR voor de jaren 2021 tot en met 2025, waarbij onder de basisdienstverlening begrepen zit:

- De 2-wekelijkse inzameling van 6 afvalsoorten in verschillende kleuren zakken met 1 ophaalwagen op 1 dag, waarbij de afvalsoorten op kleur zak terug automatisch gescheiden worden in een optische sorteerinstallatie.

- De afvalsoorten bij opstart zijn voor alle gemeenten: huisvuil (met uitzondering van de 8 gemeenten hieronder vermeld), pmd en zachte plastics (deze 2 soorten zullen in 2021 in principe in 1 zak worden opgehaald), keukenafval en tuinafval.

De 8 gemeenten die vandaag huisvuil met diftarcontainers ophalen, zijnde As, Bilzen, Bocholt, Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Lanaken, Maasmechelen en Oudsbergen beslissen uiterlijk in het voorjaar van 2020 - na een marktbevraging voor inzameling van huisvuil met diftarcontainers - om al dan niet gebruik te blijven maken van de diftarcontainers met huisvuil, dan wel ook voor deze fractie in het Optimo-systeem in te stappen. De gemeenten die verder gebruik maken van de diftarcontainers voor huisvuil, betalen de meerkost van dit systeem bovenop het bedrag van de basisdienstverlening.

- Het gebruik van de recyclageparken, inclusief de huidige quota (600 kg/gezin voor asbest, 1.000 kg/gezin voor bouwpuin en 400 kg/ gezin groenafval).

 

2. De prijzen van de (extra) dienstverlening (indien de burger dit wenst):

- Huisvuilzak 44 L: 1,25 EUR

- Huisvuilzak 22 L: 0,625 EUR

- Pmd of zachte plastics (of op termijn p+md) 60 L: 0,15 EUR

- Textielzak 50 L: 0,10 EUR

- Groenafvalzak 50 L: 0,25 EUR

- Keukenafvalzak 22 L: 0,20 EUR

- Tuinbak (uitsluitend tuinafval) 240 L – jaarlijks abonnement van 60,00 EUR/jaar – 12 ledigingen

- Snoeihout op afroep – max. 12/keer per jaar: 15,00 EUR/keer – max. 2m³

 

­ De prijs van de basisdienstverlening zoals vermeld is exclusief een quotum huisvuil in functie van de gezinssamenstelling. Tot een eventuele afwijkende beslissing door de raad van bestuur van Limburg.net blijven de huidige quota huisvuil behouden en doorgerekend via de afvalbelasting als 1 kohierbedrag. Mogelijke toekomstige aanpassingen aan het quotum worden 1 op 1 tot uiting gebracht via de afvalbelasting van de burger (enkel in de gemeenten waar dit van toepassing is).

 

­ Andere dienstverleningen zoals o.m. de inzameling van verschillende afvalsoorten op de recyclageparken, inzameling textiel, papier/karton, grofvuil, glas,… evenals de geldende tarieven en contantbelastingen worden niet gewijzigd door de invoering van Optimo en blijven in de toekomst onderworpen aan het reguliere besluitvormingsproces van de raad van bestuur van Limburg.net.

 

­ De uitrol van het Optimo-systeem kan maar definitief plaatsvinden op voorwaarde dat na de marktbevragingen er geen structurele prijsafwijkingen zijn ten aanzien van de geraamde prijzen zoals vermeld in dit besluit en bevestiging van de OVAM dat de inzameling voldoet aan de bepaling van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval.

 

Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit en in het bijzonder met het in kennis stellen van onderhavig gemeenteraadsbesluit aan de opdrachthoudende vereniging.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

16

Secretariaat (gemeente) - Notulen en zittingsverslag gemeenteraad van 24 oktober 2019 - Goedkeuring

 

De gemeenteraad,

 

Overwegende dat conform art. 32 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering steeds samen met de agenda van de gemeenteraad ten minste acht dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld worden aan de gemeenteraadsleden;

 

Overwegende dat ieder raadslid het recht heeft opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering;

 

Gelet op het ontwerp van de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 24 oktober 2019 in bijlage;

 

Overwegende dat ter zake geen op- of aanmerkingen geformuleerd werden;

 

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid het artikel 32 betreffende de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid de artikelen 326 tot en met 334 betreffende het bestuurlijk toezicht;

 

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;

 

Besluit,

 

Na beraadslaging en met unanimiteit;
 

Art. 1 - De notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraad van 24 oktober 2019 goed te keuren en namens de gemeenteraad ter ondertekening voor te leggen aan de voorzitter en de algemeen directeur.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

17

Secretariaat (gemeente) - Container gemeenschapscentrum Ter Kommen en 3 containers school Alt-Hoeselt - Kennisgeving

 

Raadslid Eddy Vandecaetsbeek heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Wij Hoeselt een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van 28 november 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:

 

Container gemeenschapscentrum Ter Kommen en 3 containers school Alt-Hoeselt:

 

Door het schepencollege werd voor het gemeenschapscentrum een container geplaatst waar de tekenacademie tijdelijk in gehuisvest zou worden. Er werd een tijdelijke bouwvergunning afgeleverd. Wanneer werd deze bouwvergunning afgeleverd en wanneer vervalt deze bouwvergunning? In Alt-Hoeselt werden 3 containers bij de school geplaatst die tijdelijk dienst zouden doen als secretariaat en leslokaal. Ook hiervoor werd een tijdelijke bouwvergunning afgeleverd. Wanneer werd deze bouwvergunning afgeleverd en wanneer vervalt deze bouwvergunning? Wat zijn de plannen van het schepencollege desbetreffende? Werd er een brandinspectieverslag afgeleverd voor deze containers? Tot wanneer is dit brandinspectieverslag geldig? Worden deze containers met 'duurzame' elektriciteit verwarmd?

 

Raadslid Eddy Vandecaetsbeek licht het agendapunt toe.

 

Schepen Yves Croux verduidelijkt dat tot op heden 1 van de vermelde containers niet vergund is en dat bij 2 van de containers de vergunning verlopen is. Dit wordt zo snel mogelijk in orde gebracht. De aanvraagprocedures zijn intussen lopende. Alle containers beschikken over een gunstig brandpreventieverslag en alle keuringen qua elektriciteit, brandbestrijdingsmiddelen, e.a. zijn in orde. De gemeentelijke basisschool in Alt-Hoeselt doet bovendien jaarlijks een brandweeroefening.

 

Los daarvan is schepen Yves Croux het eens met Wij Hoeselt dat er structurele oplossingen moeten komen qua huisvesting. Voor de container aan gemeenschapscentrum Ter Kommen zal dit relatief snel kunnen. De tekenacademie kan verhuizen naar de jeugdlokalen in de voormalige bibliotheek zodra die renovatie voltooid is. Voor de gemeenteschool zou een structurele oplossing wel nog enkele jaren op zich kunnen laten wachten. Schepen Yves Croux benadrukt evenwel dat de gebruikers daar - de directeur, de leerkrachten, de ouders en hun kinderen - tevreden zijn over de klaslokalen. De verwarming van die lokalen is elektrisch en dus niet energie-efficiënt, maar gebeurt wel met 100% hernieuwbare energie van Aspiravi. Het bestuur wil de komende jaren een knoop doorhakken wat betreft de gemeenteschool. De directeur heeft daarbij primair aangegeven dat de huidige bestaande ruimte minimaal behouden dient te blijven voor een goede werking.

 

Raadslid Eddy Vandecaetsbeek dringt aan om spoedig werk te maken van deze voornemens. Raadslid Fons Capiot herinnert voorzitter Jordi Boulet eraan dat zij beiden onlangs een email hebben ontvangen van een firma die specifiek aangepaste klascontainers aanbiedt. Hij benadrukt dat voor klascontainers met een tijdelijke omgevingsvergunning van 2 jaar andere brandpreventienormen gelden. De normen voor een volwaardig schoolgebouw liggen hoger dan voor een klascontainer. En trouwens, klascontainers die op dit moment niet vergund zijn, kunnen per definitie niet over een gunstig brandpreventieverslag beschikken. Hij raadt voorzitter Jordi Boulet en de bevoegde schepenen aan om contact te nemen met de brandweercommandant en zo hun paraplu open te trekken. Zij dragen immers verantwoordelijkheid over de veiligheid van schoolkinderen. Daar mag men niet licht overgaan.

 

Burgemeester Werner Raskin geeft de fractie Wij Hoeselt in deze gelijk. Het gemeentebestuur zal een structurele oplossing zoeken voor de klaslokalen van de gemeentelijke basisschool in Alt-Hoeselt. Een en ander zal bijkomend duidelijk worden in het meerjarenplan 2020-2025.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

18

Secretariaat (gemeente) - Grootwarenhuis Vrankrijk Bilzen - Kennisgeving

 

Raadslid Eddy Vandecaetsbeek heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Wij Hoeselt een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van 28 november 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:

 

Grootwarenhuis Vrankrijk Bilzen:

 

Klopt het dat het schepencollege informeel op de hoogte werd gebracht door het schepencollege van Bilzen dat een nieuw grootwarenhuis zich gaat vestigen in Vrankrijk Bilzen naast Aveve? Welk was het standpunt van het schepencollege desbetreffende?

 

Raadslid Eddy Vandecaetsbeek licht het agendapunt toe.

 

Schepen Yves Croux licht toe dat de firma Immo Palmaers een vergunning heeft aangevraagd voor een site voor grootschalige kleinhandelsactiviteiten t.h.v. Eikaart in Bilzen. Deze vergunningsaanvraag is een bevoegdheid van de provincie Limburg. Aan Hoeselt is - als buurgemeente - advies gevraagd. Het college van burgemeester en schepenen heeft een ongunstig advies afgeleverd met de nadruk op de problematiek inzake mobiliteit. Het schepencollege vindt een handelssite van die omvang op die locatie volgens de ingediende plannen ontoelaatbaar. In het advies heeft het gemeentebestuur voorgesteld om - mocht de provincie Limburg de vergunning toch afleveren - de site te ontsluiten via de Alden Biesensingel. In dat geval overweegt het schepencollege trouwens om de Droogbroekstraat te ‘knippen’ en zo het doorgaand verkeer te voorkomen.

 

Schepen Yves Croux benadrukt verder dat ook het Agentschap Wegen & Verkeer, het departement Mobiliteit & Openbare Werken van de Vlaamse overheid, het departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, het departement Ondernemen van de Vlaamse Overheid en de stad Bilzen - weliswaar ten dele - een ongunstig advies hebben gegeven. Desondanks heeft de Bestendige Deputatie van de provincie Limburg een gedeeltelijke vergunning afgeleverd voor een site met 15.700m² netto handelsruimte. Hierop zal de firma Palmaers al zijn activiteiten centraliseren. Daarnaast is er ruimte voorzien voor een grote voedingswarenwinkel van 1.400m², zijnde Albert Heyn, en een aantal handelspanden zonder gekende concrete bestemming op heden. De Bestendige Deputatie geeft in de vergunning aan zich te kunnen vinden in het idee dat de Droogbroekstraat geknipt zou worden.

 

Vervolgens hebben schepenen Bert Vertessen en Yves Croux samen gezeten met een afvaardiging van de buurtbewoners van de Droogbroekstraat. Zij geven er de voorkeur aan om in eerste instantie het zwaar verkeer te weren door het inrichten van een ‘sluis’ ter hoogte van de brug aan het einde van de Droogbroekstraat. Pas in tweede instantie wensen zij een ‘knip’ van de Droogbroekstraat te overwegen. Schepen Yves Croux benadrukt dat het vooralsnog evenwel nog niet zo ver is. Het Agentschap Wegen & Verkeer is in beroep gegaan tegen de afgifte van de omgevingsvergunning door de provincie Limburg. Die beroepsprocedure is lopende.

 

Raadslid Eddy Vandecaetsbeek is tevreden met deze repliek. Hij benadrukt nogmaals dat er momenteel al lange files ontstaan op de gewestweg N730. Daar nog een grote supermarkt bij zal dit probleem alleen maar groter maken. Men moet hier toch echt rekening mee houden.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

19

Secretariaat (gemeente) - Aanleg meerjarige bloemenmengsels - Goedkeuring

 

Raadslid Jasper Goffin heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 28 november 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:

 

Aanleg meerjarige bloemenmengsels:

 

Afgelopen jaren zijn een drietal percelen (gelegen langs de Industrielaan, de Dr. Willem Meersstraat en in het wachtbekken langs de N730) met een gezamenlijke oppervlakte van 8500m² en in eigendom van de gemeente ingezaaid met een eenjarig bloemenmengsel. Op deze percelen zijn bijkomend insectenhotels aangebracht. De afgelopen jaren is niet het gewenste bloemrijke resultaat bereikt op deze percelen die voornamelijk overwoekerd worden met spontaan ontwikkelde ruigtekruiden. Bovendien worden deze percelen op een totaal verkeerd tijdstip gemaaid om een meerwaarde te bieden voor allerhande fauna zoals insecten en vogels. De percelen zijn bijvoorbeeld recent gemaaid zodat ook het wintervoedsel en overwinteringsplaats voor fauna is weggemaaid. Bovendien moet de bodem jaarlijks verstoord worden om de opkomst van de eenjarigen te verzekeren. Een esthetisch veel mooier, beheersvriendelijk en ecologisch verantwoord alternatief is het inzaaien van meerjarige bloemenmengsels. Deze worden in tegenstelling tot eenjarige bloemenmengsels niet jaarlijks, maar eenmalig ingezaaid. De aanleg van een meerjarige bloemenweide spaart dus heel wat toekomstige kosten uit. Via een hooibeheer wordt de bloemrijke vegetatie in stand gehouden. De raming der werken betreft een bedrag van 10.200 EUR exclusief btw. Als bijlage is een samenvattende meetstaat, een raming en een technische bepaling toegevoegd.

 

Wij vragen de goedkeuring aan de gemeenteraad voor het aanleggen van een meerjarige bloemenweide conform het voorgelegde aanbestedingsdossier.

 

Raadslid Jasper Goffin licht het agendapunt toe.

 

Schepen Bert Vertessen antwoordt dat er wordt gewerkt op advies van de leverancier van de bloemzaden. Er worden éénjarigen gezaaid om de bestaande vegetatie uit te putten. De afgelopen warme zomers waren echter in het voordeel van het onkruid. Om die reden wordt er ook zo vroeg gemaaid. Schepen Bert Vertessen wil en zal de bestaande aanpak handhaven. Hij benadrukt dat zolang hij de bevoegde schepen is hij ook de beslissingen ter zake neemt.

 

Raadslid Serge Voncken repliceert dat zijn collega Jasper Goffin een goed advies tracht bij te brengen. Hij vindt het arrogant om dat op deze manier af te wijzen.

 

Burgemeester Werner Raskin neemt het op voor schepen Bert Vertessen. Hij begrijpt de irritatie die dit soort toegevoegde agendapunten opwekt. Het is vervelend dat dergelijke dingen telkens opnieuw zo snel geagendeerd worden. De schepen is hier samen met de Technische Dienst mee bezig, maar krijgt de tijd niet om het uit te werken. Het gras wordt hem telkens voor de voeten weggemaaid.

 

Schepen Bert Vertessen benadrukt dat dit punt ook uitvoerig en in het bijzijn van raadslid Jasper Goffin op de Hoeseltse Leefmilieuadviesraad (Hola) is besproken. Hij is van mening dat wat daar bij Hola wordt gezegd ook bij Hola moet blijven en niet op de gemeenteraad geagendeerd moet worden.

 

Raadslid Jasper Goffin concludeert tot zijn ongenoegen dat dus om die reden een kostenbesparend en ecologisch beter voorstel genegeerd wordt.

 

Het voorstel van de fractie Best Groen om een meerjarige bloemenweide aan te leggen conform het bijgevoegde aanbestedingsdossier wordt niet goedgekeurd met 8 stemmen voor (Fons Capiot, Serge Voncken, Carine Moors, Christiaan Hex, Mieke Claesen, Marc Bamps, Eddy Vandecaetsbeek en Jasper Goffin), 11 stemmen tegen (Jordi Boulet, Werner Raskin, Bert Vertessen, Johan Schoefs, Linda Verjans, Wim Hellinx, Wendy Bollen, Rudi Coenegrachts, Heidi Berx, Liesbeth Werelds en Stanny Crommen) en 0 onthoudingen.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

20

Secretariaat (gemeente) - Aanplanting laanbomen Paneelstraat - Goedkeuring

 

Raadslid Jasper Goffin heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 28 november 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:

 

Aanplanting laanbomen Paneelstraat:

 

In het voorjaar 2018 zijn over de gehele lengte van de Paneelstraat populieren gekapt. De populieren stonden op openbaar eigendom. In de voorwaarden van de kapvergunning is een heraanplantingsplicht opgenomen om hetzelfde aantal hoogstammige bomen als compensatie aan te planten. De gemeente Hoeselt is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de heraanplantingsplicht. Na meermaals navraag te doen bij de betreffende administratie naar de stand van zaken van de heraanplanting, maar telkens zonder resultaat, stellen we als fractie Best/Groen zelf een aanbestedingsdossier ter goedkeuring voor aan de gemeenteraad in verband met het voldoen van de wettelijk opgelegde heraanplantingsplicht. Het aanbestedingsdossier betreft het oppervlakkig uitfrezen van de stronken van de voormalige populieren om het bermbeheer terug vlot mogelijk te maken en het voorzien van een heraanplanting van 100 stuks zomereik inclusief boompalen. De raming der werken betreft een bedrag van 14.500 EUR exclusief btw. Als bijlage is een samenvattende meetstaat, een raming en een technische bepaling toegevoegd.

 

Wij vragen de goedkeuring aan de gemeenteraad voor het uitvoeren van de wettelijk vastgestelde heraanplantingsplicht conform het voorgelegde aanbestedingsdossier.

 

Raadslid Jasper Goffin licht het agendapunt toe.

 

Schepen Bert Vertessen antwoordt dat in de afgeleverde kapvergunning duidelijk vermeld staat dat als compensatie 18 eikenbomen aangeplant moeten worden. Deze bomen zijn op dit moment in bestelling. Er zal voldoende plantafstand tussenin gerespecteerd worden om de eiken te laten uitgroeien tot volwaardige exemplaren. De stronken van de voormalige populieren zullen niet uitgefreesd worden. Zij worden in hun bestaande toestand gelaten om te verhinderen dat landbouwvoertuigen tussen de eiken doorrijden om op het landbouwperceel te komen. Maar het gaat dus voor alle duidelijkheid om 18 bomen en niet om de voorgestelde 100 bomen.

 

Raadslid Jasper Goffin vraagt hoeveel populieren er gekapt werden. Dat waren toch veel meer dan 18 stuks. Die bomen worden dus niet 1 op 1 vervangen?

 

Schepen Bert Vertessen antwoordt dat een eik meerderwaardig is aan een populier. En de compensatie met 18 eiken werd opgenomen in de kapvergunning op advies van de milieudeskundige.

 

Het voorstel van de fractie Best Groen om de wettelijk vastgestelde heraanplantingsplicht uit te voeren conform het bijgevoegde aanbestedingsdossier wordt niet goedgekeurd met 8 stemmen voor (Fons Capiot, Serge Voncken, Carine Moors, Christiaan Hex, Mieke Claesen, Marc Bamps, Eddy Vandecaetsbeek en Jasper Goffin), 12 stemmen tegen (Jordi Boulet, Werner Raskin, Bert Vertessen, Yves Croux, Johan Schoefs, Linda Verjans, Wim Hellinx, Wendy Bollen, Rudi Coenegrachts, Heidi Berx, Liesbeth Werelds en Stanny Crommen) en 0 onthoudingen.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

21

Secretariaat (gemeente) - Integratie van het stoepenplan in uit te voeren wegenwerken - Goedkeuring

 

Raadslid Christiaan Hex heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 28 november 2019. Meer bepaald wenst hij het volgende punt behandeld te zien:

 

Integratie van het stoepenplan in uit te voeren wegenwerken:

 

Het leg-je-eigen stoepenplan is reeds enkele jaren in voege in Hoeselt. Het gehele plan moet ervoor zorgen dat de stoepen in Hoeselt zoveel als mogelijk worden beklinkerd met de grijze betonklinker. Op die manier moet er op termijn overal éénzelfde stoep komen EN moet dit minder werk opleveren ter onkruidbestrijding. Fijn dat de gemeente deze mogelijkheid aanbiedt aan de inwoners, ze moeten enkel het leggen van de stoep zelf bekostigen. Een zeer vrijblijvende maatregel of aanbod…

 

Echter is het zo dat dit vrijblijvend aanbod in praktijk zorgt voor veel willekeur, soms een verplichtend aanbod wordt, soms maar een halfslachtig aanbod wordt… Dit plan sluit totaal niet aan op de vele wegenwerken die in Hoeselt en de deelgemeenten gepland staan. Om enkele voorbeelden te geven:

- De inwoners van de Droogbroekstraat kregen initieel een afwisselende stoep van klinkers en kiezel. Op eigen initiatief en eigen kosten hebben zij door de aannemer de stukken kiezel laten vervangen door de aangeboden betonklinker van de gemeente.

- Net naast de Droogbroekstraat bevindt zich de Bilzersteenweg. Ook hier werden gelijktijdig werken uitgevoerd. Het fietspad dat werd aangelegd gaat in de Droogbroekstraat naadloos over in de mooie betonklinkers die de inwoners van de Droogbroekstraat braaf zelf bekostigd hebben. Zeer zuur om achteraf te vernemen dat de aanleg van de betonklinkers op de Bilzersteenweg WEL volledig door de gemeente werd bekostigd. Het ene gezin krijgt er een indirecte belasting van +/- 300€ bij, het andere gezin niet…

- Er wordt een nieuwe woonwijk aangelegd (Middelste Kommen), de gemeente bekostigt de volledige aanleg van de stoepen

- In de dorpskern van Alt-Hoeselt worden de opgebroken stoepen vervangen door de afwisseling van kiezel en betonklinkers. Hier zijn de mensen misnoegd dat zij hun ,reeds eerder zelf bekostigde, stoepen niet mogen behouden. In de plaats krijgen zij een slecht begaanbare kiezelstoep. Is dit toepasselijk voor een dorpskern?

- Tot slot worden er ook wegenwerken gestart in Schalkhoven. Hier hebben we zelfs de absurde situatie dat er minder dan één jaar geleden gebruik werd gemaakt van het leg-je-eigen stoepenplan en dat deze stoep opnieuw moet worden opgebroken. Wie gaat in dit geval het leggen van de nieuwe stoep bekostigen?

 

Hier ontbreekt een doordachte visie en planning betreffende de stoepen en zeker de aansluiting ervan op de aankomende wegenwerken. Dit is een zeer amateuristische werkwijze, die snel bijsturing nodig heeft.

 

Wij vragen de goedkeuring dat het schepencollege en in het bijzonder de schepen van openbare werken tegen de gemeenteraad van december 2019 een plan en visie voorstelt betreffende het leg-je-eigen stoepenplan en de aankomende wegenwerken.

Hierin willen wij graag een visie en antwoord op:

Wat met dorpskernen, wat met ‘buitenwegen’?

Wie bekostigt wat?

Kan er voorzien worden in ‘maatwerk’ in de dorpskernen, opdat de inwoners alsnog hun eigen bekostigde stoepen kunnen behouden?

Kan er resoluut een keuze gemaakt worden voor een waterdoorlatende klinker of een ander ecologisch alternatief?

 

Raadslid Christiaan Hex licht het agendapunt toe.

 

Schepen Bert Vertessen opteert ervoor om eerst toelichting te geven bij de aangehaalde voorbeelden. Bij het rioleringsproject in de Droogbroekstraat hebben de bewoners de gelegenheid gekregen om in te stappen in het stoepenreglement net als alle andere inwoners van Hoeselt. Zij hebben ervoor gekozen om gezamenlijk een aannemer aan te stellen. De stoepen verderop naast de Bilzersteenweg kaderden in de herinrichting van de gewestweg N730. De gemeente Hoeselt heeft daar de bestaande stoep hersteld en aangepast aan de vernieuwde Bilzersteenweg. De stoepen in de nieuwe woonwijk Middelste Kommen worden niet aangelegd door de gemeente Hoeselt, maar door de projectontwikkelaar. Na oplevering zullen ze worden overgedragen aan het openbaar domein van de gemeente Hoeselt. Bij het rioleringsproject in Alt-Hoeselt worden de belangrijkste dorpspunten langs de as kerk/school/parochiezaal verbonden door de aanleg van stoepen door de gemeente Hoeselt zelf. Voor de rest gelden dezelfde regels van het stoepenreglement als in de rest van Hoeselt. En bij het rioleringsproject in Schalkhoven geldt net hetzelfde. De bewoners kunnen instappen in het stoepenplan. Eventueel eerder reeds aangelegde stoepen worden opgebroken en terug gelegd.

 

Wat betreft het voorstel van beslissing inzake een visie is het voor schepen Bert Vertessen heel duidelijk. Hij benadrukt dat het stoepenreglement niet enkel geldt voor projecten, maar overal in Hoeselt van toepassing is. De visie is dat de gemeente Hoeselt in de dorpskernen de verbindingen kerk/school/parochiezaal van stoepen voorziet. Dat is in de meeste deelgemeenten trouwens al gebeurd. Enkel in Werm is dit nog hangende, maar dat komt omdat de plaatselijke basisschool eerst een proefproject met een ‘schoolstraat’ wil uitproberen. Het voorstel om ‘maatwerk’ te voorzien in de dorpskernen is simpelweg niet doenbaar. Met de heraanleg van de wegen veranderen de afmetingen en is een heraanleg op maat onmogelijk. Bovendien speelt er ook een aspect veiligheid. De uniforme grijze klinker die wordt aangeboden is een uitgesproken keuze van de schepen en de Technische Dienst en zorgt voor een uniforme veilige ondergrond.

 

Raadslid Christiaan Hex is van mening dat maatwerk wel moet kunnen mits men er een extra inspanning voor wil doen. Bovenaan de Romershovenstraat blijkt dit toch te kunnen…?

 

Burgemeester Werner Raskin antwoordt enigszins misnoegd dat het raadslid hem gerust bij naam mag noemen als hij dat wil. Die laatste opmerking gaat om de inrit van zijn eigen woning. De uitzondering die daar gemaakt is, zal rechtgezet worden. De burgemeester zal de stoep voor zijn woning opbreken en opnieuw aanleggen conform de regels van het stoepenreglement.

 

Schepen Bert Vertessen rondt af met te benadrukken dat er sedert de laatste aanbesteding van betonproducten enkele maanden geleden wel degelijk een meer ecologisch alternatief voor handen is. Inwoners kunnen op hun aanvraagformulier kiezen voor een waterdoorlatende klinker. Niemand heeft dit tot op heden echter gedaan.

 

Het voorstel van de fractie Best Groen om tegen de gemeenteraad van december 2019 van de schepen een plan en visie te vragen inzake het leg-je-eigen stoepenplan en de aankomende wegenwerken wordt niet goedgekeurd met 6 stemmen voor (Serge Voncken, Carine Moors, Christiaan Hex, Mieke Claesen, Marc Bamps en Jasper Goffin), 12 stemmen tegen (Jordi Boulet, Werner Raskin, Bert Vertessen, Yves Croux, Johan Schoefs, Linda Verjans, Wim Hellinx, Wendy Bollen, Rudi Coenegrachts, Heidi Berx, Liesbeth Werelds en Stanny Crommen) en 0 onthoudingen.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

22

Secretariaat (gemeente) - Bescherming en vervanging bomen in Hoeselt - Stand van zaken - Kennisgeving

 

Raadslid Mieke Claesen heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 28 november 2019. Meer bepaald wenst zij het volgende punt behandeld te zien:

 

Bescherming en vervanging bomen in Hoeselt - stand van zaken:

 

Dit jaar zijn er weer massaal bomen gekapt en/of afgestorven in Hoeselt. Nu is het ideale moment om de gekapte of afgestorven bomen te vervangen. Hoever staat de gemeente met het beschermen en planten van bomen op volgende plaatsen:

1. Wat de bescherming van hoogstamboomgaarden betreft, verwees schepen Bert Vertessen op de gemeenteraad van januari 2019 naar de intentieverklaring inzake een samenwerking met het Agentschap Onroerend Erfgoed voor de bescherming van hoogstamboomgaarden in Haspengouw goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 april 2017. Dit is een collectief project waarbij de hoogstamboomgaarden van Haspengouw in kaart worden gebracht en dat moet uitmonden in een actieplan ter bescherming.

Hoever staat de gemeente met dit actieplan? Is men al begonnen met de inventarisatie? Wanneer verwacht men daarmee klaar te zijn?

2. Heeft schepen Vertessen ondertussen het reglement ter bescherming van de hoogstam(fruit)bomen van Sint-Truiden voorgelegd aan de vergadering van regionaal Landschap Haspengouw en Voeren en gaat er een uniform reglement komen?

3. De 5 platanen die voorzien waren voor het kioskplein: Schepen Vertessen deelde mee dat de platanen op de Nederstraat geplant werden. Maar waar en wanneer precies zijn die bomen geplant?

4. Langs de Terpoortenlaan zijn 10 van de 40 laanbomen verdwenen of gehavend. De gemeenteraad keurde het voorstel goed om deze laanbomen bij het eerstvolgende plantseizoen terug aan te planten. Is de gemeente gestart met deze heraanplant? Wanneer voorziet zij deze laanbomen aan te planten?

5. Controle op de heraanplantingsplicht: Op de gemeenteraad van maart en april hebben wij vragen gesteld over de heraanplantingsplicht na het afleveren van kapvergunningen.

Naast een specifiek toegevoegd agendapunt hierover dat Jasper Goffin zal toelichten en vragen wij bij de controle op de heraanplantingsplicht: Heeft de gemeente/dienst Omgeving ondertussen bewijzen van de heraanplant ontvangen voor de 7 in 2018 afgeleverde kapvergunningen met verplichte heraanplant? Zo ja, voor hoeveel van de 7 afgeleverde vergunningen? Welke stappen zijn ondernomen of gaan ondernomen worden indien nog niet voldaan is aan de heraanplantingsplicht?

6. Het kappen van 2 bomen op het kerkhof te Hern: Schepen Vertessen deelde mee dat er 6 nieuwe bomen zullen aangeplant worden op de parking en 2 nieuwe bomen op het kerkhof.

Is men begonnen met de heraanplant van deze bomen? Zijn ze aangekocht? Wanneer gaat men ze planten?

7. De beschadigde bomen op het Hombroek: Heeft ondertussen een boomchirurg een onderzoek en verslag opgemaakt en is het nodige/mogelijke gedaan om de bomen te redden? Zijn ze nog te redden? Wat moet hiervoor gebeuren? Is er ondertussen een berekening/schatting van de mogelijke schadevergoeding?

8. Tenslotte hebben wij nog vernomen dat in oktober op last van de burgemeester 2 laanboompjes op de Rode Kruislaan gekapt zijn door de brandweer. Gaan deze ook vervangen worden? Wanneer en door welke bomen? En nu recentelijk werd vastgesteld dat twee eiken op de Acacialaan plots dood blijken te zijn? Gaat de gemeente onderzoeken waardoor deze eiken kapot zijn gegaan en Best-Groen dringt hierbij ook aan op de spoedige vervanging van deze eiken door gelijkwaardige exemplaren.

 

Raadslid Mieke Claesen licht het agendapunt toe.

 

Schepen Bert Vertessen opteert ervoor om de gestelde (deel)vragen chronologisch te beantwoorden. Het voorstel om de bescherming van hoogstamboomgaarden collectief aan te pakken is overgemaakt aan Regionaal Landschap Haspengouw & Voeren. Zij hebben aangegeven dit te willen koppelen aan een erfgoedplan in samenwerking met het Agentschap Natuur & Bos en de provincie Limburg. Regionaal Landschap Haspengouw & Voeren werkt hieromtrent een plan uit. Schepen Bert Vertessen verwacht hier feedback over in het voorjaar 2020. Hij zal op dat moment terugkoppelen naar de gemeenteraad. Daarmee is ook geantwoord op puntje 2 van dit toegevoegd agendapunt. De 5 platanen die voorzien waren voor het Kioskplein, maar op de Nederstraat geplant zullen worden zijn geleverd bij de Technische Dienst, maar werden nog niet geplant. Dit staat in de planning van de Technische Dienst. Eerst moeten er nog stronken weggefreest worden.

 

Schepen Bert Vertessen geeft verder mee dat de vervanging van de laanbomen in de Terpoortenlaan is ondergebracht binnen een bestelling van klimaatbomen. Deze worden in februari 2020 geleverd en vervolgens geplant.

 

Raadslid Jasper Goffin komt tussen omdat hij van mening is dat klimaatbomen nieuwe, bijkomende bomen zouden moeten zijn en niet moeten dienen als vervanging van andere bomen. Hij vraagt of hier reglementering rond bestaat.

 

Schepen Bert Vertessen antwoordt dat de vzw Centrum Duurzaam Groen hiervoor gecontacteerd werd en dat de bevoegde toezichter van de hogere overheid groen licht heeft gegeven voor deze aanpak.

 

Schepen Yves Croux antwoordt op puntje 5 inzake de controle op de heraanplantingsplicht. Hij vertelt dat een aanvrager die een kapvergunning heeft gekregen verplicht is om de start der werken te melden aan de gemeente Hoeselt. De schepen weet - op basis van informatie van de dienst Omgeving - dat dat tot op heden nog niet gebeurd is. Men is met andere woorden nog niet gestart met kappen. Een omgevingsvergunning is dan ook 2 jaar geldig hetgeen hier een mogelijke verklaring voor kan zijn. Maar bijgevolg is er ook nog geen opvolging van de heraanplantingsplicht gebeurd.

 

Op de vraag naar de bomen voor het kerkhof van Sint-Huibrechts-Hern antwoordt schepen Bert Vertessen dat de bomen besteld en geleverd zijn. Ze worden volgende week geplant.

 

Vervolgens geeft schepen Bert Vertessen een stand van zaken inzake de door een gaatjesboorder beschadigde bomen in de Hombroekstraat. Hij vertelt dat er op vraag van de gemeente Hoeselt een erkende boomchirurg ter plaatse is geweest. Diens onderzoek heeft geresulteerd in een bijzonder lijvig verslag met bijhorend bestek. Samengevat komt het erop neer dat 2 van de 5 bomen niet meer te redden zijn. De overige 3 bomen kunnen wel gered worden met een specifieke aangepaste behandeling en de nodige opvolging. Het totale kostenplaatje voor dit onderzoek en de vervanging dan wel behandeling van deze bomen bedraagt 10.800 EUR. Het plan van aanpak en het kostenbestek zijn overgemaakt aan de dader. Deze krijgt tot 30 maart 2020 de tijd om over te gaan tot herstel conform het plan van de boomchirurg. Indien dit niet gebeurt of niet correct gebeurt dan zal het verslag van de boomchirurg gekoppeld worden aan het proces-verbaal en zal de gemeente Hoeselt dit afdwingen via juridische weg.

 

Tot slot reageert schepen Bert Vertessen op de problematiek met enkele bomen in de Rode Kruislaan en de Acacialaan. Hij deelt mee dat - tot zijn spijt - de aangehaalde bomen eveneens beschadigd werden door een gaatjesboorder. De gemeente Hoeselt zal deze bomen vervangen en er wordt een proces-verbaal opgemaakt tegen onbekenden. Hij betreurt deze gang van zaken ten zeerste en hoopt dat ook de pers hier de nodige ruchtbaarheid aan wil en kan geven met vermelding van de schadevergoeding die de betrokkene in de Hombroekstraat moet betalen. De schepen hoopt dat dit soort toestanden zich niet meer zullen voordoen. Indien de gemeente Hoeselt daders kan betrappen op dit soort handelingen dan wordt er vervolgens een proces-verbaal opgemaakt en volgt er een stevige factuur.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

23

Secretariaat (gemeente) - Controle op snelheidsbeperking zwaar verkeer Schalkhoven en Hern - Kennisgeving

 

Raadslid Mieke Claesen heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 28 november. Meer bepaald wenst zij het volgende punt behandeld te zien:

 

Controle op snelheidsbeperking zwaar verkeer Schalkhoven en Hern:

 

Op de gemeenteraad van 21/02/2019 werd gezegd dat het gemeentebestuur er samen met de lokale politie alles aan doet om de overlast qua mobiliteit in Hern en Schalkhoven onder controle te krijgen. De handhaving is opgevoerd. De toegelaten snelheid is verlaagd. Er zijn verkeersremmers geplaatst. En de politie is gevraagd een spreidingsplan qua aan- en afrijden op te maken en voor te leggen aan de eigenaar/uitbater van het bedrijf. Bovendien komt er op korte termijn ook een verkeerstelling om de overlast te staven met cijfers.

Wat is de stand van zaken hieromtrent? Is er nog gecontroleerd en geverbaliseerd op de snelheidsbeperking van het zwaar verkeer in Hern en Schalkhoven?

 

Raadslid Mieke Claesen licht het agendapunt toe.

 

Burgemeester Werner Raskin geeft aan dat er duidelijk minder klachten zijn met betrekking tot het zwaar verkeer in Hern en Schalkhoven. Deze verbetering is te wijten aan de wegversmallingen, aan de bijkomende snelheidscontroles en aan de maatregelen die werden opgelegd aan de eigenaar van de biocentrale in Kortessem met o.a. een spreiding van de aan- en afrijroutes.

 

De burgemeester weet dat er veel minder zwaar verkeer door Hern en Schalkhoven rijdt. Hij haalt de cijfergegevens van de extra snelheidscontroles aan. Dit was de voorbije maanden een intensieve tijdsbesteding voor de lokale politie, maar uit de praktijk blijkt dat dit veel effect heeft.

Publicatiedatum: 23/12/2019
Overzicht punten

 

Bijkomende punten:

 

24

Secretariaat (gemeente) - Controle op zwerfvuil/sluikstorten - Kennisgeving

 

Raadslid Mieke Claesen heeft in toepassing van artikel 21 van het decreet lokaal bestuur van de mogelijkheid gebruik gemaakt om namens de fractie Best Groen een punt toe te voegen aan de agenda van de gemeenteraad van donderdag 28 november 2019. Meer bepaald wenst zij het volgende punt behandeld te zien:

 

Controle op zwerfvuil/sluikstorten:

 

Op de gemeenteraad van eind mei 2019: “De gemeenteraad keurt de plaatsing en het gebruik van een mobiele camera op het grondgebied van de gemeente Hoeselt unaniem goed en dit voor een tijdsbestek tot uiterlijk 31 maart 2025. De camera kan ingezet worden voor het lokaliseren van sluikstorten, vandalisme en andere overlast in de gemeente Hoeselt.

Schepen Bert Vertessen verduidelijkt dat enkel de politie Bilzen-Hoeselt-Riemst toegang zal hebben tot de beelden en dat het toestel pas operationeel kan worden ingezet nadat er aan de gemeentegrenzen bordjes worden opgehangen die er melding van maken."

 

Zijn deze bordjes ondertussen geplaatst? Zo nee, zijn ze besteld? Wanneer gaan ze geplaatst worden?

Er werd ook meegedeeld dat de gemeente nog geen ambtenaar heeft die hierover opgeleid werd? Heeft men deze nu wel? Kan die al optreden? Of moet er eerst nog een gasboetereglement komen? Wanneer voorziet men dat dat reglement er zal zijn?

 

Raadslid Mieke Claesen licht het agendapunt toe.

 

Schepen Bert Vertessen heeft intussen navraag gedaan naar het aantal bordjes dat nodig is en waar deze opgehangen moeten worden. Bij dit onderzoek bleek dat mobiele borden in de zone waar de camera geplaatst wordt volstaan. Het is dus enkel nodig om de zone waar de camera staat specifiek aan te duiden.

 

De schepen vertelt dat de camera lange tijd aan het containerpark gestaan heeft om controle te doen op diefstallen en dat met succes overigens. De inbraken zijn gestopt. Nu hangt de camera achter het gemeentehuis in een poging om een hardnekkige sluikstorter te betrappen en in de komende weken zal hij verhuizen naar het Binnenhof om daar een probleem aan te pakken. Momenteel is er 1 medewerker beschikbaar om de camera te plaatsen en te bedienen. De andere 2 personeelsleden die opgeleid werden, zijn intussen niet meer in dienst van de gemeente Hoeselt. Binnenkort worden er opnieuw bijkomende medewerkers opgeleid.

 

Schepen Bert Vertessen benadrukt dat het probleem echter nog steeds ligt bij de opvolging van de overtredingen door het parket. Hij hoopt eind februari een uniform GAS-reglement voor de politiezone Bilzen-Hoeselt-Riemst voor te leggen aan de gemeenteraad. Dit is momenteel in bespreking met de stad Bilzen en de gemeente Riemst en omvat ook stevige boetes voor sluikstorten.

 

Raadslid Jasper Goffin vraagt of het effect van een mobiele camera niet verloren gaat als je deze aankondigt met mobiele bordjes.

 

Schepen Bert Vertessen verduidelijkt dat dat niet het geval is. Het is enkel nodig de zone waar de camera staat af te bakenen en niet de exacte locatie. Het is voldoende om de bordjes een eind verderop te zetten.

Publicatiedatum: 23/12/2019